Een motor zijn. Commentaar voor echtparen: Matteüs 7, 1-5

Evangelie van de dag

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Matteüs 7, 1-5

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt.
Want met het oordeel dat gij velt, zult gij geoordeeld worden en de maat die gij gebruikt, zal men ook voor u gebruiken.
Waarom kijkt gij naar de splinter in het oog van uw broeder en merkt gij de balk niet op in uw eigen oog?
Of hoe kunt ge tot uw broeder zeggen: laat mij de splinter uit uw oog halen, en zie, in uw eigen oog zit de balk nog!
Hui­chelaar, haal eerst die balk uit uw eigen oog, en dan zult ge scherp genoeg zien om de splinter te kunnen verwijderen uit het oog van uw broeder.
Woord van de Heer.

Een motor zijn.

We zijn geroepen elkaar lief te hebben met dezelfde liefde als God ons liefheeft, met dezelfde naastenliefde als God ons aanvaardt en zo elkaar te gaan liefhebben met authentieke echtelijke naastenliefde.
Hoe gemakkelijk maken we onszelf niet tot heersers over elkaar, we oordelen en beschuldigen elkaar van wat we goed of fout doen, we willen boven de ander staan en in alles gelijk hebben. Maar de Heer vertelt ons dat we de genade van ons sacrament hebben om het om te draaien en te leren naar elkaar te kijken met de blik waarmee Hij naar ons kijkt en ons dagelijks uitnodigt in ons huwelijk. We moeten de splinter veranderen in balk en de balk in kruis. Alleen de Heer kan van iets slechts iets beters maken. Als ik de splinter in het oog van mijn echtgenoot zie, besef ik de balk in mijn eigen oog en zo leer ik om mezelf klein te maken voor de ander en hem te helpen om in alles beter te worden in het licht van de Heer. Laten we de Heilige Geest vragen om de genade om onze echtgenoot alleen te beoordelen om beter te worden, zodat het falen van de ander ons mag helpen om ons kruis op te nemen, onze zonde te leren zien door de zonde van de ander en hem zo intenser te verwelkomen en lief te hebben.
Mogen wij in onze echtgenoot de unieke en onherhaalbare persoon ontdekken, die mij gelijkvormig maakt als complementair, in zijn oneindige waarde en zo wederzijdse zelfgave in volheid oefenen en zoeken, voor Christus en in Christus, de volmaaktheid van liefde openbarend in echtelijke liefde.

Toegepast op het getrouwde leven::

Maria: Rafa, je hebt zoals gewoonlijk je ontbijtkoffie niet opgehaald en weer heb ik achter je moeten opruimen.
Rafa: Vergeef me Maria, het ontging me volledig, ik was meer bezorgd dat de kinderen de kamer netjes achterlieten zodat jij er niet voor hoefde te zorgen.
Maria: Daar ga je weer, je hebt altijd een excuus. Je weet dat ik de rommel in de keuken niet aankan en je verzint altijd wel iets om je te verontschuldigen.
Rafa: Het spijt me, ik ben niet perfect en jij ziet alleen wat jou interesseert. Soms maakt het niet uit hoeveel ik doe, het is nooit genoeg.
(Later, tijdens hun tijd van echtelijk gebed)
Rafa: Dank U Heer voor hoe opgeruimd Maria is, U weet wat een puinhoop ik ben en soms zonder het te beseffen kom ik er niet en met mijn verstrooidheid laat ik Maria lijden. Vergeef me Heer dat ik zo afwezig ben en excuses maak in plaats van mijn fouten te erkennen.

Maria: Dank U Heer voor Rafa en voor zijn verstrooidheid, eens te meer een gevolg van mijn bezorgdheid over mijn overdreven opgeruimdheid. Dank U dat hij moeite doet en aan me denkt, hij heeft de kinderen geholpen om de kamer op te ruimen, die ze perfect, nou ja, bijna perfect, hebben achtergelaten. Vergeef me Heer, dat ik niet weet hoe ik mijn gaven ten dienste van mijn echtgenoot moet stellen en het in zijn gezicht moet gooien, vandaag heb ik opnieuw de splinter in zijn oog gezien door mijn overdaad aan orde en de  balk van trots in mijn oog heeft me niet de moeite laten zien die hij elke dag doet om mijn geschenk te accepteren.
Rafa: U ziet Heer hoe ze een geweldige echtgenote is, dank U voor haar liefde en voor het geduld dat ze met me heeft.
Maria: Dank U Heer voor deze ongelooflijke echtgenoot en voor alle inspanningen die U voor mij doet.

Moeder,

Moge mijn hart zijn als dat van uw Zoon, zachtmoedig en nederig, zodat ik mijn echtgenoot niet veroordeel, maar dat mijn blik helder en barmhartig is, zodat ik hem met uw ogen kan zien. Lof zij God.

Snelweg naar de hemel. Commentaar voor echtparen Lucas 9, 11b-17

Evangelie van de dag.

Lezing uit het Evangelie volgens Lucas 9, 11b-17

In die tijd sprak Jezus tot de menigte over het Rijk Gods; en wie genezing nodig hadden, genas Hij.
Toen de dag ten einde begon te lopen, kwamen de twaalf naar Hem toe en zeiden: ‘Stuur de mensen weg, 
dan kunnen ze naar de dorpen en gehuchten in de omtrek gaan om daar onderdak en voedsel te vinden, want hier zijn we op een eenzame plek.’
Maar Hij antwoordde: ‘Geeft gij hun maar te eten.’ ‘Wij hebben niet meer dan vijf broden 
en twee vissen,’ zeiden ze; ‘of wijzelf zouden voor al dat volk eten moeten gaan kopen.’
Er waren naar schatting wel vijfduizend mannen. Hij gelastte nu zijn leerlingen: ‘Laat ze gaan zitten in groepen van ongeveer vijftig.’
Dat deden ze en ze lieten allen plaatsnemen.
Daarop nam Hij de vijf broden en de twee vissen, sloeg de ogen ten hemel, sprak er de zegen over uit, 
brak ze en gaf ze aan zijn leerlingen om ze aan de menigte voor te zetten.
Allen aten tot ze verzadigd waren en wat zij overhielden haalde men op, twaalf korven met brokken.
Woord van de Heer.

Snelweg naar de hemel.

Vandaag vieren we het Plechtige Hoogfeest van Corpus Christi, een groot Mysterie van Liefde! Een feest om de echte aanwezigheid van Jezus in het Allerheiligste Sacrament te eren. Een hele God die uit liefde bij ons wil blijven. Jezus is hier, nu, en wacht met open armen op ons in het tabernakel. Geprezen zij Jezus in het Heilig Sacrament van het altaar!
In het wonder van het evangelie van vandaag vermenigvuldigt de Heer het voedsel om de honger van alle aanwezigen te stillen. Een wonder dat een voorproefje lijkt te zijn van wat Hij later met zijn eigen lichaam zal doen. Maar om dit wonder te kunnen doen wil hij rekenen op de medewerking van mensen. En hoewel wat hij vraagt onredelijk lijkt, opent de gehoorzaamheid van de discipelen de deur naar het wonder.
Heer, vandaag komen we voor u zoals die leerlingen: met harten vol liefde, maar ook met vermoeidheid en twijfels. Soms hebben we het gevoel dat we niet genoeg hebben om onszelf te blijven geven. Maar U kijkt ons met liefde aan en zegt tegen ons:
“Geeft hen iets te eten”.
Hier brengen we onze vijf broden en twee vissen: de kleine gebaren van liefde die we elke dag proberen, onze trouw in ons dagelijks leven, onze strijd om onszelf te vergeven en opnieuw te beginnen. Neem ze, Heer. Zegen ze, vermenigvuldig ze en verander ze in voedsel dat onze liefde versterkt.

Toegepast op het getrouwde leven::

Cristina: Luis, ik heb me gerealiseerd dat zodra ik afgeleid raak, ik aan mezelf denk of aan mijn eigen dingen, dat ik geen geduld heb, dat ik me meteen richt op wat je wel of niet doet… dat als je me corrigeert mijn trots afgaat en ik me meteen verdedig… realiseer je je wat een beperkte liefde ik heb?
Luis: Voor mij is het net zo. We moeten naar de bron van Liefde gaan, naar Jezus de Eucharistie, om ons met Hem te vullen en ons te voeden met Zijn Lichaam, want zonder Hem kunnen we niets doen, zonder Hem is onze liefde uitgeput…
Cristina: Waren we ons er maar van bewust wat een voorrecht het is om communie te ontvangen… om God zelf te ontvangen! Elke keer dat we naar Hem toegaan in de Eucharistie, ontvangen we voeding om elkaar te blijven liefhebben met vrijgevigheid, met geduld, met tederheid, met nederigheid…
Luis: Dat klopt, als je beseft dat de dagelijkse Eucharistie ons transformeert, zoals de zalige Carlo Acutis zei, is het onze snelweg naar de hemel. Denk je dat we ook onze tijd van aanbidding samen moeten doorbrengen?

Moeder,

Dankzij U is het Woord vlees geworden en vandaag mag ik Hem ontvangen in de Eucharistie. Leer ons Hem te ontvangen met zuiverheid en Hem te aanbidden met nederigheid en toewijding. Lof zij het Heilig Sacrament.


Laat je verzorgen. Commentaar voor echtparen: Matteüs 6, 24-34

Evangelie van de dag

Een lezing uit het Heilig Evangelie volgens Matteüs 6, 24-34

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Niemand kan twee heren dienen: hij zal de een haten en de ander liefhebben, ofwel de een aanhan­gen en de ander verachten. Gij kunt niet God dienen en de mammon.
Daarom zeg Ik u: Weest niet bezorgd voor uw leven, wat ge zult eten en wat ge zult drinken, en ook niet voor uw lichaam, wat ge zult aantrekken. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam niet meer dan de kleding?
Let eens op de vogels in de lucht: ze zaaien niet en maaien niet en verzamelen niet in schuren, maar uw hemelse Vader voedt ze. Zijdt gij dan niet veel meer dan zij?
Trouwens, wie van u is in staat met al zijn tobben aan zijn levensweg een el toe te voegen?
En wat maakt gij u zorgen over kleding? Kijkt naar de lelien in het veld: hoe ze groeien. Ze arbeiden noch spinnen.
Toch zeg Ik u: Zelfs Salomo in al zijn pracht was niet gekleed als een van hen.
Als God nu het veldgewas dat er vandaag nog staat en morgen in de oven wordt geworpen, zo kleedt, hoeveel te meer dan u, kleinge­lovigen?
Maakt u dus geen zorgen over de vraag: wat zullen wij eten of wat zullen wij drinken?
Want dat alles jagen de heidenen na. Uw hemelse Vader weet wel dat gij al deze dingen nodig hebt.
Maar zoekt eerst het Koninkrijk en zijn gerech­tigheid: dan zal dat alles u erbij gegeven worden.
Maakt u dus niet bezorgd voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt voor zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen leed.
Woord van de Heer.

Laat je verzorgen.

Met oneindige tederheid spreek Je tot ons over de zorg van de Vader: hoe Hij de vogeltjes in de lucht voedt. En Jij vraagt ons: als Hij voor hen zorgt, hoe kan Hij dan niet voor ons zorgen, die oneindig veel meer waard zijn?
Toch leven we alsof we wezen zijn. We putten onszelf uit, van binnen en van buiten, in het veiligstellen van materiële goederen waarin we ons vertrouwen, onze veiligheid en onze hoop stellen. We willen alles onder controle hebben en daarom laten we God, noch God noch Vader zijn. Hij wil voor ons zorgen, ons voeden, ons kleden en ons in alles voorzien.
Mijn Jezus, je Hart brandt om ons naar de Waarheid te leiden en om ons te bevrijden van de misleidingen van de duivel, waarin we zo vaak zijn gevallen. We denken dat we alleen zijn, verlaten in de wereld, alsof alles alleen van ons afhangt. We denken: “Als ik niet voor mezelf zorg, wie dan wel? En zo vergeten we dat we kinderen zijn, geroepen om te leven met het volste vertrouwen in onze Hemelse Vader, die ons nooit verlaat.

Toegepast op het getrouwde leven::

Rocío: Juanfran! Eten!
Juanfran (vanuit zijn kantoor). Ik maak dit even af en kom dan naar boven.
Rocío: (na 10 minuten) Juanfran!
Juanfran: (komt de keuken binnen) Rocío, ik was de boekhouding aan het doen en ik denk niet dat we het deze maand gaan redden, ik ben een beetje overweldigd.
Rocío: Ik hou ervan hoe je voor de familie zorgt en hoe verantwoordelijk je bent, hoe je alles voor ons geeft. Kom, we gaan eten en dan bidden we, je zult zien hoe de Heer je zijn vrede geeft.
(Na het eten in echtelijk gebed)
Juanfran: Ongelofelijk, Rocío, het lijkt wel of het evangelie van vandaag voor ons geschreven is. Indrukwekkend! Wat een vrede heeft het me gegeven om te zien dat de Heer voor ons zorgt en ons voedt, ons kleedt en ons te drinken geeft. Wat een ongelooflijke Vader hebben we!
Rocío: Natuurlijk Juanfran, de Heer heeft ons altijd al eten, drinken en kleding gegeven. Hij heeft ons nooit in de steek gelaten en als we in nood waren, weet je nog, dan waren we meer verenigd dan ooit. Trouwens het allerbelangrijkste wat we moeten hebben, hebben we al. 
Juanfran: De waarheid is ja, Rocío. Je weet dat ik veel gegroeid ben sinds we in het Project zitten… maar deze maand weet ik niet wat me overkomt. Heer, ik ben nergens bang voor, U zorgt voor ons, U onderhoudt ons.
Rocío: Kom op, mijn lieveling, wat ben ik trots op je!
Juanfran: Heer, u diende alleen uw Vader door zijn wil te doen. U had geen zadeltas of geld. Nederig. Eenvoudig. En U bent God. Ik geef U mijn werk en doe ermee wat U wilt.
Rocío: Dank U, Heer, dat U mij zo’n mooie echtgenoot van binnen en van buiten hebt gegeven.

Moeder,

Mogen we nooit geld dienen en altijd God dienen. Mogen we ons altijd met vertrouwen in Zijn Handen overgeven. Bescherm ons tegen hebzucht. O gezegende Moeder, stort genaden over ons uit! Prijs de Heer.


“Waar is je schat?”. Commentaar voor echtparen: Matteüs 6, 19-23

Evangelie van de dag.

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Matteüs 6, 19-23

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Verzamelt u geen schatten op aarde, waar ze door mot en worm vergaan en waar dieven inbreken om te stelen;
maar verzamelt u schatten in de hemel, waar ze niet door mot of worm vergaan en waar dieven niet inbreken om te stelen.
Waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.
De lamp van het lichaam is het oog. Wanneer dus uw oog helder is, zal heel uw lichaam verlicht zijn.
Is echter uw oog slecht, dan is heel uw lichaam duister. Indien dus zelfs uw innerlijk licht duister is, hoe erg zal dan de duisternis zijn!
Woord van de Heer.

“Waar is je schat?

Wat we het meest waarderen is waar we ons hart leggen en al onze inspanningen op richten om het te bereiken en te behouden. De wereld biedt schatten die zodra we ze bereiken tot stof vergaan en we op zoek moeten naar andere, ze zijn als neonlichten, de glitter van rijkdom, de lege en verlopen vreugde die nauwelijks een paar uur duurt, het welzijn dat niet de Vrede geeft die ons hart zoekt. En zo wordt het leven een leven zonder richting en zonder bestemming.
Maar U, Heer, laat ons zien waar het enige is dat ons hart vervult: Uw hart.
De weg naar die schat ligt in mijn huwelijk, de schatkist die U vult met parels elke keer dat ik afstand doe van mijn criteria en met vreugde accepteer wat mijn echtgenote me vertelt, zelfs als dat het tegenovergestelde is van wat ik denk. Van robijnen met elk offer dat ik breng voor mijn echtgenoot. En uiteindelijk ontdek ik dat de grootste schat is om in Uw Hart te zijn.
Help ons dus om niet van Uw Hart gescheiden te zijn, dat we altijd alert zijn zodat we deze grote schat niet kwijtraken. We willen niet dat ons hart ergens anders is, om in U te zijn en U in ons.

Toegepast op het getrouwde leven:

Jan: Alicia, biddend heeft de Heer mij de waarde laten zien van al die jaren van toewijding en opofferingen die je met mij hebt gehad. Al die jaren van lijden in stilte en tegen de Heer zeggen dat het heel zwaar was om alles te moeten dragen, het huis, de kinderen en het ergste van alles, mijn afwezigheid vanwege werk, maar dat je alles gaf uit Liefde voor Hem en voor mij.
Alicia: Ja, dat waren moeilijke jaren waarin ik me soms alleen voelde, alles dragend. Maar wat heeft de Heer je laten zien in gebed?
Jan: Nou, zie je, de Heer liet me een enorme kist zien en die zat vol met kleine juwelen die, toen ik ernaar keek, in mijn gedachten kwamen
bij de keren dat ik je al die offers zag brengen en hoe je altijd naar de Heer keek. Toen zag ik hoe jouw hart, in de vorm van een kostbaar juweel, was verenigd met het Hart van Jezus, dat kostbaar was zoals ik het nog nooit had gezien. Ik was verbaasd en verliefd op Hem. Toen begreep ik dat jouw hart in het hart van de Heer is, want je hebt alles uit Liefde voor Hem en voor mij gedaan. Dank je echtgenote dat je van me houdt op een manier die alleen Hij je kon leren. Dank u Heer voor het plaatsen van deze kostbaarheid aan mijn zijde.
Alicia: Dank de Heer die mij al deze gelegenheden heeft gegeven om te groeien in Zijn liefde en die mij heeft geholpen om Zijn Hart te ontdekken via jou, echtgenoot, om meer verliefd op jou te worden en zo meer verliefd op Hem te worden,
het ontdekken van deze schat die Hij voor mij, voor ons had voorbereid: Zijn Hart.

Moeder,

Laat ons niet afkeren van Uw Zoon, behoed ons voor de gevaren van verzoeking en leid ons altijd aan Uw hand naar Hem toe. Dank U, Moeder!

De weg van het huwelijk. Commentaar voor echtparen: Matteüs 6, 7-15

Evangelie van de dag

Een lezing uit het Heilig Evangelie volgens Matteüs 6, 7-15

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Als gij bidt, gebruik dan geen omhaal van woorden, zoals de heidenen, 
want deze menen dat zij door hun veelheid van woorden verhoring zullen vinden.
Volgt hun voorbeeld dus niet na, want voordat gij Hem vraagt, weet uw Vader wat gij nodig hebt.
Gij moet daarom zo bidden: Onze Vader die in de hemel zijt, Uw Naam worde geheiligd;
Uw Rijk kome, Uw wil geschiede Op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood.
En vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven hebben aan onze schuldenaren.
En leid ons niet in bekoring, maar behoed ons voor het kwaad.
Want als gij aan de mensen hun fouten vergeeft, zal uw hemelse Vader ook u vergeven;
maar als gij niet vergeeft aan de mensen, zal ook uw hemelse Vader uw fouten niet vergeven.
Woord van de Heer.

De weg van het huwelijk.

Het is het gebed dat Christus aan zijn echtgenote, de Kerk, heeft nagelaten, dus het heeft alles met het huwelijk te maken. Het leert ons te erkennen dat God het centrum is van ons huwelijks- en gezinsleven. Het leert ons ook om Zijn wil te zoeken en niet de onze. Het leert ons om elke dag voeding te geven en te vragen, vooral voeding van de ziel om liefde te geven. Het leert ons ook om vergeving te vragen en elkaar als echtgenoten te vergeven. En het leert ons om er samen naar te streven niet in verleidingen te vallen die onze gemeenschap verbreken.

Toegepast op het getrouwde leven::

Stela: Edwin, hoe kon je moeder gisteren ten overstaan van iedereen zeggen dat ik niets draag als ze ons uitnodigt voor de lunch? Terwijl je weet dat het niet waar is. Ik vergeef het haar niet.
Edwin: Ik begrijp dat je je slecht voelt. Soms, als jij me dingen niet meer kan vertellen zoals je vroeger deed, zorgt jaloezie ervoor dat ze boos wordt.
Stela: Dus je kiest haar kant?
Edwin: Nee, Stela. Ik wil altijd bij je zijn. Maar haar niet vergeven zal je niet helpen. Toon je vergeving aan mijn moeder en God zal je belonen met zijn vergeving voor jou. Dat zal mijn moeder veranderen.
Stela: Dank U Heer voor het geven van deze passende hulp. Zonder die hulp zou ik nooit tot U komen.

Moeder,

Dank U dat U ons leert te handelen vanuit barmhartigheid en vergeving zoals U leefde met hen die Uw Zoon veroordeelden. Lof zij U voor altijd.