Laat je zegenen door Jezus. Commentaar voor echtparen: Mt 19,13-15

Evangelie van de dag

Lezing uit het heilige evangelie volgens Matteüs 19,13-15

In die tijd werden er kleine kinderen bij Jezus gebracht, opdat Hij hun handen zou opleggen en een gebed over hen spreken. Maar bars wezen de leerlingen ze af.
Jezus echter zeide: ‘Laat die kinderen toch begaan en verhindert ze niet bij Mij te komen. Want aan hen die zijn zoals zij, behoort het Rijk der hemelen.’
En nadat Hij hun de handen had opgelegd, vertrok Hij van­daar.
Woord van de Heer.

Laat je zegenen door Jezus.

In dit evangelie zien we hoe, waarschijnlijk, ouders of grootouders kinderen naar Jezus brengen om ze te laten zegenen en, ondanks de terughoudendheid van de discipelen, legt Jezus Zijn handen op hen en zegent ze. Hoe belangrijk is het om naar Jezus toe te gaan en Hem om Zijn zegen te vragen!
Maar hoe kom ik dichter bij de Heer? Met mijn zelfgenoegzaamheid, met mijn menselijke logica? Of met het vertrouwen van een kind, van een klein kind dat weet dat het Zijn Vader nodig heeft? En breng ik mijn echtgenoot elke dag naar Jezus om hem te laten zegenen? Of berisp ik hem, net als de discipelen, en houd ik hem tegen omdat ik hem “vuil” vind met zijn zondes, of onwaardig omdat hij mij beledigd heeft? Jezus maakt ons duidelijk dat Zijn logica anders is dan de onze. Hij kijkt diep in het hart en ziet de bereidheid van het hart; Hij zegent de kinderen die eenvoudig, volgzaam en vertrouwensvol naar Hem toe komen. En wat een verrassing! De Heer zegt tegen Zijn discipelen dat het Koninkrijk der Hemelen behoort aan degenen die juist als kinderen zijn. Als ik dus word als een kind, als ik erken dat ik behoeftig ben, als ik al mijn vertrouwen stel in mijn Vader God en erop vertrouw dat wat Hij mij opdraagt werkelijk het beste plan is dat ik kan hebben, dan kan ik nu al het Koninkrijk der Hemelen beleven!
Laten we niet vergeten God te danken voor degenen die ons dichter bij de Heer hebben gebracht, en laten we niet nalaten Jezus voor te stellen aan degenen die Hem niet kennen, vooral aan degenen die het dichtst bij ons staan.

Toegepast op het huwelijksleven:

Rafa: Hallo, María, ik ben thuis.
María: Hallo, Rafa. Hoe was de vlucht?
Rafa: Oef! Deze keer was ik echt bang, er was enorme turbulentie, zo erg dat ik zelfs heb gebeden. En je weet hoe weinig ik geloof in bidden… Maar weet je wat me het meest verbaasde?
Maria: Nee… Wat dan?
Rafa: Dat een jongetje helemaal rustig was terwijl de rest van ons stond te trillen. Toen we hem vroegen of hij niet bang was, zei hij van niet, omdat zijn vader het vliegtuig bestuurde. Wat een vertrouwen had hij in zijn vader!
Maria: Dat is niet zo vreemd. Het was zijn vader! Als een kind zijn aardse vader vertrouwt omdat hij gelooft dat hij de beste is en alles kan, en dat hij, omdat hij van hem houdt, hem het beste zal geven, dan is je als een kind gedragen precies hetzelfde ten opzichte van God, onze Vader, die ons allemaal liefheeft, alles weet en alles kan. Zou Hij ons dan iets slechts geven? Dat geloof in Hem hebben, in zijn plannen, dat Hij ons altijd het beste geeft, ook al begrijpen we dat niet, dat is je als een kind voor God opstellen.
Rafa: Wat een mooie gedachte. Maria, kun je me dichter bij de Heer brengen? Je weet dat ik niet jouw geloof heb, maar ik zou het graag willen hebben.
Maria: Natuurlijk, Rafa. Wat een vreugde! Zullen we die retraite voor echtparen van Proyecto Amor Conyugal doen waar onze vrienden ons zo lovend over hebben verteld? Ik denk dat dat een goed begin zou zijn…

Rafa: Waarom niet? Ik vertrouw jou en hen. Het kan geen kwaad. En als het ons bovendien helpt en ons dichter bij de Heer brengt…
Maria: Je bent de beste. Ik hou van je.

Moeder,

Leid ons aan de hand en, net zoals U Uw Zoon in de tempel hebt voorgesteld, stel ons elke dag voor aan Jezus, zodat Hij ons zegent. Gezegend zijt Gij, Moeder! Geprezen zij de Heer!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *