Een lezing uit het Heilige Evangelie volgens Lucas 14, 12-14
In die tijd zei Jezus tot de Farizeeër die Hem aan tafel had genodigd:
‘Wanneer gij een middag‑ of een avondmaal geeft, nodig dan niet uw vrienden,
broers en bloedverwanten uit en ook geen rijke buren.
Het zou kunnen zijn, dat zij op hun beurt u uitnodigen en gij het dus terugkrijgt.
Maar als ge een gastmaal geeft, nodig armen, gebrekkigen, kreupelen en blinden uit.
Gelukkig zult ge zijn, omdat zij het u niet kunnen vergelden.
Het zal u vergolden worden bij de opstanding van de rechtvaardigen.’
Niets te geven.
In de liefde verwachten we meestal wederkerigheid. Dus als we meer geven, verwachten we een grotere overeenkomst van de andere partij.
In tegenstelling hiermee kijken we naar de Liefde van God, aan wie we niets kunnen geven omdat Hij alles in allen is, tot op het punt dat het enige grote dat we Hem kunnen geven de overgave is die Hij ons heeft gegeven in Zijn Offer.
We voelen ons hier misschien slecht over, omdat we Hem niets van onszelf te geven hebben, behalve onze zonden om ons te genezen, maar we kunnen Hem verwelkomen. Als de Bruid van Christus die we zijn, kunnen we Zijn offer verwelkomen, we kunnen het gebruiken voor de opbouw van onze harten voor Zijn grotere glorie.
Toegepast op het huwelijksleven:
Charles: Heb je vandaag troost gegeven aan de Heer?
Martha: Ja, vandaag was een speciale dag om Hem troost te geven.
Carlos: En wat heb je voor Hem gedaan?
Marta: Wat ik heb gedaan is dankbaar zijn voor zoveel Liefde en met geloof de genade van het Sacrament van de Eucharistie aanvaarden, de genade van ons Sacrament door jou, ook met geloof. Het Hart van Jezus brandt van Liefde en het brandt Hem als we het niet aanvaarden en aan elkaar geven zonder er iets voor terug te vragen. Ook ik ontvang het door jou, echtgenoot, door de kracht van ons Sacrament.
Moeder,
Mogen we weten hoe we alle Liefde moeten aanvaarden die de Heer ons wil geven. Moge onze harten in vuur en vlam staan. God zij geprezen.