Categoriearchief: Sin categoría

Ken je Hem, kent Hij jou? Commentaar voor echtparen: Lucas 13, 22-30

Evangelie van de dag.

Lezing uit het heilige evangelie volgens Lucas

In die tijd trok Jezus rond door steden en dorpen, gaf er onderricht en zette zijn reis voort naar Jeruzalem.
Iemand vroeg Hem: ‘Heer, zijn er weinig die gered worden?’ Maar Hij sprak tot hen:
‘Spant u tot het uiterste in om door de nauwe deur binnen te komen, want, Ik zeg u, velen zullen het proberen, maar er niet in slagen binnen te komen.
Als eenmaal de huisvader is opgestaan en de deur gesloten heeft en gij dan buiten op de stoep begint te kloppen en te roepen: Heer, doe open! zal Hij u antwoor­den: Ik weet niet waar gij vandaan komt.
Dan zult ge opwerpen: In uw tegenwoordigheid hebben wij gegeten en gedronken, en in onze straten hebt Gij onderricht gegeven. Maar weer zal zijn antwoord zijn: Ik weet niet waar gij vandaan komt.
Gaat weg van Mij, gij allen, bedrijvers van ongerechtigheid.
Daar zal geween zijn en tandenge­knars, wanneer gij Abraham, Isaak en Jakob en al de profeten zult zien in het Rijk Gods, terwijl ge zelf buiten geworpen zult zijn.
Zij zullen komen uit het oosten en het westen, uit het noorden en het zuiden, en aanzitten in het Koninkrijk Gods.
Denkt eraan: er zijn laatsten die eersten en eersten die laatsten zullen zijn.’

Woord van de Heer.

 

Ken je Hem, kent Hij jou?

Hoe vreselijk zou het zijn om op de dag dat we Hem ontmoeten uit de mond van Jezus te horen: “Ik weet niet wie je bent”. Hem kennen betekent een steeds diepere intieme relatie met Hem opbouwen, totdat we een volmaakte gemeenschap bereiken in de hemel, maar die we hier al ervaren. Wat een vrede vindt men in de ziel wanneer men verenigd leeft met het Hart van Jezus. Maar de test om te weten of ik me niet laat meeslepen door mijn egoïsme, gemakzucht, hartstochten, enz. ligt in de daden.  Want ik kan wel novenen doen, apostolaat, aanbidding, maar als ik mijn echtgenoot in de steek laat, dan laat ik ook de Echtgenoot, met hoofdletters, de Heer, in de steek. Laten we in het gebed luisteren naar hoe Hij ons zegt dat we Hem concreet moeten liefhebben, in de bemiddelingen die Hij ons geeft, die in het geval van huwelijken de echtgenoten zijn.
Het huwelijk is een prachtige manier om Hem te leren kennen en onszelf te leren kennen, en zo Jezus in mijn echtgenoot te leren kennen. Er zijn huwelijken die leven zonder elkaar te kennen omdat ze geen intieme relatie hebben opgebouwd, en er komt een moment dat ze elkaar niet kennen en uiteindelijk uit elkaar gaan. Het hart van de Heer leren kennen brengt mij ertoe mijzelf en mijn echtgenoot te leren kennen, en beetje bij beetje worden we één in de Heer.

Toegepast op het huwelijksleven:

Teresa: Ik ben de Heer zo dankbaar dat Hij ons op dit pad van bekering heeft gebracht, waardoor we het wonder van het sacrament van het huwelijk hebben ontdekt.
Ángel: Bekering, María? Maar we waren toch al lid van de kerk…
Teresa: Nou… we gingen naar de mis of naar de huwelijksgroep zoals we boodschappen doen, wanneer het moest, als een van de vele dingen die we moesten doen. En nu is het anders, vind je niet?
Ángel: Je hebt gelijk, María, nu hebben we geleerd om in het gebed intimiteit met de Heer te zoeken, om de Heer in alles wat we doen aanwezig te houden. Vroeger was dat niet zo.
Teresa: We hebben ontdekt dat Christus onder ons is en met het echtpaargebed hebben we een onvoorstelbare intimiteit tussen ons en met Hem gecreëerd.
Ángel: Ja, wat ongelooflijk! We hebben ook ontdekt dat we Zijn wil kunnen zien in alles wat ons overkomt, of het nu goed of slecht is, en dat we kunnen vertrouwen.
Teresa: Ik denk dat we veel te danken hebben voor onze bekering, vind je niet?
Ángel: Je hebt helemaal gelijk, laten we vandaag bidden en God danken voor deze ware bekering van ons hart, wat een voorrecht om zo door Hem bemind te worden.

Moeder,

Vandaag danken we U oneindig voor Uw Ja, voor de gave van Uw zoon in ons leven. Leer ons om een intimiteit tussen ons en met Hem op te bouwen.
Gezegend en geprezen zij de Heer voor altijd!

Mijn nederigheid verovert je hart. Commentaar voor echtparen: Matteüs 23, 1-12

Evangelie van de dag

Lezing uit het heilige evangelie volgens Matteüs 23, 1-12

In die tijd sprak Jezus tot het volk en tot zijn leerlin­gen:
‘Op de leerstoel van Mozes hebben de schriftge­leerden en de Farizeeën plaats genomen.
Doet en onderhoudt daarom alles wat zij u zeggen, maar handelt niet naar hun werken; want zelf handelen ze niet naar hun woorden.
Zij maakten bundels van zware, haast ondraag­lijke lasten en leggen die de mensen op de schou­ders, maar zelf zullen ze er geen vinger naar uitsteken.
Alles wat zij doen, doen zij om bij de mensen op te vallen; zij maken immers hun gebedsriemen breed en hun kwasten groot,
ze zijn belust op de ereplaats bij de maaltijden en de voor­naamste zetels in de synagogen,
ze laten zich graag groeten op de markt en willen door de mensen rabbi genoemd worden.
Maar gij moet u geen rabbi laten noemen. Gij hebt maar een Meester en gij zijt allen broe­ders.
En noemt niemand van u op aarde vader; gij hebt maar een Vader, de hemelse.
En laat u ook geen leraar noemen; gij hebt maar een leraar, de Christus.
Wie de grootste onder u is, moet uw dienaar zijn.
Al­wie zichzelf verheft, zal verne­derd en wie zichzelf vernedert zal verheven worden.
Woord van de Heer.
Mijn nederigheid verovert je hart.

Jezus stelt ons een weg voor die in tegenspraak is met de criteria van de wereld: de weg van nederigheid, van stille dienstbaarheid, van het hart dat zich uit liefde vernedert. In het huwelijk is dit een van de sleutels tot een ware verbintenis: niet zoeken om gelijk te krijgen, maar je leven geven. Niet criteria opleggen, maar je hart geven. Vaak willen we elkaar als echtgenoten domineren, het laatste woord hebben, laten zien dat we meer weten, meer doen, meer verdienen. Maar Jezus zegt ons in het Evangelie dat wie zichzelf boven anderen stelt, vernederd zal worden. Niet omdat God ons wil vernederen, maar omdat trots ons altijd alleen laat, terwijl nederigheid verbindt en de liefde vergroot. Je vernederen in het huwelijk betekent niet dat je verliest, maar dat je het hart van je echtgenoot wint. Daarom zien we dat trots deuren sluit, maar nederigheid ze opent. Hoogmoed maakt de omgang hard, nederigheid maakt haar zacht. Christus leert ons dat ware grootheid ligt in het als eerste liefhebben, dienen en vergeven.

Toegepast op het huwelijksleven:
Roberto: Hallo schat. Ik heb een nieuwe tv gekocht. Ik vind degene die we nu hebben niet meer mooi.
Julia: Maar waarom heb je dat niet met mij overlegd, Roberto? Het is veel geld…
Roberto: Ik weet hoe ik met geld moet omgaan. Daarvoor verdien ik het. Of vind je dat het slecht met je gaat?
Julia: Dit is niet alleen van jou. Ik wil me betrokken voelen bij de beslissingen over ons huishouden.
Roberto: Nu ga je weer het slachtoffer spelen…
Er valt een trieste stilte in huis en Roberto hoort de woorden van Jezus in de eucharistie weerklinken: “Wie zichzelf verhoogt, zal vernederd worden, en wie zichzelf vernedert, zal verhoogd worden.”
Roberto: Julia, vergeef me. Ik dacht dat je een excuus zou verzinnen om het niet te kopen en ik heb mezelf gerechtvaardigd door te zeggen dat ik het verdien, en ik heb het gekocht. Vergeef me dat ik je niet waardeer en mijn eigen mening boven die van jou stel. Hier is mijn kaart, zodat ik alles wat ik voortaan koop met jou moet overleggen.
Roberto: Schat, ik ga een speciaal diner voor je klaarmaken, en daarna bidden we samen de rozenkrans.

Moeder,

Dank u dat u zo’n groot voorbeeld bent van nederigheid, eenvoud en gastvrijheid. Help ons om net als u te reageren, altijd de kleinsten te zijn, zonder erkenning te zoeken. Gezegend en geprezen zij de Heer!

Houd ik mezelf voor de gek? Commentaar voor echtparen: Matteüs: 22,34-40

Evangelie van de dag

Lezing uit het heilige evangelie volgens Matteüs 22,34-40

In die tijd toen de Farizeeën vernamen dat Jezus de Sadduceeen de mond gesnoerd had, kwamen zij bijeen
en een van hen, een wetgeleerde, vroeg Hem om Hem op de proef te stellen:
‘Meester, wat is het voor­naamste gebod in de Wet?’
Hij ant­woordde hem: ‘Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand.
Dit is het voornaam­ste en eerste gebod.
Het tweede, daarmee gelijkwaar­dig: Gij zult uw naaste beminnen als uzelf.
Aan deze twee geboden hangt heel de Wet en de Profeten.’
Woord van de Heer.

Houd ik mezelf voor de gek?

Hoe vaak hebben ze Jezus in de val willen lokken, maar Hij trapte niet in hun spel en verlichtte hen met de Waarheid, die eeuwig is.
Op deze manier spreekt Hij ook vandaag, in onze tijd, tot ons. En wij, in onze roeping als echtgenoten, moeten om het eerste gebod te vervullen noodzakelijkerwijs het tweede gebod naleven, en vice versa.
We kunnen onze echtgenoot niet liefhebben als we niet eerst God liefhebben, die de bron van Liefde is, en we kunnen niet zeggen dat we God liefhebben als we onze echtgenoot niet liefhebben. De manier waarop ik mijn echtgenoot liefheb, is de manier waarop ik de Liefde van God weerspiegel. Want wie zegt dat hij God liefheeft en zijn echtgenoot (zijn naaste) niet liefheeft, houdt zichzelf voor de gek.

Toegepast op het huwelijksleven:

Paco: Goedemorgen schat! Ik ga van de zondag gebruikmaken om naar de mis te gaan en daarna heb ik afgesproken met Óscar om een partijtje padel te spelen, vind je dat goed?
Clara: Waarom? Paco, we hadden laatst afgesproken dat we vandaag na de mis samen plannen zouden maken, nu we eens een dag rustig kunnen zijn…
Paco: Ja Clara, maar Óscar heeft me verteld dat hij een probleem heeft en dat hij me wilde spreken. Dus ik weet niet hoe laat ik thuiskom.
Clara: Ik vind het niet goed, maar als jij denkt dat het nodig is…
(Later, bij thuiskomst na de eucharistieviering)
Paco: Schat, vergeef me, ik was aan het bidden tijdens de mis en de Heer heeft me laten zien dat ik vanmorgen niet van je hield, en dat als ik van Hem wil houden, ik dat via jou moet doen. Weet je wat? Ik ga Óscar vertellen dat we al plannen hadden, en dat we, als hij wil, een andere dag kunnen afspreken om te gaan eten of zo, oké?
Clara: Oh, dank je wel, Paco! Eindelijk kunnen we rustig iets gaan drinken, jij en ik, want de laatste tijd hebben we het erg druk. Ik hou van je.
Paco: Dank je wel, Clara, dat je me dichter bij de Heer brengt via jou.

Moeder,

Jij die deze geboden perfect hebt nageleefd, help ons om ze altijd in gedachten te houden en na te leven. Geprezen zij de Heer voor altijd!

Een waardig en zuiver leven. Commentaar voor echtparen: Matteüs 22, 1-14

Evangelie van de dag

Lezing uit het heilige evangelie volgens Matteüs 22, 1-14

In die tijd nam Jezus het woord en sprak tot de hogepriester en de oudsten van het volk in gelijkenissen. Hij zei:
‘Het Rijk der hemelen gelijkt op een koning die een bruiloftsfeest gaf voor zijn zoon.
Hij stuurde zijn dienaars uit om allen te roepen die hij tot de bruiloft had uitgenodigd, maar zij wilden niet komen.
Daarop zond hij andere dienaars met de opdracht: Zegt aan de genodig­den: Zie ik heb mijn maaltijd klaar, mijn ossen en het gemeste vee zijn geslacht; alles staat gereed. Komt dus naar de bruiloft.
Maar zonder er zich om te bekommeren, gingen zij weg, de een naar zijn akker, de ander naar zijn zaken.
De overigen grepen zijn dienaars vast, mishan­delden en doodden hen.
Nu ontstak de koning in toorn, stuurde zijn troepen en liet de moordenaars ombren­gen en hun stad in brand steken.
Toen sprak hij tot zijn dienaars: Het bruiloftsmaal staat klaar, maar de genodigden waren het niet waard.
Gaat dus naar de drukke ver­keerswegen en nodigt wie ge er maar vindt tot de bruiloft.
Zijn dienaars gingen naar de wegen en brachten allen mee die zij er aantroffen, slechten zowel als goeden, en de brui­loftszaal liep vol met gasten.
Toen de koning binnen­kwam om de aanlig­genden te bezoeken, merkte hij daar iemand op die niet voor een bruiloft gekleed was.
En hij sprak tot hem: Vriend, hoe zijt gij hier binnengeko­men zonder bruilofts­kleed? Maar de man bleef het antwoord schuldig.
Toen sprak de koning tot de bedienden: Bindt hem aan handen en voeten en werpt hem buiten in de duisternis. Daar zal geween zijn en tandengeknars.
Velen zijn geroepen maar weinigen uitverko­ren.’
Woord van de Heer.
Een waardig en zuiver leven. 

Bij het voorbereiden van deze commentaar komt een andere passage uit het evangelie (Joh. 14, 2-3) in ons op, waarin Jezus tegen zijn discipelen, en tegen ons, zegt dat hij weggaat om een plaats voor ons te bereiden en dat hij terug zal komen om ons mee te nemen, zodat wij zullen zijn waar hij is. De Heer toont ons op indringende wijze zijn verlangen dat wij bij Hem en bij de Vader zijn, Hij zoekt ons onophoudelijk. Hij toont ons zijn hart vol vuur van Liefde en smeekt ons via de heilige Margaretha Maria Alacoque: “Heb mij tenminste lief”. Over de zin: “Velen zijn geroepen, maar weinigen zijn uitverkoren” zei Sint-Johannes Chrysostomos: “Met deze woorden wil de Heer ons niet ontmoedigen, maar ons waarschuwen: het is niet voldoende om geroepen te zijn en binnengekomen te zijn, het is ook noodzakelijk om in het bruidskleed te blijven, dat wil zeggen, een waardig en zuiver leven te leiden.” (Homilieën over Matteüs, hom. 69,2)

Toegepast op het huwelijksleven:

Ignacio: Dit nieuwe leven dat we hebben ontdekt dankzij de catechese van Johannes Paulus II, geïnterpreteerd vanuit een huwelijksperspectief, blijft me verbazen. Als ik ze lees en bid, vullen ze mijn hart met verlangens naar een beter leven. Ze helpen me om het leven op een andere manier te zien, en ik kijk nu ook anders naar jou.
Pepa: Ja, het is geweldig. Wat heeft het ons en ons huwelijk veranderd! Als we nu wantrouwig worden tegenover elkaar, weten we wat er aan de hand is en wat we moeten doen.
Ignacio: Ja, onze trouwkleding aantrekken.
Pepa (met een verbaasde blik): Onze trouwkleding? Ik begrijp je niet.
Ignacio: Ja, onze waardigheid en zuiverheid van hart terugkrijgen. Onze wens om ons aan elkaar over te geven en elkaar te steunen in de genade hernieuwen.
Pepa: Wat een schrik! Ik dacht dat ik onze trouwjurk moest aantrekken. Wie weet hoe die me staat, als hij me tenminste past, hahaha.
Ignacio: Kijk dan eens naar mij, hahaha.

Moeder

U die de Onbevlekte Ontvangenis bent, het meest waardige schepsel dat God heeft geschapen, help ons een waardig en zuiver leven te verlangen en ons volledig aan elkaar te geven tot grotere glorie van de Vader. Gezegend zij uw Zoon Jezus, die niet ophoudt ons te zoeken.

Met welke bril kijk ik? Commentaar voor echtparen: Matteüs 20, 1-16

Evangelie van de dag

Lezing uit het heilige Evangelie volgens Matteüs 20, 1-16
In die tijd verhaalde Jezus de volgende gelijkenis: Met het Rijk der hemelen is het als met een landeige­naar die vroeg in de morgen uitging om arbeiders te huren voor zijn wijngaard.
Hij werd het met de arbeiders eens voor een denarie per dag en stuurde ze naar zijn wijn­gaard.
Rond het derde uur ging hij er weer op uit en zag nog anderen werkloos op de markt staan
tot wie hij zei: Gaat ook naar mijn wijngaard en ik zal u geven wat billijk is.
En zij gingen.
Rond het elfde uur ging hij opnieuw uit en vond er weer anderen staan. Hij zei tot hen: Wat staat ge heel de dag werkloos?
Ze antwoordden hem: Niemand heeft ons gehuurd. Daarop zei hij tot hen: Gaat ook gij naar mijn wijngaard.
Bij het vallen van de avond sprak de eigenaar van de wijngaard tot zijn rentmeester: Roep de arbeiders en betaal hun uit, te beginnen met de laatsten en zo tot de eersten.
Toen de arbeiders van het elfde uur kwamen, kregen zij elk een denarie;
toen nu ook de eersten kwamen, meenden dezen dat zij meer zouden krijgen, maar ook zij kregen ieder de overeen­gekomen denarie.
Ze namen hem wel aan, maar begonnen tegen de landeigenaar te morren
en zeiden: Dezen hier, die het laatst gekomen zijn, hebben maar een uur gewerkt en gij stelt ze gelijk met ons die de last van de dag en de brandende hitte hebben gedragen.
Maar hij antwoord­de een van hen: Vriend, ik doe u toch geen onrecht? Zijt gij niet met mij overeen­gekomen voor een denarie?
Neem wat u toekomt en ga heen.
Mag ik soms met het mijne niet doen wat ik verkies of zijt ge kwaad, omdat ik goed ben?
Zo zullen de laatsten de eersten en de eersten de laatsten zijn.’
Woord van de Heer.

Met welke bril kijk ik?

Waarom vertelt Jezus ons deze gelijkenissen die ons in de plaats kan zetten van degenen die klagen, van degenen die het niet begrijpen? Omdat Jezus weet dat we de neiging hebben om te kijken met onze menselijke criteria, die zo ‘redelijk’ zijn, maar die een blik vol eigenliefde verbergen, die zich niet in de ander verplaatst. En Hij wil ons daaruit halen, Hij wil ons leren kijken zoals Hij kijkt. Een blik die niet naar onszelf kijkt, die het goede van anderen zoekt, die naar het hart kijkt in plaats van aan de oppervlakte te blijven.
Die werkloze dagloners zouden de hele dag onrustig zijn, niet wetende wat ze te eten zouden krijgen. De anderen hadden al werk, zij wisten al dat ze die dag te eten zouden krijgen. En toen ze laat werden aangenomen, zouden ze opgelucht denken dat ze nu iets te eten zouden hebben. Wat een vreugde toen ze hun loon kregen! Daarom zouden de eersten zich voor hen moeten verheugen, nietwaar?
Zo roept God mij op om te kijken. Met zijn liefde, die niet egoïstisch naar zichzelf kijkt, maar zich in de ander verplaatst en zich geeft. Dat is de weg naar geluk.
En ik, zet ik mij in de plaats van mijn echtgenoot? Kijk ik door mijn egoïstische bril of zet ik de bril van God op om naar hem te kijken, die vanuit het hart en naar het hart kijkt?

Toegepast op het huwelijksleven:

Óscar: (Boos) Het kan toch niet zo zijn dat je dochter meteen zo grof praat! En jij neemt het altijd voor haar op!
Elena: (Denkt: Hij mag dat temperament niet hebben, hij mag niet zo praten! Hij springt meteen in de aanval. Moeder, wat moet ik doen? Ik moet de bril van God opzetten om het hart van Óscar te zien. Hij lijdt. Hij heeft gelijk, ook al zijn zijn manieren niet gepast. Arme man, hij weet het, hoe vaak hoor ik hem in zijn gebeden zeggen hoe hij tegen zijn temperament vecht! Dus ik moet hem mijn steun betuigen tegenover onze dochter, ook al vind ik zijn manier van doen moeilijk.)
Elena: Kom op schat, je hebt gelijk. Maar doe alsjeblieft niet zo. Ik ga met haar praten, want wat ze gedaan heeft, is niet goed. Je bent de beste echtgenoot en de beste vader ter wereld! Je begint dat temperament al onder controle te krijgen en je zult zien dat het je helemaal gaat lukken.
Óscar: Heel erg bedankt Elena, wat ben je lief. Wat help je me toch. Maar praat alsjeblieft met haar. Ik weet dat je het moeilijk vindt, maar je weet dat we het moeten doen. En naar jou luistert ze beter. Doe het voor de Heer en voor mij.
Elena: Natuurlijk. Je hebt gelijk. Ik vind het moeilijk, maar ik ga streng met haar praten, want zo kan het niet. Voor jou. Voor de Heer. Ik hou zoveel van je.

 
Moeder,
 
Wat een genot om te zien hoe, door Uw hand, deze weg van gebed en sacramenten vruchten afwerpt. En van versterving om mijn eigenliefde te overwinnen… Heel erg bedankt, Moeder! Geprezen zij de Heer!