Dagelijks archief: 3 mei, 2025

Het beste van de wil. Commentaar voor Huwelijken: Johannes 14, 6-14

Evangelie van de dag

Een lezing uit het Heilige Evangelie volgens Johannes 14, 6-14

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader tenzij door Mij.
Als gij Mij zoudt kennen, zoudt gij ook mijn Vader kennen. Nu reeds kent gij Hem en ziet gij Hem.’
Hierop zei Filippus: ‘Heer, toon ons de Vader; dat is ons genoeg.’
En Jezus weer: ‘Ik ben al zo lang bij u en gij kent Mij nog niet, Filippus? Wie Mij ziet, ziet de Vader. Hoe kunt ge dan zeggen: Toon ons de Vader?
Gelooft ge niet dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden die Ik u zeg, spreek Ik niet uit Mijzelf, maar het is de Vader die, blijvend in Mij, zijn werk verricht.
Gelooft Mij: Ik ben in de Vader en de Vader is in Mij. Of gelooft het anders omwille van de werken.
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie in Mij gelooft, zal ook zelf de werken doen die Ik doe. Ja, grotere dan die zal hij doen, omdat Ik naar de Vader ga.
En wat gij ook zult vragen in mijn Naam, Ik zal het doen, opdat de Vader moge verheerlijkt worden in de Zoon.
Als gij Mij iets zult vragen in mijn Naam, zal Ik het doen.
Woord van de Heer.

Het beste van de wil.

Het blijft ons verbazen hoe de Vader in de Zoon is en de Zoon in de Vader. Het is een ware gemeenschap waarvan we veel kunnen leren. De Zoon vertegenwoordigt de Vader, dat wil zeggen, Hij geniet al Zijn vertrouwen.
De Vader spreekt door de mond van Zijn Zoon, dus de Zoon geeft niet Zijn eigen mening, maar wat de Vader zou willen zeggen,
en doet wat de Vader zou doen, precies zoals Hij het zou doen. Hier zou men kunnen vragen: Welnu, waar is mijn wil? Het beste aan de wil is niet om het voor jezelf te gebruiken, maar om te besluiten het over te geven. Zo kan er geen egoïsme zijn, geen luiheid, geen woede, geen hebzucht, geen lust, geen afgunst. Hij die zijn wil overgeeft aan de Wil van God, vergist zich nooit.

Toegepast op het getrouwde leven:

Paul: Carolina, ik heb een aantal woorden uit mijn woordenschat gewist.
Carolina: Welke zijn dat?
Paul: “Ik heb zin”, “Ik zou wel willen”, “Ik heb nodig”…
Carolina: Omdat…?
Paul: Ik heb me gerealiseerd dat ik liever doe wat jij, en vooral God, leuk vinden. Bovendien maak ik zo geen fouten door aan mezelf te denken. Dat is toch liefde?
Carolina: Dat is liefde, schat. Kom op, “ik heb zin”, “ik zou willen” en “ik moet” je een dikke kus te geven. Wat ben je mooi!

Moeder,

Vandaag bidden we het Onze Vader en we benadrukken vooral dat “Uw wil geschiede”. Ja, Moeder, we geven het over, we geven onze wil over. Wij zijn van U. Wat wilt U met mij doen?