Lezing uit het heilige Evangelie volgens Lucas
Toen talloze mensen met Jezus meetrokken, keerde Hij zich om en zei tot hen:
‘Als iemand naar Mij toekomt, die zijn vader en moeder, zijn vrouw en kinderen,
zijn broers en zusters, ja zelfs zijn eigen leven niet haat, kan hij mijn leerling niet zijn.
Als iemand zijn kruis niet draagt en Mij volgt, kan hij mijn leerling niet zijn.
Als iemand van u een toren wil bouwen, zal hij er dan niet eerst voor gaan zitten
om een begroting te maken, of hij wel genoeg bezit om hem te voltooien?
Anders zou het hem kunnen overkomen, als hij de fundering heeft gelegd en niet in staat is
het werk tot een einde te brengen, dat allen die het zien hem gaan bespotten
en zeggen: Die man begon te bouwen maar hij was niet in staat het einde te halen.
Of welke koning zal, als hij tegen een andere koning ten oorlog wil trekken, niet eerst overleggen
of hij sterk genoeg is om met tienduizend man het hoofd te bieden aan iemand die met twintigduizend man tegen hem optrekt?
Zo niet, dan stuurt hij, als de tegenstander nog ver weg is, een gezantschap en vraagt om de vredesvoorwaarden.
Zo kan niemand van u mijn leerling zijn, als hij zich niet losmaakt van al wat hij bezit.
Een discipel is degene die de Meester volgt om hetzelfde hart als Hem te hebben en dus te kunnen handelen als Hem, te leven als Hem, lief te hebben als Hem. We zijn gewond door de zonde en we weten niet hoe we moeten liefhebben. Zelfs als we het proberen, kunnen we het niet alleen. We moeten eerst vervuld worden met Gods liefde, om ons hart meer en meer op dat van Jezus te laten lijken. Dan zal ik in staat zijn om mijn echtgenoot lief te hebben, mijn vader, moeder, kinderen, broers en zussen, enz. Daarom zegt de Heer ons dat als we willen liefhebben zoals Hij, we Hem eerst moeten volgen, ons kruis dragend. Hij zal ons geven wat we nodig hebben om de strijd tegen de zonde te winnen.
Toegepast op het getrouwde leven:
(Carmen komt thuis en vindt weer eens alles slordig en onopgeruimd)
Carmen: Alweer ligt alles overhoop, iedereen doet vast zijn eigen ding in zijn eigen kamer… (Maar als ze op zoek gaat naar haar kinderen om ze uit te schelden, stopt ze en denkt: Ik denk niet dat dit het juiste moment is om deze oorlog te beginnen, ik ga mezelf in de handen van de Heer leggen. Dan gaat ze naar haar kamer om te bidden)
Carmen: Heer, ik ben moe van elke dag hetzelfde. Maar ik weet dat U aan mijn zijde staat. Ik ga op zoek naar een situatie waarin U me laat zien hoe ik moet handelen (dan opent ze de evangeliën en vindt de Passie passage waarin Jezus naar Petrus kijkt nadat hij Hem verloochend heeft. En denk eens na over hoe die blik zou zijn. Hoe Jezus’ blik is elke keer dat we hem verloochenen en ons laten meeslepen door onze passies…. Op dat moment komt Pepe binnen)
Pepe: Hoi Cari!
Carme: Hallo liefje! Weet je, ik voel me enorm gelukkig met jou als echtgenoot, met dit gezin en vooral omdat de Heer elke dag voor ons zorgt en me leert lief te hebben en me geliefd te voelen door Hem.
Pepe: Ik vind het heerlijk om thuis te komen! Sinds we de retraite gedaan hebben, is alles veranderd en ik kan Gods liefde in je ogen zien.
Carmen: Nou, het is een enorme genade die Hij ons gegeven heeft, dat we ontdekt hebben hoe Hij van ons houdt en zo proberen we lief te hebben zoals Hij, in alle situaties van ons leven.
Pepe: Alleen Hij kan dat mogelijk maken, laten we blijven vertrouwen, ik hou van je echtgenote.
Laat ons niet afdwalen van dit pad waartoe U ons geroepen hebt om ons te leren liefhebben. Glorie aan God!

