De “geestelijke cel”. Commentaar voor huwelijken: Lucas 11, 29-32

Aan deze generatie zal geen teken gegeven worden, behalve het teken van Jona.
Een lezing uit het Heilige Evangelie volgens Lucas 11, 29-32

In die tijd, toen het volk samenstroomde, begon Jezus te spreken: 
‘Dit geslacht is een verdorven geslacht; het verlangt een teken, 
maar geen ander teken zal het gegeven worden dan het teken van Jona.
Zoals namelijk Jona een teken werd voor de Ninevieten, 
zo zal ook de Mensen­zoon het zijn voor dit geslacht.
De koningin van het Zuiden zal bij het oordeel opstaan samen met de mensen van dit geslacht 
en hen veroordelen, want zij kwam van het uiteinde der aarde om te luisteren naar de wijsheid van Salomo; welnu hier is meer dan Salomo.
De mensen van Nineve zullen bij het oordeel opstaan samen met dit geslacht en het veroor­delen, 
want zij hebben zich bekeerd op de prediking van Jona: welnu, hier is meer dan Jona.

Woord van de Heer.

 

De “geestelijke cel”.

Kan er iets kwaadaardigs in mijn hart zijn? De waarheid is dat ik mijn kwaad op mijn echtgenoot projecteer en zo bijdraag aan de verdorvenheid van zijn/haar hart. Als ik over hem/haar oordeel, als ik naar het werk van de duivel in hem/haar kijk en niet naar dat van God, en ik berisp hem/haar door dat kwaad op hem/haar te projecteren, heb ik dan geen slecht hart? Als mijn echtgenoot mij beledigt, vraag ik, net als Jona, niet om genade voor hem/haar, maar om straf, zodat hij/zij zal leren, zodat hij/zij ontdekt wat voor kwaad hij/zij mij aandoet en zich onmiddellijk bekeert! Aan de andere kant is elk gebaar van berouw genoeg voor God om hem te overladen met al zijn barmhartigheid.
Onze Lieve Vrouw van Fatima zei: “Vlucht voor het kwaad, want dat is het werk van Satan. Kijk naar alles wat mooi en goed is, want dat is het werk van God”. We hebben vaak gedacht dat we graag een soort “geestelijke behuizing” zouden willen hebben waarin we, hoewel we door de wereld dwalen, altijd God in gedachten zouden hebben. De zusters van Bethlehem hebben een habijt met een kap en ze zeggen dat het is om de cel bij zich te dragen. De cel is de plaats waar ze bij de Heer zijn en door het dragen van de kap blijven ze bij Hem, zelfs als ze buiten hun cel zijn.
Welnu, vandaag kom ik tot de conclusie dat van de vele vensters die mijn “geestelijke cel” heeft, ik er maar één naar de wereld moet openen, en dat is het venster waardoor God vanuit mij naar alles en iedereen kijkt. Als ik dus vanuit Zijn blik naar de wereld en mijn man kijk, zal ik te allen tijde met Hem verenigd blijven en zal de barmhartigheid die ik bij mijn man mis, uit mij stromen.

Toegepast op het getrouwde leven:

Carmen: Vergeef me echtgenoot dat ik niet al het goede en mooie in je zie, dat ik mijn geloof dat God in je is heb gedood. Ik zie het kwade in jou en ik geloof niet meer in jou en in de genaden die God mij door jou wil geven. Mijn hart is slecht omdat het het kwaad dat ik in jou zie vastzet en bewaart. Ik bewaar je overtredingen in mijn herinneringen en haal ze terug, terwijl ik voel dat je mij en mijn liefde onwaardig bent. Ik nestel me in mijn verdriet om van mezelf de hoofdpersoon van ons verhaal te maken, waarbij ik God en zijn barmhartigheid opzij schuif. En zo projecteer ik mijn kwaad op jou, waardoor ik je laat zinken en ontmoedig. Heer, geef me een nederig hart zoals dat van U, dat wanneer U een klein beetje goed in een hart ziet, U het vergroot om het leven te geven, omdat U allereerst de zonde vergeet en de zondaar redt. Help me om alles wat mooi en goed is in mijn man te zien. Alleen dat.

Moeder,

Geef me om met U te leven in mijn geestelijke cel, zodat ik altijd bij U en bij God kan zijn, waar ik ook ben. Houd me stevig vast en laat me niet van uw zijde wijken. Amen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *