Dagelijks archief: 1 september, 2025

De niet gewaardeerde gave. Commentaar voor echtparen: Lucas 4:16-30

Evangelie van de dag

Lezing uit het heilige evangelie volgens Lucas

In die tijd kwam Jezus in Nazaret, waar Hij was grootge­bracht, ging volgens zijn gewoonte op de sabbatdag naar de synagoge en stond op om voor te lezen.
Ze reikten Hem de boekrol van de profeet Jesaja aan. Hij opende de rol 
en vond de plaats waar geschreven stond:
De geest des Heren is over mij gekomen, omdat Hij mij gezalfd heeft. 
Hij heeft mij gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen, 
aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken, en aan blinden, dat zij zullen zien; 
om verdrukten te laten gaan in vrijheid,
om een genade­jaar af te kondigen van de Heer.
Daarop rolde Hij het boek dicht, gaf het terug aan de dienaar en ging zitten. 
In de synagoge waren aller ogen gespannen op hem gevestigd.
Toen begon Hij hen toe te spreken: ‘Het Schriftwoord 
dat gij zojuist gehoord hebt, is thans in vervulling gegaan.’
Allen bevestigden Hem hun instemming en verbaasden zich, dat woorden, zo vol genade 
uit zijn mond vloeiden. Ze zeiden: ‘Is dat dan niet de zoon van Jozef?’
Hij zei hun: ‘Natuurlijk zult ge Mij dit spreekwoord voorhouden: Geneesheer, genees uzelf. 
Doe al wat, maar wij hoorden, in Kafarnaum gebeurd is, nu ook hier in uw vaderstad.’
Maar Hij gaf er dit antwoord op: Voor­waar, Ik zeg u: geen profeet is heilzaam voor zijn eigen vaderstad.
En het is waar wat Ik u zeg: in de tijd van Elia immers, toen de hemel drie jaar en zes maanden gesloten bleef 
en een grote hongersnood uitbrak over het hele land, waren er veel weduwen in Israel;
toch werd Elia tot niemand van hen gezonden, behalve tot een weduwe in Sarepta in het gebied van Sidon.
En in de tijd van de profeet Elisa waren er vele melaatsen in Israel; 
toch werd niemand van hen gereinigd, behalve de Syrier Naaman.’
Toen ze dit hoorden, werden allen die in de synagoge waren, woedend.
Ze sprongen overeind, joegen Hem de stad uit en dreven Hem voort tot aan de steile rand van de berg 
waarop hun stad gebouwd was, om Hem daar in de afgrond te storten.
Maar Hij ging midden tussen hen door en vertrok.
Woord van de Heer.

De niet gewaardeerde gave.

Deze passage nodigt ons uit om na te denken over een veelvoorkomend fenomeen in het leven van echtparen: de moeilijkheid om de grootsheid en het handelen van God te erkennen in degene die ons het dichtst bij staat. Jezus wordt juist afgewezen door degenen die hem al sinds zijn kindertijd kennen. Hun vertrouwdheid verhindert hen te zien wat God door hem doet. In het huwelijk kan iets soortgelijks gebeuren: na verloop van tijd zien we de ander, zijn waarde, zijn gaven of zelfs zijn lijden niet meer, omdat we het als vanzelfsprekend beschouwen. De ‘liefde’ (de verkeerd begrepen liefde) kan bekoelen, zelfs zonder dat er grote problemen zijn, maar gewoon door de routine, de gewoonte en het gebrek aan verwondering omdat we niet erkennen dat onze echtgenote een zeer waardig schepsel en kind van God is. De Heer nodigt ons uit om naar onze echtgenoot te kijken met de ogen van God, met hernieuwde tederheid, en zijn of haar geschiedenis, wonden en gaven te waarderen.
Het is mooi om in deze passage te zien hoe Jezus zich niet aanpast aan de verwachtingen van zijn volk. In ons huwelijksleven is het ook van vitaal belang om te accepteren dat de ander niet precies is zoals ik wil dat hij is, maar zoals hij is. Liefhebben is niet de ander naar mijn beeld vormen, maar hem verwelkomen en begeleiden in zijn proces en mezelf geven zoals ik ben, en zoals de ander is. 

De heftige reactie van de mensen op Jezus waarschuwt ons voor het gevaar om ons af te sluiten voor verandering, om ons niet door de Geest te laten confronteren en veranderen. In het huwelijk kan dat zich uiten in trots, koppigheid of angst om toe te geven. Maar volwassen liefde vereist nederigheid, luisteren en openheid voor wederzijdse correctie.
Toegepast op het huwelijksleven:

Julio: Weet je wat? Sinds we de retraite van Project van de echtelijke liefde hebben gedaan, ontdek ik een Roos die ik voorheen over het hoofd zag. Nu zie ik je steeds meer als een geschenk voor mij en echt mijn steun en toeverlaat in alles Roos: Ik probeer het ook, maar zoals je hebt gemerkt, lukt dat vaak niet en val ik weer in de verleiding om je niet te bekijken met de blik waarmee de Heer naar je kijkt.
Julio: Nou, ik ben ook niet perfect, maar ik geef toe dat zodra ik merk dat ik je in mijn hart bekritiseer, de Heer me de genade schenkt om me daarvan bewust te worden en ik probeer met alle middelen niet in die slechte gedachten te blijven hangen. Soms lukt dat niet en dan maak ik er een puinhoop van en beginnen de ruzies.

Rosa: Dat is essentieel: de poging om die zelfbeheersing te hebben, en dat is ook wat mij zo veel moeite kost. Als ik daar geen rem op zet, komt mijn hele verleden weer boven en kom ik niet meer uit mijn kritiek en mijn slechte gedachten over jou. De duivel heeft me vaak in zijn greep en ik verval in slachtofferschap en zelfmedelijden, zonder aandacht te schenken aan alle goede dingen die ik voor mezelf en voor de meisjes kan doen.
Julio: Nou, vaak maak ik het je ook niet gemakkelijk. Je weet dat ik niet perfect ben en als ik daarover nadenk, en hoewel jij dat ook niet bent, besef ik hoe moeilijk ik het je maak om die zelfbeheersing te bereiken en de waarde die ik in Gods ogen heb te herontdekken.
Roos: Je hebt me heel goede ideeën gegeven: ik ga beginnen met toe te passen wat je me hebt gezegd en ik ga proberen om vanaf het begin de slechte gedachten te stoppen en in plaats daarvan altijd naar je te kijken als een geschenk voor mij.

Moeder,

Help me om elke dag de waarde van mijn man te herontdekken, om te leren naar hem te kijken met jouw barmhartigheid en te erkennen dat hij een instrument van God voor mij is. Geprezen zij de
Heer!


De niet gewaardeerde gave. Commentaar voor echtparen: Lucas 4:16-30

Evangelie van de dag

Lezing uit het heilige evangelie volgens Lucas

In die tijd kwam Jezus in Nazaret, waar Hij was grootge­bracht, ging volgens zijn gewoonte op de sabbatdag naar de synagoge en stond op om voor te lezen.
Ze reikten Hem de boekrol van de profeet Jesaja aan. Hij opende de rol 
en vond de plaats waar geschreven stond:
De geest des Heren is over mij gekomen, omdat Hij mij gezalfd heeft. 
Hij heeft mij gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen, 
aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken, en aan blinden, dat zij zullen zien; 
om verdrukten te laten gaan in vrijheid,
om een genade­jaar af te kondigen van de Heer.
Daarop rolde Hij het boek dicht, gaf het terug aan de dienaar en ging zitten. 
In de synagoge waren aller ogen gespannen op hem gevestigd.
Toen begon Hij hen toe te spreken: ‘Het Schriftwoord 
dat gij zojuist gehoord hebt, is thans in vervulling gegaan.’
Allen bevestigden Hem hun instemming en verbaasden zich, dat woorden, zo vol genade 
uit zijn mond vloeiden. Ze zeiden: ‘Is dat dan niet de zoon van Jozef?’
Hij zei hun: ‘Natuurlijk zult ge Mij dit spreekwoord voorhouden: Geneesheer, genees uzelf. 
Doe al wat, maar wij hoorden, in Kafarnaum gebeurd is, nu ook hier in uw vaderstad.’
Maar Hij gaf er dit antwoord op: Voor­waar, Ik zeg u: geen profeet is heilzaam voor zijn eigen vaderstad.
En het is waar wat Ik u zeg: in de tijd van Elia immers, toen de hemel drie jaar en zes maanden gesloten bleef 
en een grote hongersnood uitbrak over het hele land, waren er veel weduwen in Israel;
toch werd Elia tot niemand van hen gezonden, behalve tot een weduwe in Sarepta in het gebied van Sidon.
En in de tijd van de profeet Elisa waren er vele melaatsen in Israel; 
toch werd niemand van hen gereinigd, behalve de Syrier Naaman.’
Toen ze dit hoorden, werden allen die in de synagoge waren, woedend.
Ze sprongen overeind, joegen Hem de stad uit en dreven Hem voort tot aan de steile rand van de berg 
waarop hun stad gebouwd was, om Hem daar in de afgrond te storten.
Maar Hij ging midden tussen hen door en vertrok.

Woord van de Heer.

 

De niet gewaardeerde gave.

Deze passage nodigt ons uit om na te denken over een veelvoorkomend fenomeen in het leven van echtparen: de moeilijkheid om de grootsheid en het handelen van God te erkennen in degene die ons het dichtst bij staat. Jezus wordt juist afgewezen door degenen die hem al sinds zijn kindertijd kennen. Hun vertrouwdheid verhindert hen te zien wat God door hem doet. In het huwelijk kan iets soortgelijks gebeuren: na verloop van tijd zien we de ander, zijn waarde, zijn gaven of zelfs zijn lijden niet meer, omdat we het als vanzelfsprekend beschouwen. De ‘liefde’ (de verkeerd begrepen liefde) kan bekoelen, zelfs zonder dat er grote problemen zijn, maar gewoon door de routine, de gewoonte en het gebrek aan verwondering omdat we niet erkennen dat onze echtgenote een zeer waardig schepsel en kind van God is. De Heer nodigt ons uit om naar onze echtgenoot te kijken met de ogen van God, met hernieuwde tederheid, en zijn of haar geschiedenis, wonden en gaven te waarderen.
Het is mooi om in deze passage te zien hoe Jezus zich niet aanpast aan de verwachtingen van zijn volk. In ons huwelijksleven is het ook van vitaal belang om te accepteren dat de ander niet precies is zoals ik wil dat hij is, maar zoals hij is. Liefhebben is niet de ander naar mijn beeld vormen, maar hem verwelkomen en begeleiden in zijn proces en mezelf geven zoals ik ben, en zoals de ander is. 

De heftige reactie van de mensen op Jezus waarschuwt ons voor het gevaar om ons af te sluiten voor verandering, om ons niet door de Geest te laten confronteren en veranderen. In het huwelijk kan dat zich uiten in trots, koppigheid of angst om toe te geven. Maar volwassen liefde vereist nederigheid, luisteren en openheid voor wederzijdse correctie.

Toegepast op het huwelijksleven:

Julio: Weet je wat? Sinds we de retraite van Project van de echtelijke liefde hebben gedaan, ontdek ik een Roos die ik voorheen over het hoofd zag. Nu zie ik je steeds meer als een geschenk voor mij en echt mijn steun en toeverlaat in alles Roos: Ik probeer het ook, maar zoals je hebt gemerkt, lukt dat vaak niet en val ik weer in de verleiding om je niet te bekijken met de blik waarmee de Heer naar je kijkt.
Julio: Nou, ik ben ook niet perfect, maar ik geef toe dat zodra ik merk dat ik je in mijn hart bekritiseer, de Heer me de genade schenkt om me daarvan bewust te worden en ik probeer met alle middelen niet in die slechte gedachten te blijven hangen. Soms lukt dat niet en dan maak ik er een puinhoop van en beginnen de ruzies.

Rosa: Dat is essentieel: de poging om die zelfbeheersing te hebben, en dat is ook wat mij zo veel moeite kost. Als ik daar geen rem op zet, komt mijn hele verleden weer boven en kom ik niet meer uit mijn kritiek en mijn slechte gedachten over jou. De duivel heeft me vaak in zijn greep en ik verval in slachtofferschap en zelfmedelijden, zonder aandacht te schenken aan alle goede dingen die ik voor mezelf en voor de meisjes kan doen.
Julio: Nou, vaak maak ik het je ook niet gemakkelijk. Je weet dat ik niet perfect ben en als ik daarover nadenk, en hoewel jij dat ook niet bent, besef ik hoe moeilijk ik het je maak om die zelfbeheersing te bereiken en de waarde die ik in Gods ogen heb te herontdekken.
Roos: Je hebt me heel goede ideeën gegeven: ik ga beginnen met toe te passen wat je me hebt gezegd en ik ga proberen om vanaf het begin de slechte gedachten te stoppen en in plaats daarvan altijd naar je te kijken als een geschenk voor mij.
Moeder,

Help me om elke dag de waarde van mijn man te herontdekken, om te leren naar hem te kijken met jouw barmhartigheid en te erkennen dat hij een instrument van God voor mij is. Geprezen zij de Heer!