Evangelie van de dag
Een lezing uit het Heilige Evangelie volgens Lucas 4, 24-30
En het is waar wat Ik u zeg: in de tijd van Elia immers, toen de hemel drie jaar en zes maanden gesloten bleef
en een grote hongersnood uitbrak over het hele land, waren er veel weduwen in Israel;
toch werd Elia tot niemand van hen gezonden, behalve tot een weduwe in Sarepta in het gebied van Sidon.
En in de tijd van de profeet Elisa waren er vele melaatsen in Israel;
toch werd niemand van hen gereinigd, behalve de Syrier Naaman.’
Toen ze dit hoorden, werden allen die in de synagoge waren, woedend.
Ze sprongen overeind, joegen Hem de stad uit en dreven Hem voort tot aan de steile rand van de berg
waarop hun stad gebouwd was, om Hem daar in de afgrond te storten.
Maar Hij ging midden tussen hen door en vertrok.
Ze geloofden niet in Jezus, omdat hij te “aards” werd. Het lijkt erop dat we alleen geloof kunnen hebben in de bemiddeling van andere mensen als ze van ver komen of als ze in onze ogen heel heilig zijn. Wat wij als “normaal” zien, lijkt ons geen bemiddeling van het bovennatuurlijke. We vinden het moeilijk om God in het gewone te zien.
Maar de waarheid is dat mijn huwelijk heilig is, de waarheid is dat mijn echtgenoot een bedienaar van Gods genade voor mij is, de waarheid is dat mijn echtgenoot de adequate hulp is die God voor ons op zijn plaats heeft gezet om samen tot Hem te komen, en omdat ik fouten in hem/haar zie, en omdat ik zonde in hem/haar zie, ontvang ik hem/haar niet op die manier. Het gevolg is dat God geen wonderen kan doen als ik niet geloof in de bemiddeling die Hij in mij heeft geplaatst.
Ik moet het wel geloven, want God probeert vooral via mijn echtgenoot tot mij te spreken.
Paco: Lucia, ik begrijp niet waarom je niet met me wilt bidden. Er is ons verteld dat bidden in het huwelijk noodzakelijk is.
Lucía: Paco, ik zie dat je veel bidt, maar je leven is niet coherent met zoveel gebed. Ik ben een beetje moe van zoveel hypocrisie. Ik zie niet dat je gebed iets waard is, om je de waarheid te zeggen, en bovendien word ik een beetje ziek van je vergeestelijkte wereld die niet erg geïncarneerd is.
Paco: Neem me niet kwalijk, maar jij bent geen haar beter dan ik. Je hebt een sterk karakter, weinig geduld, je bent gespannen, je zit op het puntje van je stoel….
(Paco bidt en de Heer zegt tegen hem: Paco, waarom verzet je je tegen de boodschap die ik via je echtgenote aan je wil doorgeven? Het is waar dat je veel bidt, maar vervolgens doe je weinig moeite om haar gelukkig te maken. Behandel haar alsof ze Mij is, want zoals je haar behandelt, behandel je Mij. Paco hoorde de stem van de Heer door Lucia).
Paco: Lucia, kom bij me zitten. Je lijkt rusteloos, je bent niet op je gemak bij Mij. Ik zou graag willen weten waarom en hoe ik kan helpen.
Lucia: Paco, ik voel me eenzaam, verward… (En ze gaat verder met uitleggen…)
Paco: Ik begrijp je, Lucía. Je hebt het gevoel dat ik veel van je eis, ik eis perfectie van je en je moet voelen dat ik van je hou zoals je bent. Je moet ontspannen aan mijn zijde zijn zonder je zorgen te maken of ik je veroordeel… Het spijt me, Lucía. Ik wil dat je weet dat ik van je hou zoals je bent, ook met je tekortkomingen. Ik hou van je zoals je bent en dat ga ik je laten zien.
Lucia: Nu voel ik me sterk genoeg om te proberen met je te bidden. Wil je me helpen?
Koningin van het gezin, bid voor ons. Moeder van echtelijke liefde, bid voor ons.