Lezing uit het heilige evangelie volgens Lucas
In de dagen van Herodes, koning van Judea, leefde er een priester Zacharias geheten, die behoorde tot de klasse van Abia. Hij had een vrouw uit de dochters van Aäron en haar naam was Elisabet.
Beiden waren rechtvaardig in Gods ogen en leefden onberispelijk volgens alle geboden en voorschriften van de Heer.
Zij hadden geen kinderen, want Elisabet was onvruchtbaar en beiden waren al op gevorderde leeftijd.
Toen Zacharias voor God mocht optreden omdat zijn klasse de beurt had, geschiedde het, dat hij,
zoals onder de priesters gebruikelijk was, door het lot werd aangewezen om de tempel des Heren binnen te gaan en het wierookoffer op te dragen.
Het gehele volk stond op het uur van het wierookoffer buiten te bidden.
Er verscheen hem een engel des Heren, staande aan de rechterkant van het wierookaltaar.
Toen Zacharias hem zag, ontstelde hij en werd door vrees bevangen.
Maar de engel sprak tot hem: ‘Vrees niet Zacharias, want uw bede is verhoord; uw vrouw Elisabet zal u een zoon schenken, die gij Johannes moet noemen.
Ge zult verheugd zijn en het uitjubelen en vele mensen zullen zich over zijn geboorte verblijden.
Hij zal groot zijn in de ogen van de Heer; wijn of sterke drank zal hij niet drinken, en nog in de schoot van zijn moeder zal hij met de heilige geest vervuld worden.
Vele zonen van Israel zal hij terugbrengen tot de Heer, hun God.
Hij zal voor Hem uitgaan met de geest en de kracht van Elia om de gezindheid van de vaderen te doen terugkeren in de kinderen en de ongehoorzamen te brengen tot de gesteltenis van de rechtvaardigen en zo voor de Heer een welbereid volk te vormen.’
Maar Zacharias zei tot de engel: ‘Hoe kan ik dat weten? Ik ben oud en ook mijn vrouw is reeds op jaren.’
De engel antwoordde hem: ‘Ik ben Gabriel die voor Gods aangezicht staat, en ik ben gezonden om tot u te spreken en u deze blijde boodschap aan te kondigen.
Zie, gij zult zwijgen en niet in staat zijn te spreken tot de dag waarop dat zal gebeuren, omdat ge mijn woorden niet geloofd hebt; deze zullen echter op hun tijd in vervulling gaan.’
Intussen stond het volk op Zacharias te wachten en ze verwonderden zich dat hij zo lang in het heiligdom bleef.
Toen hij naar buiten kwam, was hij niet bij machte tot hen te spreken en zij begrepen, dat hij in het heiligdom een verschijning gezien had. Maar omdat hij stom bleef, kon hij slechts tegen hen gebaren.
Toen de tijd van zijn tempeldienst om was, ging hij naar huis terug
en enige tijd later werd zijn vrouw, Elisabet, zwanger. Zij hield zich vijf maanden lang verborgen en daarna sprak zij:
‘Dit heeft de Heer voor mij gedaan toen het Hem behaagd had mijn schande bij de mensen weg te nemen.’
Bij het horen van de woorden van de engel twijfelt Zacharias aan het goede nieuws dat hem wordt gebracht.
En vanwege dat gebrek aan geloof blijft hij stom tot de dag van de
presentatie van zijn zoon. In dezelfde situatie twijfelt de Maagd Maria niet.
Haar vraag is bedoeld om te begrijpen hoe dit zal gebeuren, want zij is maagd en verloofd met Jozef. Zo toont zij haar geloof en haar zuiverheid. Echtgenoten, wat is onze houding? Die van Zacharias of die van Maria?
Terug naar het huwelijksleven
Luisa: Hallo schat, hoe gaat het? Wat een gezicht… is er iets gebeurd?
Pepe: Ach Luisa, je weet niet wat een vreselijke dag ik heb gehad! Ik heb je niet
gebeld om het je te vertellen omdat ik niet wist wat ik moest zeggen…
Luisa: Jeetje! Dat spijt me heel erg. Zullen we de kinderen naar bed brengen en erover praten als ze slapen?
Pepe: Ja, graag. Heel erg bedankt.
Luisa: Kom, laten we gaan zitten en vertel me wat er is gebeurd.
Pepe: Mijn baas heeft me naar zijn kantoor geroepen en zonder erbij na te denken,
heeft hij me verteld dat ze me ontslaan. Dat het niet goed gaat en dat ze me
niet meer nodig hebben in het bedrijf. Je kunt je voorstellen hoe ik me voelde, ik had geen idee. Ik heb zoveel tijd en energie in dit werk gestoken en nu word ik zonder meer ontslagen… en dat met Kerstmis.
Luisa: Dat spijt me heel erg. Ik weet hoe moeilijk dat voor je moet zijn geweest. Wat wil je dat we doen?
Pepe: Ik zou graag even willen bidden, om te zien of de Heer me laat
zien hoe we deze situatie het hoofd kunnen bieden.
Luisa: Dat lijkt me geweldig. (Na het echtelijk gebed)
Pepe: Luisa, de Heer heeft me laten zien dat deze situatie een
zegen kan zijn voor ons gezin en dat ik op Zijn voorzienigheid moet vertrouwen.
Luisa: Ja, Pepe, het heeft mij ook veel rust gegeven, ik weet zeker dat Hij
een beter plan voor ons heeft.
Pepe: Ik ga deze dagen thuis gebruiken om tijd door te brengen met de kinderen en
met jou, jullie zijn mijn prioriteit. En ik ga vacatures bekijken en
we vragen Hem om ons te helpen.
Luisa: Gezegend en geprezen zij de Heer die zoveel van ons houdt en voor ons zorgt.
Moeder
U bent ons voorbeeld en onze gids in het geloof en in het gebed, help ons om
de voorzienige hand van Uw Zoon te zien in alle momenten van ons
leven. We houden van U, Moeder!

