Nieuwe wijn en een nieuw huwelijk. Commentaar voor huwelijken: Marcus 2:18-22

Evangelie van de dag

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Marcus 2:18-22

Toen de leerlingen van Johannes en de Farizeeën eens een vasten­dag hielden, kwam men Jezus vragen: 
‘Waarom vasten de leerlingen van Johannes en die van de Farizeeën wel, maar uw leerlingen niet?’
Jezus sprak tot hen: ‘Kunnen dan de vrienden van de bruidegom vasten, terwijl de bruidegom bij hen is? 
Zolang zij de bruidegom in hun midden hebben, kunnen ze niet vasten.
Er zullen echter dagen komen dat de bruide­gom van hen is weggeno­men en dan, in die tijd, zullen ze vasten.
Niemand naait een verstellap van ongekrompen stof op een oud kleed. 
Anders trekt het ingezette stuk eraan, het nieuwe aan het oude, en de scheur wordt nog groter.
En niemand doet jonge wijn in oude zakken, anders doet de wijn de zakken bersten 
en de wijn gaat verloren met de zakken. Neen, jonge wijn in nieuwe zakken.’

Woord van de Heer.

Nieuwe wijn en een nieuw huwelijk.

Als we eenmaal bekeerd zijn, kunnen we een leven dat gericht is op de dingen van de wereld niet meer verenigen met een leven dat gericht is op de Heer. We kunnen nog steeds in de wereld zijn, maar zonder van de wereld te zijn, anders zullen we verdeeld raken, alsof we van binnen verscheurd zijn. Er zal nooit vreugde komen en we zullen geneigd zijn om het op te geven en terug te keren naar de wereld.
De betere optie: Laten we bij Christus horen!

 

Toegepast op het huwelijksleven:

Carlos: Het huwelijk is zo eenvoudig: ik geef mezelf aan jou, en dat is het, punt. Waarom is het zo moeilijk voor ons om het te begrijpen en te leven?
Marisa: Het is ongetwijfeld eigenliefde. Van onszelf de hoofdrolspelers van ons eigen verhaal willen maken. Onze rechtvaardigheid vestigen, onze rechten opeisen, onze verlangens vervullen … dit alles leidt er uiteindelijk toe dat we onszelf niet opgeven.
Carlos: Ja, maar dan komen de gevolgen, die kunnen worden samengevat in één woord: breuk. Innerlijke breuk, breuk in het huwelijk, breuk in het gezin… Hoe gemakkelijk is het: ik geef mezelf aan jou. En dat is het.
Marisa: Ja, in theorie is het zo makkelijk, maar zonder Christus is het onmogelijk.
Carlos: Natuurlijk… Dat is de sleutel. Zonder bij Christus te horen kan ik mezelf niet geven.
Marisa: Dat is inderdaad de sleutel.

Moeder,

Mogen we de definitieve stap nemen van onszelf aan de Heer geven naar de definitieve stap van onszelf aan onze echtgenoot geven. Bij nieuwe wijn, hoort een nieuw huwelijk. Prijs de Heer.

Water dat prikkelt. Commentaar voor huwelijken: Johannes 2, 1-11

Evangelie van de dag

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Johannes 2, 1-11

In die tijd was er een bruiloft te Kana in Galilea, waarbij de moeder van Jezus aanwezig was.
Jezus en zijn leerlingen waren eveneens op die bruiloft uitgenodigd.
Toen de wijn opraakte, zei de moeder van Jezus tot Hem: ‘Ze hebben geen wijn meer.’
Jezus zei tot haar: ‘Vrouw, is dat soms uw zaak? Nog is mijn uur niet geko­men.’
Zijn moeder sprak tot de bedienden: ‘Doet maar wat Hij u zeggen zal.’
Nu stonden daar volgens het reinigingsgebruik der Joden zes stenen kruiken, elk met een inhoud van twee of drie metreten.
Jezus zei hun: ‘Doet die kruiken vol water. Zij vulden ze tot bovenaan toe.’
Daarop zei Hij hun: ‘Schept er nu wat uit en brengt dat aan de tafelmeester.’ Dat deden ze,
en zodra de tafelmeester het water proefde dat in wijn veranderd was (hij wist niet waar die wijn vandaan kwam, 
maar de bedienden die het water geschept hadden, wisten het wel), riep hij de bruidegom en zei hem:
‘Iedereen zet eerst de goede wijn voor en wanneer men eenmaal goed gedron­ken heeft 
de mindere. U hebt de goede wijn tot nu toe bewaard.’
Zo maakte Jezus te Kana in Galilea een begin met de tekenen en openbaarde zijn heerlijkheid. 
En zijn leerlingen geloofden in Hem.

Woord van de Heer.

Water dat prikkelt.

Als het in ons huwelijk aan wijn ontbreekt, grijpt Maria altijd in. Jezus heeft zuiveringsvaten nodig om het wonder te verrichten dat onze liefde verandert in Zijn liefde. En dat vat van zuivering moet mijn hart zijn, en het water waarmee het gevuld wordt moet mijn zelfverloochening zijn. Het is water dat naar me toekomt en prikkelt, omdat het in mijn hart moet gisten om ruimte te maken voor de wijn die de Heer in mij maakt, waardoor mijn hart van steen verandert in een hart van vlees.

Toegepast op het getrouwde leven

Álvaro: Ik maak op dit moment een heel vreemde situatie mee. Een moeilijke situatie waarin mijn echtgenote mij tegen haar ervaart, terwijl ik haar met al mijn kracht probeer te helpen. Ik voel een enorme machteloosheid, omdat ze meestal klaagt dat ik haar niet help, maar als ik mijn best doe om haar te helpen, voelt ze zich een vijand. Wat kan ik doen?
Mamen: Breng je offer aan Maria zodat ze naar de Heer gaat en het zal de Heer zijn die tussen jullie zal handelen. Hij zal doen…, maak je geen zorgen, je huwelijk zal de goede wijn oogsten.

Moeder,

Er is zo weinig dat in onze handen ligt, dat we op niets anders kunnen hopen dan op de Heer zelf die zich uit liefde aanwezig stelt. Prijs Zijn Heilig Hart.

Minder is meer. Commentaar voor huwelijken: Marcus 2, 13-17

Evangelie van de dag

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Marcus 2, 13-17

Eens ging Jezus naar de oever van het meer. Al het volk kwam naar Hem toe en Hij onderrichtte hen.
In het voorbijgaan zag Hij Levi, de zoon van Alfeüs, aan het tolhuis zitten en sprak tot hem: ‘Volg Mij.’ De man stond op en volgde Hem.
Terwijl Jezus eens in diens woning te gast was, lag met Hem en zijn leerlingen 
ook een groot aantal tollenaars en zondaars aan, want er waren er velen die Hem volgden.
De farizeese schriftgeleerden die zagen dat Hij at met zondaars en tollenaars, 
zeiden tot zijn leerlingen: ‘Hoe kan Hij eten en drinken met tollenaars en zondaars?’
Jezus hoorde dit en antwoordde hun: ‘Niet de gezonden hebben een dokter nodig, 
maar de zieken. Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.’
Woord van de Heer.

Minder is meer.

Je moet het hart van de Heer kennen om dit evangelie te begrijpen. Zijn hart brandt van liefde voor ons. Paus Franciscus zegt in “Dilexit nos” dat “Jezus de grote nieuwigheid bracht van de erkenning van de waardigheid… vooral van die mensen die als ”onwaardig“ werden gekwalificeerd… een nieuw principe… waardoor mensen meer ‘waard’ zijn voor respect en liefde, hoe zwakker, hoe ellendiger en lijdender ze zijn”.
Dus, hoe ellendiger, hoe meer liefde waard? Dat is het hart van Christus.

Toegepast op het huwelijksleven:

Rocío: Er is een stuk in ons huwelijk dat ondersteboven is geplaatst, want voor God is ons “minder” Zijn “meer”.
Jaime: Ik begrijp er niets van. Je werd vandaag filosoferend wakker en ik ben ten einde raad.
Rocío: Hahaha. Ja, voor mij geldt: hoe ellendiger je bent, hoe minder waardig ik je vind, hoe minder je mijn liefde verdient. En voor de Heer is het net andersom.
Jaime: Dus, hoe ellendiger de ander is, hoe meer liefde waard? Nu blaas je me echt omver.
Rocío: Maar dat betekent toch niet dat je me expres slecht moet behandelen?
Jaime: Haha, nee vrouw. Ik kan het me niet voorstellen…
Rocío: Bekijk het zo. Hoe lager je valt, hoe meer je opgetild moet worden. Maar je wilt toch niet naar beneden vallen?
Jaime: Nee, natuurlijk niet! Ik wil altijd goed gehumeurd zijn.
Rocío: Zo heb ik het graag, mijn echtgenoot.

Moeder,

Wie is als God? Loof Zijn Heilig Hart.

Bedankt voor je geloof. Commentaar voor huwelijken: Marcus 2, 1-12

Evangelie van de dag

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Marcus 2, 1-12

Toen Jezus enige dagen later in Kafarnaüm was terugge­keerd, en men hoorde dat Hij thuis was,
stroomden de mensen in zulk een aantal samen, dat zelfs de ruimte voor de deur 
geen plaats meer bood toen Hij hun zijn leer verkondig­de.
Men kwam een lamme bij Hem brengen, die door vier mannen gedragen werd.
Omdat zij wegens de menigte geen mogelijkheid zagen hem dicht bij Jezus te brengen, 
legden ze het dak bloot boven de plaats waar Hij zich bevond, 
maakten er een opening in en lieten het bed, waarop de lamme uitgestrekt lag, zakken.
Toen Jezus hun geloof zag, zei Hij tot de lamme: ‘Mijn zoon, uw zonden zijn u vergeven.’
Er zaten enkele schrift­geleerden bij en dezen zeiden bij zichzelf:
‘Wat zegt die man daar? Hij spreekt godslas­terlijk! Wie anders kan er zonden vergeven dan God alleen?
Uit zichzelf wist Jezus aanstonds dat zij zo redeneer­den, en Hij zei hun: ‘Wat redeneert gij toch bij uzelf?
Wat is gemakkelij­ker, tot de lamme te zeggen: Uw zonden zijn u vergeven, of: Sta op, neem uw bed op en loop?
Welnu, opdat ge zult weten, dat de Mensenzoon macht heeft op aarde zonden te verge­ven, sprak Hij tot de lamme:
Ik zeg u, sta op, neem uw bed mee en ga naar huis.’
Hij stond op, nam zijn bed en voor aller ogen ging hij onmiddellijk naar buiten. Iedereen stond er versteld van, 
en ze verheerlijkten God en zeiden: ‘Zoiets hebben wij nog nooit gezien.’

Woord van de Heer.

 

Bedankt voor je geloof.

De Heer is de Redder en Hij gebruikt elke maas in de wet om ons te redden. Vandaag zien we hoe Hij het geloof van de dragers van de draagbaar gebruikt om de verlamde te redden. Wat is hier de verdienste van de verlamde?
De Farizeeën daarentegen grijpen elke omstandigheid aan om te veroordelen.
De houding van de Heer vervult me met hoop, want ik zie dat Hij bereid is om elk motief aan te grijpen om mij te redden.
Mogen we geen farizeese echtgenoten voor elkaar zijn, maar echtgenoten die levend water dragen.

Toegepast op het huwelijksleven:

Johannes: Vandaag, echtgenote, wil ik je hartelijk danken voor je geloof.
Julia: En ik voor het jouwe, want het helpt me enorm om naar de Heer toe te gaan.
Johannes: Ik wil jou vandaag danken omdat de Heer door jouw geloof zijn verlossende kracht over mij uitstort als jij erom vraagt en jezelf voor mij aanbiedt.
Julia: Ook dat. Dank u Heer voor het geloof van mijn echtgenoot.
Moeder,

Hoe ver reikt de liefde van de Heer voor mij, hoe ver reikt zijn barmhartigheid? Prijs Hem voor altijd.

Willen en kunnen. Commentaar voor huwelijken: Marcus 1, 40-45

Evangelie van de dag

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Marcus 1, 40-45

In die tijd kwam een melaatse bij Jezus die op zijn knieën viel en Hem smeekte: ‘Als Gij wilt, kunt Gij mij reinigen.’
Door medelijden bewogen stak Hij de hand uit en raakte hem aan en sprak tot hem: ‘Ik wil, word rein.’
Terstond verdween de melaatsheid en was hij gereinigd.
Terwijl Hij hem wegstuurde, vermaande Hij op strenge toon:
‘Zorg ervoor dat ge aan niemand iets zegt, maar ga u laten zien aan de priester
en offer voor uw reiniging wat Mozes heeft voorgeschreven, om ze het bewijs te leveren.’
Eenmaal vertrokken begon de man zijn verhaal overal in het openbaar te vertellen
en ruchtbaar­heid aan de zaak te geven, met het gevolg,
dat Jezus niet meer openlijk in de stad kon komen, maar buiten op eenzame plaatsen verbleef.
Toch kwamen de mensen van alle kanten naar Hem toe.

Woord van de Heer.

Willen en kunnen.

“Willen” en “kunnen” zijn twee werkwoorden waartussen een enorme afstand bestaat, in situaties zoals die van deze melaatse. Maar voor de Heer gaan de twee altijd samen, want wat hij wil doen kan hij altijd doen, en wat hij kan doen wil hij altijd doen.
In ons geval daarentegen, in zaken van liefde en genezing, willen we veel maar kunnen we niets. En op andere momenten kunnen we veel en willen we toch niets.
Er zijn dus veel momenten waarop ik meer van mijn echtgenoot kan houden en ik niet meer van hem wil houden. Ik wil het niet omdat ik moe ben, of omdat ik hem of haar zat ben, of omdat ik denk dat hij of zij het niet verdient, of omdat ik gekwetst ben door iets wat hij of zij mij heeft aangedaan, of ik wil het niet omdat ik denk dat hij of zij niet van mij houdt.
Vandaag draait Jezus de zin naar me terug en stelt hij me voor aan mijn echtgenoot die gewond is door de zonde (ik sluit mijn ogen en overdenk hem in mijn hart). Na een paar ogenblikken naar hem gekeken te hebben, zegt Jezus tegen me: Als je wilt, kun je meer van hem of haar houden. Eens kijken of ik net als Hij reageer en zeg: Ik wil!

 

Toegepast op getrouwd leven:

Fran: Als je wilt, kun je me vergeven.
Patri: Ik ben erg gekwetst door jou en ik wil je niet vergeven.
Fran: Kan ik op zijn minst een knuffel krijgen?
Patri: Ik wil je geen knuffel geven, want die verdien je niet.
(De volgende dag gaat Patri biechten en de priester geeft haar geen absolutie. Als ze thuiskomt…)
Patri: Echtgenote, ik ben thuis. Kun je komen?
Fran: Ik kom!
Patri: Ik wilde je vergeven voor gisteren. De Heer heeft me vandaag een lesje geleerd, want de priester kon me geen absolutie geven voor mijn zonden omdat ik je niet wilde vergeven.
Fran: Oh, Patri… Dank je dat je me vergeven hebt.
Patri: Vergeef je me?
Fran: Nou, nu wil ik je niet vergeven… Nee, vrouw! Het is een grap. Natuurlijk wil ik dat. Kom in mijn armen!

Moeder,

Hoeveel dingen wil de Heer door ons doen en doet het niet uit respect voor onze vrijheid, al die keren dat we wel kunnen maar niet willen. Vandaag zeggen we tegen u: Wij zijn uw dienaren, Heer! U zij geprezen.