Maandelijks archief: augustus 2025

De uitnodiging is van je echtgenoot. Commentaar voor echtparen: Lucas 14,1.7-14.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas 14,1.7-14.

Toen Jezus op een sabbat het huis van een van de voornaamste Farizeeën binnenging
om de maaltijd te gebruiken, hielden zij Hem voortdu­rend in het oog.
Daar Hij opmerkte, hoe de genodigden de voornaamste plaatsen aan tafel uitzochten, hield Hij hun de volgende gelijkenis voor:
Wanneer gij door iemand op een bruiloft wordt genodigd, ga dan niet aanliggen op de voornaamste plaats.
Het zou kunnen zijn, dat er door hem iemand is uitgenodigd die voornamer is dan gij,
en dat degene die u en hem genodigd heeft u komt zeggen: Sta uw plaats aan hem af.
Dan zoudt ge vol schaamte de minste plaats moeten innemen.
Maar ga, wanneer ge ergens genodigd wordt, op de minste plaats aanliggen.
Als degene die u heeft uitgenodigd dan komt, zal hij u zeggen: Vriend, ga wat hoger op.
Zo zal u een eer te beurt vallen in het oog van allen die met u aanliggen.
Want al wie zichzelf verheft zal vernederd, en wie zichzelf vernedert, zal verheven worden.’
Hij zei ook nog, nu tot zijn gastheer: ‘Wanneer gij een middag ‑ of een avondmaal geeft,
nodig dan niet uw vrienden, broers en bloedverwan­ten uit en ook geen rijke buren.
Het zou kunnen zijn, dat zij op hun beurt u uitnodigen en gij het dus terugkrijgt.
Maar als ge een gastmaal geeft, nodig armen, gebrekki­gen, kreupelen en blinden uit.
Gelukkig zult ge zijn, omdat zij het u niet kunnen vergelden.
Het zal u vergolden worden bij de opstanding van de rechtvaardi­gen.’

De uitnodiging is van je echtgenoot.

In het hart van Christus staan wij op de eerste plaats, en Hij nodigt ons uit voor Zijn grote banket. Maar wij wijzen de uitnodiging af en verraden Hem: bespioneerd, gearresteerd, berecht, gemept, geslagen, bespot, gegeseld, veroordeeld, geduwd, beledigd, geschonden, doorboord, uitgerekt, gekruisigd, verlaten, mishandeld, doorboord, vermoord, begraven… en uiteindelijk door Zijn Vader opgewekt en aan Zijn rechterhand gezet.
In welk hart wil je leven en op een andere plaats staan: in het Zijne of in het jouwe? In het eerste sterf je om te leven, in het tweede leef je om te sterven.
Naar welk feest wil je gaan: naar het grote banket in de hemel of naar een ordinair feestje in een slechte herberg, met een eeuwige kater?
Misschien vraag je je af wanneer en waar het grote banket zal plaatsvinden, welke lekkernijen er zullen worden geserveerd, of hoe je je moet kleden. Het antwoord ligt in het hart van je echtgenoot.
Je echtgenoot is Gods uitnodiging voor het banket. In zijn intimiteit ligt de grote belofte. In ons sacrament, de toegangspoort. Wil je aanwezig zijn? Wil je heilig zijn?

Aangekomen in het huwelijksleven:

(Luis praat met Pedro, zijn mentor, over zijn huwelijk met Maria)
Luis: Gisteren zei ze me dat ze niets voor me voelt, dat ze weg wil. Ze heeft me om een scheiding gevraagd.
Pedro: Kom, geef me een knuffel. Je beseft toch wel dat je niet alleen bent?
Luis: Ik voel me zo machteloos!
Pedro: Misschien is het moment gekomen om Hem te vragen het te doen.
Luis: Hoezo?

Pedro: Vraag jezelf af: wat staat op een eerste plaats in je hart, het lijden van Maria of dat van jou? Als je je aan haar overgeeft, doe je dat dan met zuivere bedoelingen, of verwacht je er iets voor terug? Geef je je volledig over, of houd je iets achter? Ben je trouw geweest aan haar, niet in wat je doet, maar in wat je denkt en wenst?
Luis: Dus… is het mijn schuld?
Pedro: Het gaat niet om schuld. Het gaat erom dat je de kracht van Christus hebt om de waarheid in je huwelijk te leven. Vreugde brengt samen, pijn verbindt. Kijk, in vreugde komen we allemaal samen rond Christus. Maar het is in pijn dat we ons echt met Hem verenigen.
Luis: En waar moet ik beginnen?
Pedro: Begin voor het Heilig Sacrament. Zeg Hem niets, leg Hem niets op. Verootmoedig jezelf gewoon en vraag Hem je de waarheid te tonen. Wees niet bang. Wanneer je je ellende toont en erkent, zal Zijn Geest komen, en met Zijn liefde zul je Maria kunnen bijstaan.
Luis: Maar ik heb geen kracht… geen hoop.
Pedro: Luis, ook al zie je het niet, je hebt nu een enorme genade ontvangen. Je bent op het punt gekomen dat je geloof en je hoop niet meer voldoende zijn: je moet om die van Christus vragen. We denken dat, omdat alles min of meer goed gaat, we in vrede zijn… maar we sterven langzaam. Om de waarheid van Christus te leven, moet je opnieuw geboren worden en barensweeën ondergaan. Maar er is niets vollediger dan leven in de waarheid die alleen Zijn Geest kan geven.
Luis: Pedro, ik heb je heel hard nodig op deze reis. Op dit moment vind ik het moeilijk te begrijpen wat je me vertelt.
Pedro: We hebben alleen Hem nodig. En zelfs als je Hem nu niet ziet, daar is geloof voor. En in de tussentijd, in Zijn hoop, zal ik met je wachten.

Moeder,

Volmaakte Bruid die trouw is gebleven aan de Bruidegom, wijs mij de weg.


Talenten zijn van de Heer. Commentaar voor echtparen: Mt 25,14-30

Evangelie van de dag

Lezing uit het heilige Evangelie volgens Matteüs

In die tijd hield Jezus zijn leerlingen de volgende gelijkenis voor: Het zal met het rijk der hemelen zijn 
als met de man die bij zijn vertrek naar het buitenland zijn dienaars bij zich riep om hun zijn bezit toe te ver­trou­wen.
Aan de een gaf hij vijf talenten, aan de andere twee, aan een derde een, ieder naar zijn bekwaam­heid. Daarna vertrok hij.
Die de vijf talenten gekre­gen had, ging er terstond mee werken en verdiende er vijf bij.
Zo verdiende ook degene die de twee gekregen had, er twee bij.
Maar die dat ene had gekregen, ging een gat in de grond graven en het geld van zijn heer verbergen.
Een hele tijd later kwam de heer van die dienaars terug en hield afrekening met hen.
Die vijf talenten gekregen had, trad naar voren en bood nog vijf talenten aan met de woorden:
Heer, vijf talenten hebt gij mij toevertrouwd; ziehier, vijf talenten heb ik erbij verdiend.
Zijn meester sprak tot hem: Uitstekend, goede en trouwe dienaar, over weinig waart ge trouw,
over veel zal ik u aanstellen. Ga binnen in de vreugde van uw heer.
Nu trad die van de twee talenten naar voren en zei: Heer, twee talenten hebt gij mij toevertrouwd; ziehier, twee talenten heb ik erbij verdiend.
Zijn meester sprak tot hem: Uitstekend, goede en trouwe dienaar, over weinig waart ge trouw, over veel zal ik u aanstellen. Ga binnen in de vreugde van uw heer.
Tenslotte trad ook die het ene talent had gekregen naar voren en zei: Heer, ik heb ervaren
dat gij een hard mens zijt, die oogst waar gij niet gezaaid hebt en binnenhaalt waar gij niet hebt uitgestrooid.
Daarom was ik bang en ben uw talent in de grond gaan verbergen. Hier hebt ge uw eigendom terug.
Maar zijn meester gaf hem ten antwoord: Slechte en luie knecht, je wist dus 
dat ik oogst waar ik niet gezaaid heb en binnen­haal waar ik niet heb uitgestrooid?
Daarom had je mijn geld bij de bankiers moeten uitzetten, 
dan zou ik bij mijn komst mijn bezit met rente teruggekregen hebben.
Neemt hem dus dat talent af en geeft het aan wie de tien talenten heeft.
Want aan ieder die heeft, zal gegeven worden; maar wie niet heeft, hem zal nog ontnomen worden zelfs wat hij heeft.
En werpt die onnutte knecht buiten in de duisternis; daar zal geween zijn en tandengeknars.
Woord van de Heer.
Talenten zijn van de Heer.

In deze parabel maakt de Heer ons duidelijk dat mijn talenten niet van mij zijn, maar gaven die Hij mij heeft gegeven om te beheren en te laten renderen, om de taak uit te voeren die Hij mij heeft toevertrouwd, en dat deel is wel aan mij, ik ben verantwoordelijk om mijn kwaliteiten in dienst te stellen, te laten renderen en vrucht te dragen. De Heer heeft mij bepaalde capaciteiten gegeven, bepaalde talenten. Hoeveel? Het maakt niet uit of het er veel of weinig zijn. Welke? Diegene die Hij heeft gewild. Het punt is dat Hij ze mij, of het er nu veel of weinig zijn, niet heeft gegeven voor mijn exclusieve voordeel, noch om ze voor mezelf te houden, maar om ze in Zijn heilige dienst te stellen. Ze zijn niet van mij, ze zijn van Hem, en het is mijn taak om ze te beheren. En Hij belooft me dat, als ik een goede en trouwe dienaar ben, die deze talenten gebruikt om voor het Koninkrijk van God te werken, ze zich zeker zullen vermenigvuldigen en bovendien, als beloning, ervoor zullen zorgen dat ik het eeuwige leven zal binnengaan. Dat is geweldig! Als ik trouw ben in het kleine, in die gewone taken van mijn dagelijks leven, met mijn echtgenoot, met mijn kinderen, familie en vrienden, dan belooft Hij mij het eeuwige leven! Kan er een grotere beloning zijn?
En ik vraag me af… wat doe ik met de talenten die de Heer me heeft gegeven? Zet ik ze in ten dienste van mijn echtgenoot, mijn kinderen, mijn naaste, zoals Hij van me verwacht? Of bewaar ik ze en begraaf ik ze?

Toegepast op het huwelijksleven:

Manuel: Cristina, we zijn uitgenodigd om de herders te worden van de nieuwe groep echtparen die in onze parochie wordt opgericht. Wat vind je ervan? Zullen we het aandurven en ja zeggen?
Cristina: Maar wat zeg je nou, Manuel! Wij? We zijn toch niemand! Er zijn veel meer ervaren echtparen dan wij.
Manuel: Dat heb ik in eerste instantie ook gezegd… maar ze hebben aangedrongen, ze zeggen dat ze ons zien en dat we met onze kwaliteiten veel goeds kunnen doen voor de huwelijken in de groep.
Cristina: Onze kwaliteiten? Welke kwaliteiten?
Manuel: Ze zeggen dat we gastvrij zijn, dat jij verantwoordelijk bent en dat ik volhardend ben… En dat we erover moeten bidden.
Cristina: Nou… dat je volhardend bent, dat is waar, hahaha… wanneer iets in je hoofd komt… En dat ik verantwoordelijk ben, dat denk ik ook… als ik me ergens toe verbind, probeer ik dat inderdaad met alle kracht na te komen… En als zij ons gastvrij vinden… Maar is dat genoeg? Laten we ervoor bidden…
(Later…)
Cristina: Eerlijk gezegd heb ik nog nooit echt stilgestaan bij en gebeden over de gaven die God ons heeft gegeven, waarom Hij ze ons heeft gegeven en wat Hij wil dat we ermee doen. En ik weet niet zeker of wij wel geschikt zijn om een groep te leiden, ik zie weinig kwaliteiten in mezelf, ik denk dat de mensen die we kennen meer hebben dan wij.
Manuel: Komt dat niet omdat je lui bent? Want het gaat er niet om jezelf met anderen te vergelijken. Je weet dat God de gaven verdeelt zoals Hij dat wil. Alles wat Hij ons geeft, is een gave van Zijn Liefde. Het gaat erom Zijn wil te doen, de gaven die Hij ons heeft gegeven ten dienste te stellen van het Koninkrijk van God. Niet doen zoals de nalatige en luie dienaar uit de gelijkenis van de talenten, die in plaats van ze te laten renderen, ze begroef en ze daardoor uiteindelijk verloor.
Cristina: Je hebt helemaal gelijk, Manuel. Misschien word ik overwonnen door luiheid, of misschien is het een beetje valse nederigheid, die uiteindelijk toch eigenliefde is. Ik denk dat we het moeten proberen. Als de Heer wil dat dit onze manier is om onze gaven in Zijn dienst te stellen, zal Hij dat mogelijk maken. En zo niet, dan zal Hij ons dat laten weten. Jezus, ik vertrouw op U!
Manuel: Dit is mijn Cristinita! Ik hou van je!

Moeder,

Help ons om met nederigheid de talenten te erkennen die God ons heeft gegeven, dat we ons die niet toe-eigenen, en dat we, net als U, altijd en te allen tijde God danken voor alles wat Hij ons geeft. Hij is de bron van alle goedheid. Mijn ziel prijst de grootheid van de Heer! Gezegend zijt Gij, Moeder! Geprezen zij de Heer!

De wil van de Heer. Commentaar voor echtparen: Marcus 6, 17-29

Evangelie van de dag
 
Lezing uit het heilige evangelie volgens Marcus 6, 17-29

In die tijd had Herodes Johannes laten grijpen en in de gevangenis in boeien geslagen omwille van Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus, want hij had haar tot zijn vrouw genomen.
Johannes had immers tot Herodes gezegd: ‘Het is u niet geoorloofd de vrouw van uw broer te hebben.’
Herodias was daarom op hem gebeten en wilde hem doden, maar zij kreeg geen kans,
want Herodes had ontzag voor Johannes. Hij wist dat hij een rechtschapen en heilig man was, 
en nam hem in bescher­ming. Telkens wanneer hij hem gehoord had, 
verkeerde hij in tweestrijd; maar toch luisterde hij graag naar hem.
Er kwam echter een gunstige dag, toen Herodes bij zijn verjaardag een maaltijd aanrichtte 
voor zijn hoogwaardig­heidsbekleders, zijn hoofdofficie­ren en de vooraanstaanden van Galilea.
De dochter van Herodias trad op met een dans en zij beviel aan Herodes en zijn tafelgenoten. 
De koning zei tot het meisje: ‘Vraag me wat je wilt en ik zal het je geven.’
En hij bevestigde haar met een eed: ‘Wat je me ook vraagt, ik zal het je geven, al is het de helft van mijn koninkrijk.’
Zij ging naar buiten en vroeg aan haar moeder: ‘Wat zou ik vragen?’ 
Deze ant­woordde: ‘Het hoofd van Johannes de Doper.’
Zij haastte zich naar de koning en zei hem haar verlangen: 
‘Ik wil dat u mij op staande voet op een schotel het hoofd van Johannes de Doper geeft.’
Dit deed de koning leed, maar om zijn eed gestand te doen en ook wegens zijn tafelgeno­ten wilde hij haar niet afwijzen.
Terstond stuurde de koning dus een lijfwacht en gelastte hem 
het hoofd van Johannes te brengen. De man ging en onthoofdde hem in de gevangenis.
Hij bracht het hoofd op een schotel en gaf het aan het meisje; 
het meisje gaf het weer aan haar moeder.
Toen zijn leerlingen er van gehoord hadden, kwamen ze zijn lijk halen en legden het in een graf.
Woord van de Heer.

De wil van de Heer.
 
Vandaag vieren we het martelaarschap van Johannes de Doper, over wie zijn vader Zacharias zegt: “En gij, kind, zult profeet genoemd worden van de Allerhoogste, want gij zult voor de Heer uitgaan om zijn wegen te bereiden, om zijn volk de boodschap van verlossing te brengen, door de vergeving van hun zonden,” (Lc 1, 76-77).  Hij was de eerste martelaar omdat hij de waarheid van het huwelijk verdedigde zoals God het bedoeld had, omdat hij tegenover Herodes de onwettigheid van diens relatie met de vrouw van zijn broer, Herodias, verdedigde.  Hij gaf zijn leven om de wil van God te vervullen, en wat ben ik bereid te geven om de wil van God in mijn leven te vervullen? Hoe ver ben ik bereid te gaan? Eén ding moeten we duidelijk voor ogen houden: “we zijn geroepen tot heiligheid”, en de manier om dat te bereiken is door de wil van God te vervullen. We zijn geroepen tot het huwelijk en daar moeten we alles geven.  We zijn niet geroepen om heilige priesters of heilige religieuzen te zijn… we zijn geroepen om heilige echtgenoten te zijn, met de hulp van Gods genade en ons kleine “ja” zullen we dat bereiken!

Toegepast op het huwelijksleven:
 
Mario: Marta, we moeten praten…
Marta: Oh Mario, maak me niet bang! Die woorden roepen erg nare herinneringen bij me op (bijna trillend)
Mario: Dat is waar, sorry. Maar misschien heeft de Heer ons die nare herinnering willen brengen toen we op het punt stonden ons huwelijk en ons gezin op het spel te zetten. Ik herinner me dat het was voordat we op retraite gingen met het Project.
Marta: Deze herinnering vind ik al leuker. Wat een geweldige retraite! Wat een geweldig cadeau heeft je zus ons gegeven, zonder te weten hoe slecht het met ons ging, en ze bedacht om het ons te geven voor Driekoningen. Ik kan haar en Onze Lieve Vrouw, die ons erheen heeft gebracht, nooit genoeg bedanken.
Mario: Daar wilde ik het juist met je over hebben.  Ik weet dat we krap bij kas zitten met de school van de kinderen…
Marta: Dat is waar, maar het is het beste wat we konden doen. De opvoeding van onze kinderen is van fundamenteel belang en zoals een vriendin zegt: “Als we elke dag linzen moeten eten, dan eten we maar linzen.” De verandering die ze op de nieuwe school hebben doorgemaakt, is nog een geschenk van de Maagd Maria. Gisteren vertelde Martita me nog dat ze zich niet langer als “rare snuiters” voelden omdat ze naar de mis gingen en baden.
Mario: Mijn voorstel is dat we het cadeau dat mijn zus ons gegeven heeft nu teruggeven. Herinner je je Lukas nog, mijn collega van het werk? Hij heeft zijn hart bij mij gelucht. Ze hebben al een afspraak met een advocaat om te scheiden, bovendien zitten ze erg krap bij kas en ik had gedacht… (Marta laat hem niet uitpraten)
Marta: Dat lijkt me een geweldig idee, ik denk dat het ook onze plicht is. Nu teruggeven wat we hebben gekregen, ook al is dat een grote financiële opoffering, “geven tot het pijn doet”, zoals Moeder Teresa van Calcutta zei. Bedankt voor je vrijgevigheid, Mario, je helpt me enorm om de wil van God in ons leven te zien. Ik hou heel veel van je en ga nu meteen de linzen in water koken! Hahaha

 
Moeder,
 
Het moet heel moeilijk voor je zijn geweest toen je hoorde dat de zoon van je geliefde nicht de Heilige Elisabeth was onthoofd. Dat was ongetwijfeld weer een moment dat je in je hart zou bewaren. Hoeveel pijn veroorzaken we bij anderen wanneer we handelen vanuit ons egoïsme. Vergeef ons onze zwakheden en help ons om de wil van God in ons leven te onderscheiden en zout en licht voor de wereld te zijn. Gezegend zij uw zuiverheid, nu en voor altijd!


Altijd alert. Commentaar voor echtparen: Matteüs 24, 42-51

Evangelie van de dag

Lezing uit het heilige evangelie volgens Matteüs

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Weest dus waakzaam, want gij weet niet op welke dag uw Heer komt.
Begrijpt dit wel: als de eigenaar van het huis wist op welk uur van de nacht de dief zou komen. zou hij blijven waken en in zijn huis niet laten inbreken.
Weest ook gij dus bereid, omdat de Mensen­zoon komt op het uur, waarop gij het niet verwacht.’
Wie is dus de trouwe en verstandige knecht, die de heer over zijn dienstvolk heeft aangesteld om hun op tijd het eten te geven?
Gelukkig die knecht als de heer bij zijn komst hem daarmee bezig vindt.
Voorwaar, Ik zeg u: hij zal hem aanstellen over alles wat hij bezit.
Maar is die knecht slecht en zegt hij bij zichzelf: mijn heer blijft nog wel een poosje weg,
en begint hij de andere knechten te slaan en eet en drinkt hij met dronk­aards,
dan zal de heer van die knecht komen op een dag waarop hij het niet verwacht en op een uur dat hij niet kent;
en hij zal hem vierendelen en hem het lot doen delen van de huichelaars. Daar zal geween zijn en tandengeknars.
Woord van de Heer.

Altijd alert.

Als we dit evangelie lezen, kan het gebeuren dat we alleen maar aan de dood denken, aan de dag waarop de Heer ons tot zich zal roepen en dat we altijd voorbereid moeten zijn, want zoals Hij ons zegt, weten we het uur, noch de dag. En zo is het, we kunnen niet op ons gemak zijn en alles tot het laatste moment uitstellen. We zijn voortdurend in strijd met de zonde, die geen rust kent en ook wij hebben geen rust, maar de beloning is altijd groter: de genade. En dan heb ik het nog niet eens over de uiteindelijke beloning: de hemel en de eeuwigheid bij God. Daarom moeten we altijd een stap voor zijn en voorbereid zijn, vooral op datgene wat we niet leuk vinden, wat ons ongemakkelijk maakt, wat ons niet goed uitkomt en nog veel meer, waarbij ons antwoord altijd onvoorwaardelijke overgave en toewijding is.
Huwelijken hebben een speciale genade door het sacrament die we niet mogen verspillen en die ons helpt om altijd alert te zijn om onze echtgenoot te aanvaarden in zijn zwakheid als gevolg van de zonde, zonder te vergeten dat die zwakheid ook de mijne is. We zijn geroepen om samen de hemel te bereiken en elke keer dat we een gelegenheid tot zonde overwinnen, is dat een stap dichter bij ons doel. Om die beloning te bereiken hebben we een prachtige oplossing: onbegrensde LIEFDE, zoals Sint-Augustinus zei: “De maatstaf van liefde is liefhebben zonder maat”.

Togepast op het huwelijksleven:

Mariajo: Je bent al thuis, Agustín. Ik had je niet zo snel verwacht. Had je het niet druk op kantoor?
Agustín: Ja, het zijn een paar vermoeiende dagen geweest, maar ik heb me gerealiseerd dat ik maatregelen moet nemen op het werk, anders slokt het me helemaal op en vergeet ik al het andere. Bovendien is het mijn naamdag en moeten we dat vieren zoals het hoort.
Mariajo: Ik ben zo blij met je besluit, het is geweldig hoe je je op dit gebied hebt verbeterd en hoe fijn het is om je vaker thuis te hebben.
Agustín: Ja, vroeger dacht ik dat werk alles was en essentieel om later een ontspannen leven te kunnen leiden, maar niets ontspant me meer dan bij jou te zijn. Godzijdank is er veel werk en voor lange tijd.
Mariajo: Realiseer je je hoe ons leven de afgelopen jaren is veranderd? Vroeger waren we meer bezig met wereldse zaken, met wat we wel en niet leuk vonden, we hechtten veel belang aan geld en daarom besteedden we extra uren aan ons werk, om meer te verdienen en een meer ontspannen leven te hebben. Nu is dat allemaal naar de achtergrond verdwenen, we hebben ontdekt wat God voor ons in petto heeft en dat hebben we boven alles gesteld.

Agustín: Ja Mariajo, zo is het geweest en ik ben heel blij dat ik dat ontdekt heb. Het is er altijd geweest, maar we wilden het niet zien. We zijn samen gegroeid en onze relatie is exponentieel verbeterd door de grootsheid van het huwelijk te ontdekken. Jij en ik hebben God boven alles gesteld en ons leven is enorm verbeterd. Ik dank de Heer daar voortdurend voor.
Mariajo: Vroeger handelden we vanuit onze eigen behoeften en nu zijn we klaar voor wat er ook komt, altijd alert om Gods wil te doen en hoewel dat soms niet gemakkelijk is, blijven we het proberen.
Agustín: Wat geweldig hoe de Heer ons verandert. Zullen we ons echtpaargebed doen en dan maak ik een heerlijk diner voor je klaar?
Mariajo: Geweldig! Je bent geweldig en ik ben God op elk moment oneindig dankbaar voor jou. Laten we dat doen en zo je naamdag vieren zoals die verdient.

Moeder,

Help ons in het licht van Uw voorbeeld en onder de bescherming van Uw mantel om altijd alert en voorbereid te zijn om de Heer te ontvangen. Gezegend zij de Heer die altijd op ons wacht.


De verborgen schoonheid. Commentaar voor echtparen: Matteüs 23, 27-32

Evangelie van de dag
Lezing uit het heilige evangelie volgens Matteüs 23, 27-32

In die tijd sprak Jezus: Wee u, schriftge­leerden en Farizeeën, huichelaars! Gij lijkt op gekalkte graven die er van buiten wel mooi uitzien, maar van binnen vol zijn met doodsbeen­deren en allerhande onreinheid.
Zo ziet ook gij van buiten er voor de mensen wel uit als heiligen, maar van binnen zijt gij vol huichelarij en ongerechtigheid.
Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars! Gij bouwt de graven van profeten en versiert de grafmonu­menten van heiligen
en gij zegt: Als wij geleefd hadden in de tijd van onze vaderen, zouden wij niet medeplichtig geweest zijn aan moord op de profeten.
Gij getuigt dus tegen uzelf, dat gij zonen zijt van profe­tenmoorde­naars.
Woord van de Heer.
De verborgen schoonheid

“Schoonheid zal de wereld redden”. Deze zin, die ons door Johannes Paulus II in herinnering werd gebracht, lijkt veel te maken te hebben met het evangelie van vandaag. We hebben allemaal diep in ons hart een verlangen naar schoonheid, omdat God zelf de Schoonheid is en daarom voelen we ons aangetrokken tot het mooie. Het probleem is dat we dit verlangen soms op een ongeordende manier nastreven en dat het, vermengd met onze eigenliefde, trots en hoogmoed, ons ertoe aanzet meer aandacht te besteden aan het uiterlijk dan aan het hart.
Daarom waarschuwt Jezus ons vandaag met dit evangelie en roept hij ons opnieuw op om naar ons hart te kijken, ons innerlijk te bekeren en onze intenties te zuiveren.
Johannes Paulus II zei ook dat het onzichtbare de mens meer bepaalt dan het zichtbare. Wat zou er gebeuren als we in plaats van het lichaam van een persoon zijn ziel zouden zien? Misschien zouden we verrast zijn, omdat we in deze cultuur van uiterlijkheden leven, we graag goed voor de dag willen komen, we de goedkeuring van de wereld zoeken, we meer dan ooit voor ons imago zorgen, we ons veel aantrekken van wat anderen zullen zeggen, maar… hoe zit het met onze ziel? Zorgen we daar net zo goed voor als voor ons lichaam? Maak ik me zorgen of ik in Gods genade ben? Zorg ik voor het ‘imago’ van mijn ziel door haar te voeden met gebed en de eucharistie en haar te reinigen in de biecht?
Ware schoonheid zit niet in wat we laten zien, maar in wat we van binnen zijn. Wat het lichaam echt mooier maakt, is de ziel die zich laat transformeren door de genade van God. Daarom is het verzorgen van onze ziel de weg om de ware Schoonheid te weerspiegelen die redt.

Toegepast op het huwelijksleven:
 
Carmen: Ik ben ervan overtuigd dat deze retraite die we dit weekend hebben meegemaakt iets van God is… Ik vond het zo mooi dat het alleen maar van God kan komen… Ik wil zo’n liefde tussen ons!
Jaime: Waar beginnen we?
Carmen: Ik denk dat deze roeping begint met het zoeken naar de zuiverheid van ons hart en dat dit zich vervolgens zal weerspiegelen in al het andere, in onze manier van handelen, spreken, kleden, onze vakanties, onze vrije tijd… maar alles begint in het hart.
Jaime: Natuurlijk… De Heer wil geen vervalste liefde, daarom nodigt Hij ons uit om naar binnen te kijken. We kunnen daar beginnen. Wat zoekt ons hart? Wat verlangt het? Waar houdt het van? Zoeken we echt het goede voor onze ziel of alleen maar schijnbaar geluk?
Carmen: Ja, we moeten veel dingen heroverwegen. We letten erg op wat anderen van ons zien, we willen een ‘ideaal’ huwelijk zijn op sociale media, in de parochie… en we verwaarlozen onze ziel en onze ‘verborgen’ liefde thuis, waar niemand ons ziet.
Jaime: Ja, de schoonheid van het huwelijk zit niet in reizen en mooie foto’s, maar in echte toewijding. Laten we de Heer om deze genade vragen, dat Hij ons hart verandert en ons een hart geeft dat lijkt op het zijne.

 
Moeder,
 
Gezegend zij uw zuiverheid, en moge die eeuwig zijn, want een hele God verheugt zich in zo’n grootse schoonheid!