Evangelie van de dag
Een lezing uit het Heilige Evangelie volgens Johannes 6, 1-15
Een grote menigte volgde Hem, omdat zij de tekenen zagen die Hij aan de zieken deed.
Jezus ging de berg op en zette zich daar met zijn leerlingen neer.
Het was kort voor Pasen, het feest van de Joden.
Toen Jezus zijn ogen opsloeg en zag dat er een grote menigte naar Hem toekwam, vroeg Hij aan Filippus: ‘Hoe moeten wij brood kopen om deze mensen te laten eten?’
‑ Dit zeide Hij om hem op de proef te stellen, want zelf wist Hij wel wat Hij ging doen. ‑
Filippus antwoordde Hem: ‘Wil ieder ook maar een klein stukje krijgen, dan is voor tweehonderd denarien brood nog te weinig.’
Een van zijn leerlingen, Andreas, de broer van Simon Petrus, merkte op:
‘Er is hier wel een jongen met vijf gerstebroden en twee vissen, maar wat betekent dat voor zo’n aantal?’
Jezus echter zei: ‘Laat de mensen gaan zitten.’ Er was daar namelijk veel gras. Zij gingen dan zitten; het aantal mannen bedroeg ongeveer vijfduizend.
Toen nam Jezus de broden en na het dankgebed gesproken te hebben, liet Hij ze uitdelen onder de mensen die daar zaten, alsmede de vissen, zoveel men maar wilde.
Toen ze verzadigd waren zei Hij tot zijn leerlingen: ‘Haalt nu de overgebleven brokken op om niets verloren te laten gaan.’
Zij haalden ze op en vulden van de vijf gerstebroden twaalf manden met brokken, welke door de mensen na het eten overgelaten waren.
Toen de mensen het teken zagen dat Hij gedaan had, zeiden ze: ‘Dit is stellig de profeet die in de wereld moet komen.’
Daar Jezus begreep, dat zij zich van Hem meester wilden maken om Hem mee te voeren en tot koning uit te roepen, trok Hij zich weer in het gebergte terug, geheel alleen.
Zoals de mens in het begin de oorspronkelijke test onderging om te ontdekken wie hij als persoon is, zo moeten wij nu de test van het geloof ondergaan, totdat we werkelijk ontdekken dat we kinderen in de Zoon zijn, dat God onze Vader is en dat Hij zich als zodanig gedraagt. We moeten het punt bereiken waarop we met vertrouwen in Hem kunnen leven om uit de Geest geboren te worden.
Toegepast op het getrouwde leven:
Carlos: Ik herinner me nog die dag dat ik vol overtuiging tegen mezelf zei: Ons huwelijk heeft geen oplossing! En het was waar. Menselijk gesproken had het geen oplossing. Maar Maria greep in en trok ons uit die bodemloze put.
Marta: God heeft ons uit zoveel situaties gehaald dat ik niet begrijp dat er nog momenten zijn waarop we kunnen twijfelen.
Carlos: Nou, ja. Nadat Hij ons uit verslavingen heeft gehaald, uit zoveel gehechtheden, uit zoveel stoornissen, uit zoveel arrogantie … Het is opdat we niet opnieuw zouden twijfelen.
Martha: Jezus, ik vertrouw op jou.
Carlos: Jezus, ik vertrouw op jou.
Moeder,
Ik heb geloof, maar vergroot mijn geloof. Prijs de Heer.