Innerlijke reiniging. Commentaar voor huwelijken: Matteüs 23, 23-26

EVANGELIE

Dit is wat beoefend moet worden, zonder het andere te verwaarlozen.
Lezing uit het Heilige Evangelie volgens Matteüs 23, 23-26

 

In die tijd sprak Jezus: Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars! 
Gij betaalt wel tienden van munt, anijs en komijn, maar het gewichtigste van de Wet: 
recht­vaardigheid, barmhartigheid en trouw verwaarloost ge. 
Het ene moet men doen en het andere niet nalaten.
Blin­de leiders, die de mug uitzift en de kameel doorslikt!
Wee u, schriftgeleerden en Farizee­ën, huichelaars! De buitenkant maakt ge schoon, 
maar van binnen zijn ze gevuld met roof en genotzucht.
Blinde Farizeeën, reinig eerst de beker van binnen, 
dan wordt de buitenkant van zelf rein.
Woord van de Heer.

Innerlijke reiniging.

Hoe vaak zullen we niet aan de mug van onze echtgenoot trekken omdat hij of zij onhandig is geweest en uiteindelijk een kameelgroot slecht oordeel over hem of haar inslikken?
Ik denk dat ik eerst mijn hart aan de binnenkant moet reinigen voordat ik het hart van mijn echtgenoot aan de buitenkant reinig.

Geland in het getrouwde leven:

Carlos: Vergeef me vrouw voor zoveel oordelen, voor het zo vaak op je neerkijken.
Teresa: Vergeef mij ook, echtgenoot, omdat ik niet het beste in je naar boven heb gehaald, maar omdat ik je heb geprovoceerd en het slechtste in je naar boven heb gehaald.
Carlos: Ik vergeef je.
Teresa: Ik vergeef je. Voel je na deze vergeving geen gevoel van opluchting en innerlijke reiniging?
Carlos: Helemaal. Hoe helend is zoiets eenvoudigs als erkennen wat we verkeerd doen en om vergeving vragen.

Moeder,

Mogen we van elkaar houden zoals U van ons houdt. Prijs de Heer.

Onwaardig of waardig om offer te zijn. Commentaar voor huwelijken: Matteüs 23,13-22

EVANGELIE

Wee jullie, blinde gidsen!

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 23,13-22.

In die tijd sprak Jezus: Wee u, schriftge­leerden en Farizeeën, huichelaars! Gij sluit het Rijk der hemelen af voor de mensen. Zelf gaat gij er niet binnen, terwijl gij hun die dit wel willen, de toegang verspert.
Wee u, schriftgeleer­den en Farizee­ën, huichelaars!
Gij doorkruist zee en land om een bekeer­ling te maken, maar als hij het geworden is, maakt gij hem zelf tot een hellekind, tweemaal erger dan gijzelf!
Wee u, blinde leiders, die zegt: Als iemand zweert bij de tempel, dan betekent dat niets; maar als iemand zweert bij het goud van de tempel, dan is hij gebonden.
Dwazen en blinden! Wat staat dan hoger: het goud of de tempel die het goud heilig maakt?
Of ook: Als iemand zweert bij het altaar, dan betekent dat niets; maar als iemand zweert bij de offergave die er op ligt, dan is hij gebonden.
Blinden! Wat staat hoger: de offergave of het altaar dat de offergave heilig maakt?
Wie dus zweert bij het altaar, zweert daarbij en bij alles wat er op ligt.
En wie zweert bij de tempel, zweert daarbij en bij Hem die erin woont.
En wie zweert bij de hemel, zweert bij de troon van God en bij Hem die erop zetelt.
Woord van de Heer.


 
Onwaardig of waardig om offer te zijn
 
Een blinde ziel is iemand die in gebeurtenissen de dingen van God niet kan zien. Hij ziet wat de wereld ziet, dat wil zeggen, hij interpreteert wat hij ziet zoals de wereld het zou interpreteren. Zo ziet een echtgenoot die moeilijkheden heeft in zijn of haar huwelijk zijn of haar echtgenoot als “slecht”, onwaardig om met hem of haar samen te leven. Vanuit Gods gezichtspunt moet ik eerst kijken naar mijn eigen verantwoordelijkheid voor de moeilijkheden die ik ervaar in mijn huwelijk. Geef ik mezelf of verwacht ik dat de ander zichzelf geeft? Eis ik van de echtgenoot dat hij of zij doet wat ik zou doen of accepteer ik zijn of haar verschillen? Blijf ik zeuren over dingen en irriteer ik hem of haar? Accepteer en vergeef ik zijn of haar zonden zoals God de mijne doet? En ga zo maar door.
Tot slot blijft het over om naar het huwelijk te kijken vanaf het kruis, als dat geschenk waarvoor ik de mogelijkheid heb om mezelf te geven voor het heil van mijn echtgenoot of echtgenote.


 
Geland op het huwelijksleven:
 
Ana: Ik denk dat onze vrienden ons niet goed adviseren. Patri moedigt me aan om bij je weg te gaan omdat ze het onacceptabel vindt wat je met me doet en denkt dat als ik met je doorga ik uit elkaar ga, en Lucas nodigt je uit voor biertjes en hij is heel vriendelijk, maar ik zie niet dat hij je helpt om voor onze liefde te vechten.
John: Lucas? Hij is gescheiden! Hij kan niet wachten tot ik ook gescheiden ben, zodat hij kan gaan feesten.

Ana: Daarom. Kijk, het huwelijk is iets van God en ik denk dat we iemand van God moeten zoeken om ons te helpen. Vooral iemand die zal bidden. Iemand die dicht bij de Heer staat zal weten hoe hij ons moet leiden in de dingen van de Heer, denk je niet?
John: Daar ben ik het mee eens. Ik wil blijven vechten voor ons huwelijk. Ik hou nog steeds van je, ook al weet ik niet hoe ik van je moet houden zoals je verdient. Voor mijn bestwil, ga je gang.


 
Moeder,
 
Mogen we altijd veel bidden om het nodige licht te hebben om anderen te kunnen leiden, niet vanuit onze eigen criteria, maar vanuit Gods rechtvaardigheid en barmhartigheid. Dank u Moeder dat u ons de weg wijst. Gezegend bent u, Moeder.

Commentaire voor huwelijken: Johannes 6, 60-69

EVANGELIE

Naar wie zullen we gaan? Jij hebt de woorden van het eeuwige leven.

Llezing uit het Heilige Evangelie volgens Johannes 6, 60-69

 

In die dagen zeiden velen van de leerlin­gen van Jezus: ‘Deze taal stuit iemand tegen de borst. Wie kan daar naar luisteren?’
Maar Jezus, die uit zichzelf wist dat zijn leerlingen daarover morden, vroeg hun: ‘Neemt gij daar aanstoot aan?
Als gij dan de Mensenzoon ziet opstijgen naar waar Hij vroeger was…?
Het is de geest die levend maakt, het vlees is van geen nut. De woorden die Ik tot u gesproken heb, zijn geest en leven.
Maar er zijn er onder u, die geen geloof hebben.’ ‑ Jezus wist inder­daad van het begin af aan wie het waren die niet geloofden en wie Hem zouden overleveren ‑.
Hij voegde er een toe: ‘Daarom heb Ik u gezegd, dat niemand tot Mij kan komen, als het hem niet door de Vader gegeven is.’
Tengevolge hiervan trokken velen van zijn leerlingen zich terug en verlieten zijn gezelschap.
Waarop Jezus aan de twaalf vroeg: ‘Wilt ook gij soms weggaan?’
Simon Petrus antwoordde Hem: ‘Heer, naar wie zouden wij gaan? Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven
en wij geloven en weten dat Gij de Heilige Gods zijt.’
 
Woord van de Heer.

Zodat ik niet terugkrabbel.

De liefde die Jezus mij toont is veeleisend en het huwelijk is het volgen van Jezus de Bruidegom. Om dat te doen, moet ik bereid zijn om alles op het spel te zetten. Maar als ik mijn verbintenis niet zie als Gods belofte van eeuwig leven in Christus, maar als onze eigen belofte, kan ik in de verleiding komen om de handdoek in de ring te gooien.
Christus openbaart de mens aan de mens zelf, zoals Johannes Paulus II zei. Als we het lijdensverhaal van Christus zien als het prototype van onze echtelijke zelfgave, lijkt het ons iets onbereikbaars en zeker niet erg smakelijks. Jezus vraagt me vandaag: “Doet dit je aarzelen? Zijn zelfgave voor de redding van de wereld zal nutteloos worden voor hen die het afwijzen, die het geschenk afwijzen.
Maar ik vertrouw op Hem en ik weet, ik heb de zekerheid, dat als Hij mij zendt, dat is omdat het mogelijk is.


Geland in het getrouwde leven:

Paco: We zijn allebei erg trots. Het lijkt erop dat we nooit nederig genoeg zullen zijn om een huwelijk op te bouwen zoals God dat wil.
Echtpaar tutor: Wat maakt jullie anders dan andere stellen?
Paco: Nou, wat ons leven heeft veranderd sinds ons gesprek is dat we door het geloof weten dat het mogelijk is om te leven naar het beeld van Christus’ liefde voor de Kerk, voordat we sterven, omdat het project van getrouwde liefde duurt “tot de dood ons scheidt”.
Daarom zal Hij onze vereniging mogelijk maken in dit leven, voordat we het volgende bereiken. Onze ideeën van vlees hebben geen nut, het is “de Geest die leven geeft”.
Echtpaar tutor: Goed! Dat is geloof!


Heer,

Wij geloven: Heer, U hebt de woorden van het eeuwige leven, woorden die we, als we er samen als getrouwd stel naar kijken, echt beleven en ervaren in ons leven.
Hoe zullen we de Heer terugbetalen voor al het goede dat Hij voor ons heeft gedaan? We zullen de beker van verlossing heffen door Zijn naam aan te roepen.

Het dwingt me om van je te houden. Commentaar voor huwelijken: Matteüs 22,34-40.

EVANGELIE

Gij zult de Heer, uw God, liefhebben en uw naaste als uzelf.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 22,34-40. 
In die tijd toen de Farizeeën vernamen dat Jezus de Sadduceeen de mond gesnoerd had, kwamen zij bijeen
en een van hen, een wetgeleerde, vroeg Hem om Hem op de proef te stellen:
‘Meester, wat is het voor­naamste gebod in de Wet?’
Hij ant­woordde hem: ‘Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand.
Dit is het voornaam­ste en eerste gebod.
Het tweede, daarmee gelijkwaar­dig: Gij zult uw naaste beminnen als uzelf.
Aan deze twee geboden hangt heel de Wet en de Profeten.’
Woord van de Heer.


Hij dwingt me om van je te houden.

We zijn niet alleen geschapen zoals God, maar alles wat we zijn is door God verklaard. Zelfs in de geboden is er deze gelijkenis: “Het tweede is zoals de eerste”. In feite is het onmogelijk om God te beminnen zonder onze naaste ook te beminnen, en omgekeerd.
En onze naaste is natuurlijk onze echtgenoot of echtgenote. Wie zegt dat hij God liefheeft en niet van zijn partner houdt, liegt. God liefhebben met heel mijn hart, met heel mijn ziel en met heel mijn wezen is hetzelfde als mijn man liefhebben als mijzelf. En dit zijn de twee belangrijkste geboden. Moge ik ze nooit vergeten…

Geland in het getrouwde leven:

Frans: Ik begrijp niet waarom je meer van God houdt dan van mij.
Ana: Nou, doordat ik meer van God houd, kan ik meer van jou houden.
Frans: ik begrijp het nog steeds niet.
Ana: God bevrijdt me van mijn ondeugden, van mijn zonden, hij bevrijdt me om beter in staat te zijn mezelf aan jou te geven. Weet je nog dat ik verslaafd raakte aan soapseries? Dan klaagde je dat ik niet bij je was op zaterdagmiddag. Wel, God heeft me geleerd dat het belangrijker is dat ik de kans gebruik om elke zaterdag samen met jou door te brengen, jij en ik. Wat denk jij?
Frans: In die zin is het prima.
Ana: Op dezelfde manier neemt Hij mijn egoïsme weg, richt Hij mijn verlangens op onze vereniging… In feite duwt Hij mij om meer van jou te houden.
Frans: Nou… Ik vind het al leuker dat je van God houdt. Ik zal je moeten vragen om mij te leren van Hem te houden.
Ana: Frans, wat ben je heerlijk! Ik moet van je houden… Ik eet je niet op omdat ik dan zonder man zou zitten.

Heer,

Dat ik door het verwelkomen van mijn echtgenoot en mijn gezin, U mag verwelkomen, dat ik door mezelf aan hen te geven, mezelf aan U mag geven. Dat ik U mag liefhebben door van hen te houden. Moeder van echtgenoten, bid voor ons. Amen.

Op weg naar het banket. Commentaar voor huwelijk :Matteüs 22, 1-14

EVANGELIE 

Roep zovelen als u ontmoet op tot het bruiloftsmaal

Een lezing uit het Heilige Evangelie volgens Matteüs 22, 1-14

In die tijd nam Jezus het woord en sprak tot de hogepriester en de oudsten van het volk in  gelijkenissen. Hij zei:

‘Het Rijk der hemelen gelijkt op een koning die een bruiloftsfeest gaf voor zijn zoon.

Hij stuurde zijn dienaars uit om allen te roepen die hij tot de bruiloft had uitgenodigd, maar zij wilden niet komen.

Daarop zond hij andere dienaars met de opdracht: Zegt aan de genodig­den: Zie ik heb mijn maaltijd klaar, mijn ossen en het gemeste vee zijn geslacht; alles staat gereed. Komt dus naar de bruiloft.

Maar zonder er zich om te bekommeren, gingen zij weg, de een naar zijn akker, de ander naar zijn zaken.

De overigen grepen zijn dienaars vast, mishan­delden en doodden hen.

Nu ontstak de koning in toorn, stuurde zijn troepen en liet de moordenaars ombren­gen en hun stad in brand steken.

Toen sprak hij tot zijn dienaars: Het bruiloftsmaal staat klaar, maar de genodigden waren het niet waard.

Gaat dus naar de drukke ver­keerswegen en nodigt wie ge er maar vindt tot de bruiloft.

Zijn dienaars gingen naar de wegen en brachten allen mee die zij er aantroffen, slechten zowel als goeden, en de brui­loftszaal liep vol met gasten.

Toen de koning binnen­kwam om de aanlig­genden te bezoeken, merkte hij daar iemand op die niet voor een bruiloft gekleed was.

En hij sprak tot hem: Vriend, hoe zijt gij hier binnengeko­men zonder bruilofts­kleed? Maar de man bleef het antwoord schuldig.

Toen sprak de koning tot de bedienden: Bindt hem aan handen en voeten en werpt hem buiten in de duisternis. Daar zal geween zijn en tandengeknars.

Velen zijn geroepen maar weinigen uitverko­ren.’

Woord van de Heer.


Op weg naar het banket.

De verloving van de Zoon van God heeft al plaatsgevonden en jij en ik zijn uitgenodigd voor het bruiloftsmaal dat aan de hemelse tafel gevierd zal worden. Gaan we mee?

Heer, om daar te komen moet ik eerst dezelfde weg volgen als U, totdat ik mezelf helemaal aan mijn bruid kan geven. Ik zou andere wegen kunnen kiezen, andere manieren om het huwelijk te beleven, maar ik zou nooit bij Uw grote banket aankomen, omdat ik niet voorbereid zou zijn om aanwezig te zijn gekleed in het juiste gewaad: echtelijke liefde.

Geland in het getrouwde leven:

Frans: Soms heb ik het gevoel dat God constant over me waakt. Er gebeuren dingen met me die geen toeval kunnen zijn, het lijkt alsof Hij tot me spreekt in gebeurtenissen… of in het Evangelie.

Rachel: En wat doe je eraan?

Frans: Ik weet niet wat ik moet doen.

Rachel: Je moet het uitzoeken, de Heer roept je tot iets groots.

Frans: Wat moet ik eraan doen?

Rachel: Laten we samen dicht bij Hem komen, laten we ons aan Hem toewijden, laten we ons leven in Zijn handen leggen, laten we alles accepteren als komend van Hem….

(Frans verzette zich, maar deed het uiteindelijk toch)

Frans: Nu begrijp ik alles. Ik was dood in het leven en door mijn ziel te voeden heb ik de schoonheid van onze roeping, van mijn leven ontdekt. Nu vind ik betekenis in bijna alles wat er gebeurt.

Rachel: De Heer stelt nooit teleur. En je moet betere dingen zien…

Moeder,

Ik begrijp de pijn van Uw Hart, wanneer U voor ons een onuitputtelijk banket hebt bereid en wij ons niet inspannen om gehoor te geven aan de oproep van de Heer tot heiligheid, uit luiheid of vanwege duizend excuses die we kunnen bedenken. We weten dat God groot is en dat ons iets groots te wachten staat. We willen het niet missen. Prijs de Heer. Amen.