Categoriearchief: Sin categoría

Gewenning aan jou. Commentaar voor huwelijken: Lucas 4, 16-30

EVANGELIE

Hij heeft mij gezonden om de armen te evangeliseren… Geen profeet wordt geaccepteerd onder zijn eigen volk.
Een lezing uit het Heilige Evangelie volgens Lucas 4, 16-30

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas 4,16-30. 

In die tijd kwam Jezus in Nazaret, waar Hij was grootge­bracht, ging volgens zijn gewoonte op de sabbatdag naar de synagoge en stond op om voor te lezen.
Ze reikten Hem de boekrol van de profeet Jesaja aan. Hij opende de rol 
en vond de plaats waar geschreven stond:
De geest des Heren is over mij gekomen, omdat Hij mij gezalfd heeft. 
Hij heeft mij gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen, 
aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken, en aan blinden, dat zij zullen zien; 
om verdrukten te laten gaan in vrijheid,
om een genade­jaar af te kondigen van de Heer.
Daarop rolde Hij het boek dicht, gaf het terug aan de dienaar en ging zitten. 
In de synagoge waren aller ogen gespannen op hem gevestigd.
Toen begon Hij hen toe te spreken: ‘Het Schriftwoord 
dat gij zojuist gehoord hebt, is thans in vervulling gegaan.’
Allen bevestigden Hem hun instemming en verbaasden zich, dat woorden, zo vol genade 
uit zijn mond vloeiden. Ze zeiden: ‘Is dat dan niet de zoon van Jozef?’
Hij zei hun: ‘Natuurlijk zult ge Mij dit spreekwoord voorhouden: Geneesheer, genees uzelf. 
Doe al wat, maar wij hoorden, in Kafarnaum gebeurd is, nu ook hier in uw vaderstad.’
Maar Hij gaf er dit antwoord op: Voor­waar, Ik zeg u: geen profeet is heilzaam voor zijn eigen vaderstad.
En het is waar wat Ik u zeg: in de tijd van Elia immers, toen de hemel drie jaar en zes maanden gesloten bleef 
en een grote hongersnood uitbrak over het hele land, waren er veel weduwen in Israel;
toch werd Elia tot niemand van hen gezonden, behalve tot een weduwe in Sarepta in het gebied van Sidon.
En in de tijd van de profeet Elisa waren er vele melaatsen in Israel; 
toch werd niemand van hen gereinigd, behalve de Syrier Naaman.’
Toen ze dit hoorden, werden allen die in de synagoge waren, woedend.
Ze sprongen overeind, joegen Hem de stad uit en dreven Hem voort tot aan de steile rand van de berg 
waarop hun stad gebouwd was, om Hem daar in de afgrond te storten.
Maar Hij ging midden tussen hen door en vertrok.
 
Woord van de Heer.

Gewenning aan jou.

Een verkeerd beheerd vertrouwen heeft een ernstig gevaar, en dat is dat we gewend raken aan de aanwezigheid van de Geliefde (met hoofdletters) en deze niet waarderen met de status die het verdient.
We vragen ons vandaag af wat de Heer van de monstrans zal zien als Hij voor ons wordt tentoongesteld. Hoeveel verloren blikken, hoeveel afleidingen, hoeveel vage gedachten die van het ene triviale onderwerp naar het andere springen zonder rekening te houden met de indrukwekkendheid van de aanwezigheid van de Allerhoogste voor ons.
Mogen we niet gewend raken aan de Geliefde met een hoofdletter, noch aan de Geliefde met een kleine letter. Geef ons die genade, Heer.

 
Geland in het getrouwde leven:

Juanjo: Hoe vaak komen getrouwde stellen niet met ons praten, de een en de ander vol wederzijdse klachten (die meestal echte onzin zijn), en ze zijn niet in staat om de “geweldige” man of vrouw die ze aan hun zijde hebben te waarderen.
Marisa: Het zijn harten van immense schoonheid en ze zijn niet in staat om het te waarderen. Je zou tegen ze willen schreeuwen: Heb je de laatste tijd nog naar je man gekeken?
Juanjo: Hoe belangrijk het is om oefeningen te doen van “wederzijdse ontwenning”.
Ik vind het heerlijk om weer naar je te kijken als iemand die een cadeau krijgt en het langzaam uitpakt alsof het de eerste keer is.
Marisa: Ik vind het heerlijk dat je me met die ogen aankijkt en moeite doet om me te behagen. Het helpt me enorm om de indrukwekkende waarde te herkennen die God je gegeven heeft.

Moeder,

Mogen we weten hoe we het geschenk van de nabijheid van de Geliefde met een hoofdletter “B” en van de geliefde echtgenoot die zichzelf aan mij heeft gegeven als mijn taak, moeten waarderen. Prijs de Heer voor zoveel….

Dank U, Gezegende. Commentaar voor huwelijken: Marcus 7, 1-8. 14-15. 21-23

EVANGELIE

U schuift het gebod van God terzijde en houdt vast aan de traditie van mensen.
Een lezing uit het Heilige Evangelie volgens Marcus 7, 1-8. 14-15. 21-23

Eens kwamen de Farizeeën en enkele schriftgeleerden uit Jeruzalem bij Jezus tezamen,
en zagen dat sommige van zijn leerlingen met onreine, dat wil zeggen, ongewassen handen aten.
De Farizeeën immers en al de Joden eten niet zonder zich eerst de handen te hebben gewassen met een handvol water, daar ze vasthouden aan de overlevering van de voorvaderen;
komen ze van de markt, dan eten ze niet, voordat zij zich gereinigd hebben; zo zijn er nog vele andere dingen waaraan ze bij overlevering vasthouden: het afwassen van bekers, kruiken en koperen vaatwerk.
Daarom stelden de Farizeeën en de schriftgeleerden Hem de vraag: ‘Waarom gedragen uw leerlingen zich niet volgens de overlevering van de voorvaderen, maar eten zij met onreine handen?’
Hij antwoordde hun: ‘Hoe juist heeft Jesaja over u, huichelaars, geprofeteerd! Zo staat er geschreven: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is ver van Mij.
Zij eren Mij, maar zonder zin, en mensenwet is wat zij leren.
Gij laat het gebod van God varen en houdt vast aan de overlevering van mensen: kruiken en bekers afwassen en meer van dergelijke dingen doet ge.
Daarop riep Hij het volk weer bij zich en sprak tot hen: ‘Luistert allen naar Mij en wilt verstaan:
niets kan de mens bezoedelen wat van buiten af in hem komt. Maar wat uit de mens komt, dat bezoedelt de mens.
Want uit het binnenste, uit het hart van de mensen, komen boze gedachten, ontucht, diefstal, moord,
echtbreuk, heb­zucht, kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, godslastering, trots, lichtzinnigheid.
Al die slechte dingen komen uit het binnenste en bezoedelen de mens.’
 
Woord van de Heer.

Dank U, Gezegende.

Vandaag is de verjaardag van het Project van de Huwelijksliefde. Op een dag als vandaag, 22 jaar geleden, bevestigde Onze Lieve Vrouw van Fatima ons met een teken de toewijzing van deze missie voor het huwelijk en het gezin.
De lezingen van vandaag hadden voor ons geen duidelijker boodschap kunnen hebben: trouw zijn aan wat ons is toevertrouwd. Trouw zijn aan de leer van de Kerk, trouw zijn boven alles aan het Evangelie, en niets van onszelf opleggen. Als we dit doen, kan dit woord ons leven redden en zullen we een voorganger zijn voor velen die nog steeds menselijke criteria volgen.

Gegrond in het huwelijksleven:

Project Echtgenoot: Als er één ding is waar Project Getrouwde Liefde in uitblinkt, dan is het wel dat het super trouw is aan de waarheid.
Projectvrouw: En als er één ding is dat opvalt, dan is het dat het veel leven geeft aan duizenden echtgenoten en echtgenotes en hun gezinnen.
Echtgenoot: Ja, de onze was de eerste.
Vrouw: En meer en meer.
Echtgenoot: Echt, dit moet Onze Lieve Vrouw gedaan hebben. Er is geen andere verklaring.
Vrouw: Dit is van Maria. Gezegend is zij.

Moeder,

Dank U voor dit geschenk van Project Echtelijke Liefde. Hoeveel huwelijken en gezinnen zijn er gered door uw gulle hand. Dank u, Moeder, dank u, dank u, dank u…. Gezegend bent u.

Zet het in het spel. Commentaar voor huwelijken: Matteüs 25,14-30.

EVANGELIE

Jullie zijn trouw geweest in weinig, ga binnen in de vreugde van jullie Heer.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 25,14-30. 

In die tijd hield Jezus zijn leerlingen de volgende gelijkenis voor: Het zal met het rijk der hemelen zijn 
als met de man die bij zijn vertrek naar het buitenland zijn dienaars bij zich riep om hun zijn bezit toe te ver­trou­wen.
Aan de een gaf hij vijf talenten, aan de andere twee, aan een derde een, ieder naar zijn bekwaam­heid. Daarna vertrok hij.
Die de vijf talenten gekre­gen had, ging er terstond mee werken en verdiende er vijf bij.
Zo verdiende ook degene die de twee gekregen had, er twee bij.
Maar die dat ene had gekregen, ging een gat in de grond graven en het geld van zijn heer verbergen.
Een hele tijd later kwam de heer van die dienaars terug en hield afrekening met hen.
Die vijf talenten gekregen had, trad naar voren en bood nog vijf talenten aan met de woorden: 
Heer, vijf talenten hebt gij mij toevertrouwd; ziehier, vijf talenten heb ik erbij verdiend.
Zijn meester sprak tot hem: Uitstekend, goede en trouwe dienaar, over weinig waart ge trouw, 
over veel zal ik u aanstellen. Ga binnen in de vreugde van uw heer.
Nu trad die van de twee talenten naar voren en zei: Heer, twee talenten hebt gij mij toevertrouwd; ziehier, twee talenten heb ik erbij verdiend.
Zijn meester sprak tot hem: Uitstekend, goede en trouwe dienaar, over weinig waart ge trouw, over veel zal ik u aanstellen. Ga binnen in de vreugde van uw heer.
Tenslotte trad ook die het ene talent had gekregen naar voren en zei: Heer, ik heb ervaren 
dat gij een hard mens zijt, die oogst waar gij niet gezaaid hebt en binnenhaalt waar gij niet hebt uitgestrooid.
Daarom was ik bang en ben uw talent in de grond gaan verbergen. Hier hebt ge uw eigendom terug.
Maar zijn meester gaf hem ten antwoord: Slechte en luie knecht, je wist dus 
dat ik oogst waar ik niet gezaaid heb en binnen­haal waar ik niet heb uitgestrooid?
Daarom had je mijn geld bij de bankiers moeten uitzetten, 
dan zou ik bij mijn komst mijn bezit met rente teruggekregen hebben.
Neemt hem dus dat talent af en geeft het aan wie de tien talenten heeft.
Want aan ieder die heeft, zal gegeven worden; maar wie niet heeft, hem zal nog ontnomen worden zelfs wat hij heeft.
En werpt die onnutte knecht buiten in de duisternis; daar zal geween zijn en tandengeknars.
Woord van de Heer.

Zet het in het spel.

God deelt gaven toe aan de een of de ander, volgens Zijn wil, en ze zullen gewoonlijk verschillend zijn, zodat we elkaar kunnen aanvullen. Ze zullen meestal verschillend zijn, zodat we elkaar kunnen aanvullen. En wat doe ik met de gaven die ik heb ontvangen? Ik kan eisen dat mijn man hetzelfde krijgt als ik. Hij kan besluiten dat als hij niet reageert zoals ik vraag (omdat hij die gaven niet heeft), ik ze hem ook niet ten dienste zal stellen als vergelding. En als de Heer mij vraagt wat ik heb gedaan met de gaven die Hij mij heeft gegeven, wat zal ik Hem dan vertellen, dat mijn man niet heeft gereageerd zoals ik graag zou willen?
Als God mij een gave heeft gegeven, dan moet ik die ten volle benutten, voor de grotere glorie van God.

Geland in het huwelijksleven:

Paco: En als mijn vrouw niet in hetzelfde tempo als ik op het geloof reageert, wat moet ik dan doen? Als zij haar leven niet wil geven zoals Christus, ga ik niet als een dwaas mijn leven voor haar geven.
Ramona: Je moet jezelf afvragen wat God wil van deze situatie die Hij toestaat, maar wat Hij zeker niet wil is dat jij niet reageert op wat Hij van je vraagt. Onthoud, Paco, dat je roeping een roeping van God is en dat het aan Hem is dat je reageert en dat Hij je alles heeft gegeven. Een nederig hart veracht God niet. Je zult het zien.
Paco: Dank je. Ik zie dat God mij hierin een missie heeft toevertrouwd. Glorie aan Hem.
(Paco gaf zich over zonder naar het antwoord van zijn vrouw te kijken, en God deed Zijn werk in haar… en in hem, een goede en trouwe dienaar).

Moeder,

Hoe vaak zag je niet dat St. Jozef niet onbevlekt was en jij wel. En toch behandelde je hem als een gelijke en onderwierp je je aan hem en zijn beslissingen omdat je wist dat God hem de gave had gegeven om over jou en je Zoon te waken. Wat een prachtige manier om te reageren op Liefde in hoofdletters. Heilige Moeder.

We hebben nog een lange weg te gaan. Commentaar voor huwelijken: Matteüs 25,1-13.

EVANGELIE

De bruidegom komt, ga hem tegemoet!

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 25,1-13. 

In die tijd vertelde Jezus zijn leerlingen deze gelijkenis: Het is met Rijk der hemelen 
als met tien meisjes die met hun lampen uittrokken, de bruidegom tegemoet.
Vijf van hen waren dom, de andere vijf verstandig.
Want de domme namen wel hun lampen mee, maar geen olie;
de verstandige echter namen met hun lampen tevens kruiken olie mee.
Toen nu de bruidegom op zich liet wachten, dommel­den zij allen in en sliepen.
Maar midden in de nacht klonk er geroep: Daar is de bruidegom! Trekt hem tegemoet!
Meteen waren al de meisjes wakker en maakten hun lampen in orde.
De domme zeiden tegen de verstandi­ge: Geeft ons wat olie, want onze lampen gaan uit.
Maar de verstandige antwoord­den: Neen, er mocht eens niet genoeg zijn voor ons en jullie samen. Gaat liever naar de verkopers en haalt wat voor jezelf.
Maar terwijl zij onderweg waren om te gaan kopen kwam de bruidegom, 
en die klaar stonden, traden met hem binnen om bruiloft te vieren; en de deur ging op slot.
Later kwamen ook de andere meisjes en zeiden: Heer, heer, doe open!
Maar hij antwoorde: Voorwaar, Ik zeg u: Ik ken u niet.
Weest dus waakzaam, want gij kent dag noch uur.
Woord van de Heer.

We hebben nog een lange weg te gaan.

Soms kan het voor ons lijken dat “we al bekeerd zijn”, dus het zijn de anderen, de heidenen, die bekeerd moeten worden en we kunnen hen zelfs in ons hart bekritiseren omdat ze niet doen wat wij doen.
Dit is het ergste wat we kunnen doen, want dan zijn we niet meer alert en manipuleert de duivel ons zoals hij wil.
Laten we alert zijn om aandachtig te zijn voor de Bruidegom voordat het te laat is.

Geland in het getrouwde leven:

Monica: Toen ik je laatst bekritiseerde om je houding, dacht ik dat ik een aanhanger van God was, in het team van de goeden, van degenen die voorbestemd zijn voor de hemel. Maar toen ik ’s avonds mijn geweten onderzocht, kwam het bij me op om mezelf te onderzoeken op Liefde, wat bepaalt of we wel of niet in het Hart van Christus zijn.
Ramon: En hoe doe je dat onderzoek naar de liefde?
Monica: Door jezelf te confronteren met het Evangelie. Ik nam de Liefdesbrief van Paulus en begon te lezen dat degene die liefheeft, de echtgenoot grenzeloos verontschuldigt, grenzeloos in God gelooft voor de echtgenoot, grenzeloos wacht op de echtgenoot…. En dat is niet wat ik doe.
Ramón: En wie kan er dan gered worden?
Monica: Het is onmogelijk voor mensen, niet voor God.
Ramón: Ik zie dat we niemand kunnen bekritiseren. We hebben nog een lange weg te gaan.

Moeder,

God alleen is heilig. Mogen we niet zelfgenoegzaam zijn. Prijs de Heer.

In zichzelf gekeerd. Commentaar voor huwelijken: Marcus 6,17-29

EVANGELIE 

Ik wil dat je me nu het hoofd van Johannes de Doper op een presenteerblaadje geeft.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus  6,17-29

 

In die tijd had Herodes Johannes laten grijpen en in de gevangenis in boeien geslagen omwille van Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus, want hij had haar tot zijn vrouw genomen.

Johannes had immers tot Herodes gezegd: ‘Het is u niet geoorloofd de vrouw van uw broer te hebben.’

Herodias was daarom op hem gebeten en wilde hem doden, maar zij kreeg geen kans,

want Herodes had ontzag voor Johannes. Hij wist dat hij een rechtschapen en heilig man was, 

en nam hem in bescher­ming. Telkens wanneer hij hem gehoord had, 

verkeerde hij in tweestrijd; maar toch luisterde hij graag naar hem.

Er kwam echter een gunstige dag, toen Herodes bij zijn verjaardag een maaltijd aanrichtte 

voor zijn hoogwaardig­heidsbekleders, zijn hoofdofficie­ren en de vooraanstaanden van Galilea.

De dochter van Herodias trad op met een dans en zij beviel aan Herodes en zijn tafelgenoten. 

De koning zei tot het meisje: ‘Vraag me wat je wilt en ik zal het je geven.’

En hij bevestigde haar met een eed: ‘Wat je me ook vraagt, ik zal het je geven, al is het de helft van mijn koninkrijk.’

Zij ging naar buiten en vroeg aan haar moeder: ‘Wat zou ik vragen?’ 

Deze ant­woordde: ‘Het hoofd van Johannes de Doper.’

Zij haastte zich naar de koning en zei hem haar verlangen: 

‘Ik wil dat u mij op staande voet op een schotel het hoofd van Johannes de Doper geeft.’

Dit deed de koning leed, maar om zijn eed gestand te doen en ook wegens zijn tafelgeno­ten wilde hij haar niet afwijzen.

Terstond stuurde de koning dus een lijfwacht en gelastte hem 

het hoofd van Johannes te brengen. De man ging en onthoofdde hem in de gevangenis.

Hij bracht het hoofd op een schotel en gaf het aan het meisje; 

het meisje gaf het weer aan haar moeder.

Toen zijn leerlingen er van gehoord hadden, kwamen ze zijn lijk halen en legden het in een graf.

Woord van de Heer.

In zichzelf gekeerd.

Er zijn wegen naar het leven en andere naar de dood. De eerste weg is het leven aanvaarden en dat is wat God ons doorgeeft door het Woord en de Sacramenten (vooral de Eucharistie). Uiteindelijk is Christus de weg van het leven en zolang we in Hem blijven, zullen we leven hebben in ons. 

Johannes de Doper koos de weg van het leven, waardoor hij zijn leven gaf en Het Leven, met een hoofdletter L, bereikte.

Herodes en Herodias kozen de weg van de dood, dat is het leven in Christus en in Zijn Woord vervangen door een leven in zichzelf gekeerd (in zichzelf gesloten) en zij zaaiden de dood omdat alleen de Heer leven voortbrengt.

Wie het Woord van God hoort en het bewaart, zal leven hebben en wel in overvloed, en het Woord zegt dat het huwelijk onverbrekelijk is.

Geland op het huwelijksleven:

Antonio: Schat, denk je dat we op een weg van leven of dood zijn?

Helena: Nou… ik hoop dat wij de weg van het leven hebben gekozen, omdat we ons oprechte ja aan de Heer hebben gegeven en we proberen met Hem verenigd te blijven. Maar het is waar dat we soms een omweg nemen en als dat gebeurt ervaren we de gevolgen van de dood en zaaien we de dood.

Antonio: Ja, zoals gisteren, toen ik die beslissing nam zonder op jou te rekenen en ik wilde je er niet om vergeving vragen.

Helena: Precies. Ik voelde me slecht dat je niet op me rekende, ik vatte het op als minachting voor mij, ik eiste dat jij je verontschuldigde, je verontschuldigde je en de keten van de dood ging verder, met jou te veroordelen en te eisen dat je me waardeerde enzovoort.

Antonio: Het is duidelijk dat deze afwijkingen vanaf het begin gestopt moeten worden met de barrière van nederigheid.

Helena: Dat is wat het Woord ons vertelt. Anders kan de dood doorgaan met oprukken totdat het ons huwelijk en ons gezin vernietigt.

Anthony: God verhoede het.


Moeder,

We houden van de Heer en we willen in Christus zijn, de bron van alle Leven. Prijs Hem voor altijd.