EVANGELIE
Jij bent de Messias. De Mensenzoon moet veel lijden.
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Marcus 8, 27-35
Onderweg stelde Hij aan zijn leerlingen de vraag: ‘Wie zeggen de mensen dat Ik ben?’
Zij antwoordden Hem: ‘Johannes de Doper, anderen zeggen Elia
en weer anderen, dat Gij een van de profeten zijt.’
Daarop stelde Hij hun de vraag: ‘Maar gij, wie zegt gij dat Ik ben?’
Petrus antwoordde: ‘Gij zijt de Christus.’
Maar Hij verbood hun nadrukkelijk iemand hierover te spreken.
Daarop begon Hij hun te leren, dat de Mensenzoon veel zou moeten lijden
en door de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden verworpen worden
en ter dood gebracht, maar drie dagen later verrijzen.
Hij sprak deze woorden zonder terughoudendheid.
Toen nam Petrus Jezus terzijde en begon Hem ernstig daarover te onderhouden.
Maar zich omkerend keek Hij naar zijn leerlingen en voegde Petrus op strenge toon toe:
‘Ga weg, satan, terug! want gij laat u leiden door menselijke overwegingen
en niet door wat God wil.’
Nadat Hij behalve zijn leerlingen ook het volk bij zich had laten komen,
sprak Hij tot hen: ‘Wie mijn volgeling wil zijn, moet Mij volgen
door zichzelf te verloochenen en zijn kruis op te nemen.
Want wie zijn leven wil redden, zal het verliezen.
Maar wie zijn leven verliest omwille van Mij en het Evangelie, zal het redden.
Identiteit op het spel.
Jezus identificeert zich duidelijk met zijn missie: Hij is de Messias en zo presenteert hij zichzelf. Ik ben een bruidegom, identificeer ik mij met mijn missie? Als ze mij zien, is het dan duidelijk voor hen dat ik in de eerste plaats een echtgenoot ben? En hoe zit het met mijn echtgenoot? Herkent hij mij in de eerste plaats als zijn echtgenoot? Of val ik meer op door andere dingen… Want ik ben nog steeds mijn identiteit aan het verliezen.
Een christelijke echtgenoot wordt gekenmerkt door het feit dat hij of zij liefheeft in het kruis, zoals Christus. Denken aan een andere manier van liefhebben is de leugen van Satan omarmen. Echtgenoten, laten we vluchten voor het kwaad en laten we niet denken als mannen, maar groot denken, zoals God.
Geland op het huwelijksleven:
Laura: Ik zie dat Jezus heel duidelijk is dat hij de wereld moet verlossen door te lijden. Hij weet waar hij naartoe gaat. Soms vergeet ik dat het mijn missie is om samen met Christus jou te verlossen door ook mijn lijden aan te offeren.
Paco: Ja, de Heer geeft ons een heel grote missie, namelijk de Zijne delen, en ik denk vaak als mensen, niet als God. Hij neemt mijn zonde op zijn schouders. Niemand heeft me ooit zo aangekeken tegen mijn ellende. Hij is verliefd geworden op mijn zwakheid. Hij heeft mijn ziel van de dood weggerukt. Ik voel me zo geliefd. Dat doet me het meeste pijn, dat ik niet op Hem antwoord: houden van jou.
Laura: Maar we willen Hem antwoorden. Morgen zullen we het beter doen met Zijn hulp. Ben je bereid om je leven te geven?
Paco: Ik ben bereid. En jij?
Laura: Ik ben bereid.
Prijs de Heer.
Maria,
Ik hou van je waanzinnige liefde. Onbegrijpelijk voor mensen, maar verrukkelijk voor hen die U kiest. Dank u, Moeder!