Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas 21,5-19.
‘Wat ge daar ziet: er zal een tijd komen, dat er geen steen op de andere gelaten zal worden, alles zal verwoest worden.’
Ze vroegen Hem nu: ‘Meester, wanneer zal dat dan plaats vinden? En wat zal het teken zijn dat dit gaat gebeuren?’
Maar Hij zei: ‘Weest op uw hoede, dat gij niet in dwaling gebracht wordt. Want velen zullen optreden in mijn Naam en zeggen: Ik ben het, en: Het ogenblik is nabij. Loopt niet achter hen aan.
En wanneer gij hoort van oorlogen en onlusten, laat u dan niet uit het veld slaan. Dat alles moet wel eerst gebeuren, maar het einde volgt niet terstond.’
Toen sprak Hij tot hen: ‘Er zal strijd zijn van volk tegen volk en van koninkrijk tegen koninkrijk;
er zullen hevige aardbevingen zijn, en hongersnood en pest, nu hier en dan daar, schrikwekkende dingen en aan de hemel geweldige tekenen.
Maar nog voor dit alles geschiedt, zullen zij u vastgrijpen en vervolgen; zij zullen u overleveren aan de synagogen en gevangen zetten, u voor koningen en stadhouders voeren omwille van mijn Naam.
Het zal voor u uitlopen op een getuigenis.
Welnu, prent het u in, dat gij dan uw verdediging niet moet voorbereiden.
Want Ik zal u een taal en een wijsheid geven,
die geen van uw tegenstanders zal kunnen weerstaan of weerspreken.
Ge zult zelfs door ouders en broers, door bloedverwanten
en vrienden overgeleverd worden en sommigen van u zullen ze ter dood doen brengen.
Ge zult een voorwerp van haat zijn voor allen omwille van mijn Naam;
geen haar van uw hoofd zal verloren gaan.
Door standvastig te zijn zult ge uw leven winnen.
Het zaadje van het geloof is die goudmijn die de Heer ons allemaal geeft op de dag van onze doop. Een klein zaadje dat Hij in mijn ziel plant en dat nu mijn zorg nodig heeft totdat de Heer terugkomt en mij vraagt hoe ik het tot bloei heb gebracht. Hoe zorg ik voor mijn geloof? Voed ik het met gebed en sacramenten? Voed ik met spirituele vorming? Bestrijd ik de wereldse ‘plagen’? Laat ik het groeien of laat ik het sterven? Het zaadje kan niet in de lucht groeien, het heeft aarde nodig, en die aarde is ons concrete leven: ons huwelijk, ons gezin. Mijn geloof en mijn huwelijk zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, ik kan niet van God houden en niet van mijn echtgenoot (1 Johannes 4:20). Geloof en liefde werken op dezelfde manier, ze groeien alleen als ze worden verzorgd. “Wie heeft, zal krijgen, en wie niet heeft, zal zelfs wat hij heeft worden ontnomen.” Als we het zaadje van het geloof verzorgen, zal het groeien en zal ik meer genade van God ontvangen, meer liefde van God, en zal ook mijn huwelijk bloeien omdat de Heer steeds meer in ons hart zal wonen. Maar als ik het niet verzorg, zal ik het verliezen. Ik zal mijn geloof verliezen, ik zal de genade van God verliezen en ik kan uiteindelijk mijn huwelijk verpesten. Want zonder God sterven mijn ziel en mijn huwelijk.
Toegepast op het huwelijksleven:
Belén: Wat een goed advies hebben Antonio en Carmen ons gegeven! Weet je nog? Het is alweer jaren geleden, maar nu besef ik hoe wijs dat advies was.
Rafa: Help me even herinneren, ik weet niet meer wat je bedoelt…
Belén: Ja man, toen je tijdens die ontmoeting met hen zei dat je geen geloof had en zij zeiden dat je dat wel had, alleen dat je er misschien niet goed voor had gezorgd. Ze moedigden je aan om te gaan leven alsof je wel geloof had, zodat dat zaadje weer zou gaan groeien…
Rafa: En wat hadden ze gelijk… Ik herinner me dat ik begon te bidden zoals ik kon, te biechten, naar de mis te gaan zonder iets te begrijpen, en het gebeurde… Mijn geloof kwam weer tot bloei… En sindsdien groeit het elke dag…
Belén: Dat advies heeft mij ook geholpen. Ik zei dat ik geloof had, maar… in werkelijkheid betekende het niets in mijn leven, het was als een versiering, een traditioneel, theoretisch geloof… Zo ging het ons… parallelle levens onder hetzelfde dak…
Rafa: Wat goed is de Heer die ons te hulp schoot met dit “hemelse advies”.
Moeder,
Moge de Heer bij zijn terugkeer in ons hart een groot geloof en een geïncarneerde liefde aantreffen. Help ons, lieve moeder, gezegend en geprezen zijt gij!

