Kinderrechten. Commentaar voor huwelijken: Matteüs 17, 22-27

EVANGELIE
 Ze zullen hem doden, maar hij zal herrijzen. De kinderen zijn vrijgesteld van de belasting. Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Matteüs 17, 22-27
Terwijl zij nog in Galilea bijeen waren, sprak Jezus tot hen: ‘De Mensenzoon zal worden overgeleverd in de handen der mensen,
en ze zullen hem doden, maar op de derde dag zal Hij verrijzen.’ Zij werden zeer bedroefd.
Toen zij in Kafarnaum waren aangekomen, kwamen de inners van de tempelbelasting op Petrus af en zeiden: ‘Betaalt uw Meester de didrachmen niet?’
Hij antwoordde: ‘Welzeker!’ Maar toen hij het huis binnenging, voorkwam Jezus hem met de woorden: ‘Wat dunkt u, Simon? Van wie heffen de aardse vorsten tol of belasting, van hun kinderen of van vreemden?’
En toen hij antwoordde: ‘ Van vreemden,’ zei Jezus tot hem: ‘Dus de kinderen zijn vrij.
Maar toch om hun geen aanstoot te geven: ga naar het meer uit en grijp de eerste vis die boven komt; maak zijn bek open en gij zult een stater vinden; betaal daarmee voor Mij en voor u.’
Het recht van de zonen.

Kinderrechten

Ik heb dit evangelie altijd vreemd gevonden. Wat heeft de passie van Christus te maken met het betalen van belasting? Jezus heeft het eerst over Zijn “plichten” als Zoon en daarna over Zijn “rechten”. Jezus is God en Hij komt om Zijn leven voor ons te geven. Hoe geweldig is het dat Hij zich onderwerpt aan al onze wetten. Het is indrukwekkend om te zien hoe Hij Zichzelf verlaagt en Zich onderwerpt aan mensen.

Maar vandaag gaan we kijken naar die scène waarin Jezus laat zien dat Hij de munt van de Vader-koning ontvangt door middel van een vis, en Hij deelt die met Petrus. Het is een manier om tegen Petrus te zeggen (en via hem tegen ons allemaal): Hé, jullie zijn ook kinderen van mijn Vader, en jullie hebben dezelfde plichten en daarom kunnen jullie aan dezelfde rechten deelnemen als ik.
Ja, omdat we zonen zijn, zijn we verplicht om Christus te volgen en ons leven in de handen van mensen te geven, maar omdat we zonen zijn, geeft God ons ook de mogelijkheid om deel te nemen aan de rechten van de Zoon. Wat onze aardse schulden betreft, laten we ons geen zorgen maken, God zal daarin voorzien. Echtgenoten, kinderen van God, geef gehoor aan de plicht die God ons geeft om eerst lief te hebben als de Zoon, om eerst op te staan in ons huwelijk en daarna in ons leven.

Geland in het getrouwde leven:

Sara (Ramon’s moeder): Je vrouw verdient je niet. Zij waardeert jou niet.. Waarom kom je niet een paar dagen met ons mee en neem je even afstand van haar?
Ramon: Je beledigt me door mijn vrouw te bekritiseren. Bovendien begrijp je niet dat het mijn missie is om mezelf aan haar te geven, zoals mijn Meester deed, die ook geen waarde hechtte aan zijn overgave.
Sara: Vergeef me Ramon, maar ik ben je moeder en het doet me pijn om je te zien lijden. Het lijkt me dat je haar een lesje moet leren, om te zien of ze reageert.
Ramon: Nee, mama. Ik weet dat je het goed bedoelt, maar ik hoor bij haar. Ik ben blij dat God me de kans geeft om lief te hebben zoals Hij, om Zijn zoon te zijn. Hij weet hoe Hij me moet opnemen, je zult zien.
(En in die slechte periode maakte God die echtgenoot een beetje heiliger)

Moeder,

In deze situaties vertrouw ik erop dat ik U ook als mijn Moeder zal hebben en dat U mij niet zult teleurstellen. Leer mij een zoon te zijn door uw Zoon. Amen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *