Evangelie van de dag
Een lezing uit het Heilige Evangelie volgens Johannes 16, 20-23a
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u:
gij zult wenen en weeklagen, terwijl de wereld zich zal verheugen.
Gij zult bedroefd zijn, maar uw droefenis zal in vreugde verkeren.
Wanneer de vrouw gaat baren is zij bedroefd omdat haar uur gekomen is;
maar wanneer zij het kindje ter wereld heeft gebracht, denkt zij niet meer aan de pijn,
van blijdschap dat er een mens ter wereld is gekomen.
Zo zijt ook gij nu wel bedroefd, maar wanneer Ik u zal weerzien,
zal uw hart zich verheugen en uw vreugde zal niemand u kunnen ontnemen.
Op die dag zult gij Mij over niets ondervragen.
gij zult wenen en weeklagen, terwijl de wereld zich zal verheugen.
Gij zult bedroefd zijn, maar uw droefenis zal in vreugde verkeren.
Wanneer de vrouw gaat baren is zij bedroefd omdat haar uur gekomen is;
maar wanneer zij het kindje ter wereld heeft gebracht, denkt zij niet meer aan de pijn,
van blijdschap dat er een mens ter wereld is gekomen.
Zo zijt ook gij nu wel bedroefd, maar wanneer Ik u zal weerzien,
zal uw hart zich verheugen en uw vreugde zal niemand u kunnen ontnemen.
Op die dag zult gij Mij over niets ondervragen.
Woord van de Heer.
Genade om ze te dragen.
Heer, ik heb u zien komen in die tweede en laatste komst. Dan zullen onze harten zich verheugen en zal niemand onze vreugde wegnemen. Maar is het nodig dat die tijd komt zodat niemand mijn vreugde kan wegnemen? Als dat zo is, dan zou dat zijn omdat ik zou twijfelen of U wel zult komen aan het einde der tijden. Als ik zeker ben, waarom moet dat uur dan komen? Ik ben al blij, Heer, en niemand kan mijn vreugde van me afnemen.
Toegepast op het getrouwde leven:
Martha: Waarom ben je zo afhankelijk van mij om vreugdevol te zijn? Als het goed met me gaat, is dat geweldig, maar als het niet goed met me gaat, val je naar beneden en help je helemaal niet.
Pedro: Ik zou zeggen dat als het goed met jou gaat, het goed met mij gaat, maar de waarheid is dat, diep van binnen, als het niet goed met jou gaat, het vervelend voor mij is om het niet goed te hebben. Dus ja, ik ben het met je eens. Ik zou moeten kijken naar wat de bedoeling is, niet naar wat we op dit moment zijn.
Marta: Het zou me eigenlijk heel erg helpen. Maar ik begrijp dat ik het je vaak niet gemakkelijk maak.
Peter: Met de liefde van Christus in ons midden heb ik de genade om door die situaties heen te komen. Ik vertrouw erop dat Hij me de volgende keer zal helpen. Ik zal niet meer aan mezelf denken en me richten op Zijn liefde die sterker is dan de dood.
Martha: Dank je wel, echtgenoot. God zegene je.
Moeder,
We hebben geloof genoeg om altijd blij te zijn. Mogen beproevingen onze vreugde niet wegnemen. Lof zij de Heer die is opgestaan.
Heer, ik heb u zien komen in die tweede en laatste komst. Dan zullen onze harten zich verheugen en zal niemand onze vreugde wegnemen. Maar is het nodig dat die tijd komt zodat niemand mijn vreugde kan wegnemen? Als dat zo is, dan zou dat zijn omdat ik zou twijfelen of U wel zult komen aan het einde der tijden. Als ik zeker ben, waarom moet dat uur dan komen? Ik ben al blij, Heer, en niemand kan mijn vreugde van me afnemen.
Toegepast op het getrouwde leven:
Martha: Waarom ben je zo afhankelijk van mij om vreugdevol te zijn? Als het goed met me gaat, is dat geweldig, maar als het niet goed met me gaat, val je naar beneden en help je helemaal niet.
Pedro: Ik zou zeggen dat als het goed met jou gaat, het goed met mij gaat, maar de waarheid is dat, diep van binnen, als het niet goed met jou gaat, het vervelend voor mij is om het niet goed te hebben. Dus ja, ik ben het met je eens. Ik zou moeten kijken naar wat de bedoeling is, niet naar wat we op dit moment zijn.
Marta: Het zou me eigenlijk heel erg helpen. Maar ik begrijp dat ik het je vaak niet gemakkelijk maak.
Peter: Met de liefde van Christus in ons midden heb ik de genade om door die situaties heen te komen. Ik vertrouw erop dat Hij me de volgende keer zal helpen. Ik zal niet meer aan mezelf denken en me richten op Zijn liefde die sterker is dan de dood.
Martha: Dank je wel, echtgenoot. God zegene je.
Moeder,
We hebben geloof genoeg om altijd blij te zijn. Mogen beproevingen onze vreugde niet wegnemen. Lof zij de Heer die is opgestaan.