Maandelijks archief: december 2025

Moeten we zwijgen? Commentaar voor huwelijken Lucas 1, 5-25

Evangelie van de dag

Lezing uit het heilige evangelie volgens Lucas

In de dagen van Herodes, koning van Judea, leefde er een priester Zacharias geheten, die behoorde tot de klasse van Abia. Hij had een vrouw uit de dochters van Aäron en haar naam was Elisabet.
Beiden waren rechtvaardig in Gods ogen en leefden onberispelijk volgens alle geboden en voorschriften van de Heer.
Zij hadden geen kinderen, want Elisabet was onvruchtbaar en beiden waren al op gevorderde leeftijd.
Toen Zacharias voor God mocht optreden omdat zijn klasse de beurt had, geschiedde het, dat hij,
zoals onder de priesters gebruikelijk was, door het lot werd aangewezen om de tempel des Heren binnen te gaan en het wierookoffer op te dragen.
Het gehele volk stond op het uur van het wierookoffer buiten te bidden.
Er verscheen hem een engel des Heren, staande aan de rechterkant van het wierookaltaar.
Toen Zacharias hem zag, ontstelde hij en werd door vrees bevangen.
Maar de engel sprak tot hem: ‘Vrees niet Zacharias, want uw bede is verhoord; uw vrouw Elisabet zal u een zoon schenken, die gij Johannes moet noemen.
Ge zult verheugd zijn en het uitjubelen en vele mensen zullen zich over zijn geboorte verblijden.
Hij zal groot zijn in de ogen van de Heer; wijn of sterke drank zal hij niet drinken, en nog in de schoot van zijn moeder zal hij met de heilige geest vervuld worden.
Vele zonen van Israel zal hij terugbrengen tot de Heer, hun God.
Hij zal voor Hem uitgaan met de geest en de kracht van Elia om de gezindheid van de vaderen te doen terugkeren in de kinderen en de ongehoorzamen te brengen tot de gesteltenis van de rechtvaardigen en zo voor de Heer een welbereid volk te vormen.’
Maar Zacharias zei tot de engel: ‘Hoe kan ik dat weten? Ik ben oud en ook mijn vrouw is reeds op jaren.’
De engel antwoordde hem: ‘Ik ben Gabriel die voor Gods aangezicht staat, en ik ben gezonden om tot u te spreken en u deze blijde boodschap aan te kondigen.
Zie, gij zult zwijgen en niet in staat zijn te spreken tot de dag waarop dat zal gebeuren, omdat ge mijn woorden niet geloofd hebt; deze zullen echter op hun tijd in vervulling gaan.’
Intussen stond het volk op Zacharias te wachten en ze verwonderden zich dat hij zo lang in het heiligdom bleef.
Toen hij naar buiten kwam, was hij niet bij machte tot hen te spreken en zij begrepen, dat hij in het heiligdom een verschijning gezien had. Maar omdat hij stom bleef, kon hij slechts tegen hen gebaren.
Toen de tijd van zijn tempeldienst om was, ging hij naar huis terug
en enige tijd later werd zijn vrouw, Elisabet, zwanger. Zij hield zich vijf maanden lang verborgen en daarna sprak zij:
‘Dit heeft de Heer voor mij gedaan toen het Hem behaagd had mijn schande bij de mensen weg te nemen.’

Woord van de Heer.

Moeten we zwijgen?

Bij het horen van de woorden van de engel twijfelt Zacharias aan het goede nieuws dat hem wordt gebracht.
En vanwege dat gebrek aan geloof blijft hij stom tot de dag van de
presentatie van zijn zoon. In dezelfde situatie twijfelt de Maagd Maria niet.
Haar vraag is bedoeld om te begrijpen hoe dit zal gebeuren, want zij is maagd en verloofd met Jozef. Zo toont zij haar geloof en haar zuiverheid. Echtgenoten, wat is onze houding? Die van Zacharias of die van Maria?

Terug naar het huwelijksleven

Luisa: Hallo schat, hoe gaat het? Wat een gezicht… is er iets gebeurd?
Pepe: Ach Luisa, je weet niet wat een vreselijke dag ik heb gehad! Ik heb je niet
gebeld om het je te vertellen omdat ik niet wist wat ik moest zeggen…
Luisa: Jeetje! Dat spijt me heel erg. Zullen we de kinderen naar bed brengen en erover praten als ze slapen?
Pepe: Ja, graag. Heel erg bedankt.
Luisa: Kom, laten we gaan zitten en vertel me wat er is gebeurd.
Pepe: Mijn baas heeft me naar zijn kantoor geroepen en zonder erbij na te denken,
heeft hij me verteld dat ze me ontslaan. Dat het niet goed gaat en dat ze me
niet meer nodig hebben in het bedrijf. Je kunt je voorstellen hoe ik me voelde, ik had geen idee. Ik heb zoveel tijd en energie in dit werk gestoken en nu word ik zonder meer ontslagen… en dat met Kerstmis.
Luisa: Dat spijt me heel erg. Ik weet hoe moeilijk dat voor je moet zijn geweest. Wat wil je dat we doen?
Pepe: Ik zou graag even willen bidden, om te zien of de Heer me laat
zien hoe we deze situatie het hoofd kunnen bieden.
Luisa: Dat lijkt me geweldig. (Na het echtelijk gebed)
Pepe: Luisa, de Heer heeft me laten zien dat deze situatie een
zegen kan zijn voor ons gezin en dat ik op Zijn voorzienigheid moet vertrouwen.
Luisa: Ja, Pepe, het heeft mij ook veel rust gegeven, ik weet zeker dat Hij
een beter plan voor ons heeft.
Pepe: Ik ga deze dagen thuis gebruiken om tijd door te brengen met de kinderen en
met jou, jullie zijn mijn prioriteit. En ik ga vacatures bekijken en
we vragen Hem om ons te helpen.
Luisa: Gezegend en geprezen zij de Heer die zoveel van ons houdt en voor ons zorgt.

Moeder

U bent ons voorbeeld en onze gids in het geloof en in het gebed, help ons om
de voorzienige hand van Uw Zoon te zien in alle momenten van ons
leven. We houden van U, Moeder!


Heb de LIEFDE lief. Commentaar voor echtparen Mattheüs 21,28-32

Evangelie van de dag

Lezing uit het heilige evangelie volgens Matteüs

In die tijd zei Jezus tot de hogepriesters en oudsten van het volk: Wat denkt ge van het volgende? Een man had twee zonen. Hij ging naar de eerste toe en zei: Mijn zoon, ga vandaag werken in mijn wijngaard.
Goed vader, antwoordde deze, maar hij deed het niet.
Toen ging hij naar de tweede en zei hetzelfde. Deze antwoordde: Neen, ik wil niet; maar later kreeg hij spijt en ging toch.
Wie van de twee heeft nu de wil van zijn vader gedaan?’ Ze zeiden: ‘De laatste.’ Toen zei Jezus hun: ‘Voorwaar, Ik zeg u: de tollenaars en de ontuchtige vrouwen gaan eerder dan gij het Rijk Gods binnen.
Jo­hannes kwam tot u en beoefende de gerechtigheid; toch hebt gij hem geen geloof geschonken, terwijl de tollenaars en de ontuchtige vrouwen hem wel geloof schonken. Maar zelfs, nadat ge dit had gezien, zijt ge toch niet tot inkeer gekomen en hebt ge hem geen geloof geschonken.
Woord van de Heer.

Heb de LIEFDE lief

Aan jou, geliefde ziel, spreekt de Heer. Doe de wil van de Vader, bedroef de Heilige Geest niet. Stel niet uit wat de Liefde van je vraagt. Geef alles. Datgene wat je geweten kwelt en waarvan je weet dat je het verbergt. Dat criterium dat je niet wilt loslaten. Die verlatenheid die je bang maakt. Die versterving waarover je onderhandelt. Wat je verbergt en niet geeft, versplintert uiteindelijk je hart en maakt het woest. Geef je in vrede over aan de Liefde die niet strijdt, onderhandel niet, geef jezelf niet in stukjes, geef jezelf in één keer helemaal, want Hij heeft zich helemaal voor jou gegeven aan het kruis. Raakt het je hart niet, de onuitputtelijke liefde van een God die je onophoudelijk zoekt? De profeten hebben het al aangekondigd: “God wordt niet moe en raakt niet uitgeput”, “Mijn liefde zal zich niet van je terugtrekken”, “Ik heb je met eeuwige liefde liefgehad”. Waar vinden we zo’n liefde? Het mag ons niet zoveel moeite kosten om Hem lief te hebben door Zijn wil te doen! Hij zal je nooit dwingen, Hij zal je altijd met Zijn liefde aantrekken, maar jij wel, met je kracht en je wil, vecht tegen jezelf, want Hij komt uit jezelf om je te redden. Keer terug naar Zijn Hart, als je ooit bent weggegaan. De weg terug is Christus, volmaakt gehoorzaam aan de Vader. Wees ook gehoorzaam. Geef Hem wat je voor jezelf houdt en wat Hij van je vraagt. Geef je hart en je genegenheid, geef je schatten, geef je huwelijk en geef Hem je ellende, die niemand wil, maar Hij wel. Geef alles wat je in dit leven hebt verzameld en wat je niet toebehoort, want alles is een geschenk. Ontdoe je van alles, blijf met niets achter, en je zult het Alles vinden, en met je blik gericht op Maria, Moeder van God en jouw Moeder, laat je leiden. Zij zal je onderwijzen, laat je leiden, verlang ernaar om er te komen en je zult er komen.

Toegepast op het huwelijksleven

Carmen: Pedro, ik zou niet willen dat je na het kerstdiner van het bedrijf naar het borrelgedeelte gaat. Vorig jaar heb je te veel gedronken en je weet wat er toen gebeurde…
Pedro: Mijn hemel, Carmen, vraag je me dat echt? Maar dat is juist het moment waarop we echt ontspannen zijn en kletsen en teamwork doen, wat zo hard nodig is in het bedrijf. Iedereen kijkt uit naar dat moment! Dat kan ik ze niet aandoen, Carmen.
Carmen: (triest) Oké schat, doe wat je wilt.
Op de avond van het diner kwam Pedro om 12 uur ’s nachts thuis en Carmen lag in bed te lezen.
Carmen: Maar je bent er nu al! Wat ben ik blij!
Pedro: Ik ben ook blij, Carmen. Ik zal je niet ontkennen dat het me veel moeite heeft gekost om daar meteen na het diner weg te gaan. Bovendien hebben mijn collega’s allerlei opmerkingen gemaakt… je kunt je voorstellen… ze hebben van alles tegen me gezegd, maar ik kon niet stoppen met denken aan wat je tegen me had gezegd en de liefde waarmee je dat had gezegd, dus ik heb mijn jas gepakt en ben weggegaan.
Carmen: (glimlacht) Dank je wel, mijn liefste.
Pedro: Nee, ik dank jou, eerlijk gezegd. Je weet niet hoe triomfantelijk ik me voelde toen ik over straat naar huis liep. Dit is pas een kick, en niet die van rum. Hahaha.
Carmen: Glorie aan God!
Pedro: Glorie aan Hem, mooie hulp, altijd aan Hem de glorie!

Moeder,

Help ons om uw woorden altijd te onthouden en ze ons eigen te maken: “Uw wil geschiede in mij”. Alles ter ere en lof van onze God!


Ga het verkondigen. Commentaar voor echtparen: Matteüs 21,23-27

Evangelie van de dag

Lezing uit het heilige evangelie volgens Matteüs

Op een zekere dag ging Jezus naar de tempel, en toen Hij daar aan het onderrichten was, kwamen de hogepriesters en de oudsten van het volk Hem de vraag stellen: ‘Welke be­voegdheid hebt Gij om dit alles te doen? En wie heeft U die bevoegdheid dan gegeven?’
Jezus antwoordde hun: ‘Ik zal u ook een vraag stellen, en als gij Mij daar antwoord op geeft, dan zal Ik u op mijn beurt zeggen krachtens welke bevoegdheid Ik dit alles doe.
Het doopsel van Johannes, waar was dat vandaan? Van de hemel of van de mensen?’ Zij beraadslaag­den onder elkaar: ‘Als wij zeggen: van de hemel, dan zal Hij tegen ons zeggen: Waarom hebt gij hem dan geen geloof geschonken?
Als we zeggen: van de mensen, dan hebben wij het volk te vrezen, want iedereen houdt Johannes voor een profeet.’
Ze gaven Jezus dus ten antwoord: ‘Wij weten het niet.’ Toen zei Hij op zijn beurt tot hen: ‘Dan zeg Ik u evenmin krachtens welke bevoegd­heid Ik zo handel.
Woord van de Heer.
Ga het verkondigen
De hogepriesters vragen Jezus naar de oorsprong van zijn autoriteit, terwijl zij zelf juist ‘de religieuze autoriteit’ waren. Jezus verwijst naar God via Johannes.
In ons huwelijk kunnen we worstelen om onze autoriteit te doen gelden en vaak voelen we ons gekwetst wanneer we ‘in diskrediet worden gebracht’, maar we moeten ons afvragen wat Gods wil is in deze omstandigheden, wat beter is dan al onze criteria, tradities…
Wanneer Jezus hen met zijn vraag voor de waarheid stelt, staan zij daar niet voor open, maar maken zij berekeningen over de gevolgen… en met een ontwijkend antwoord missen zij een kans op bekering. In het huwelijk maakt openheid en transparantie, zonder informatie achter te houden, en het tonen van onze waarheid, de weg naar de gemeenschap waartoe wij geroepen zijn gemakkelijker.
Soms zijn we erop gericht om koste wat kost gelijk te krijgen, in plaats van vrede en eenheid te zoeken.
Ten slotte gebruiken ze bij Jezus een “strikvraag” om hem in verlegenheid te brengen. In ons huwelijk moeten we manipulatie vermijden, vragen om onze echtgenoot in het nauw te drijven, om hem in verlegenheid te brengen. We moeten ons hart openen met wat ons bezighoudt, met oprechtheid en barmhartigheid, zodat we elkaar echt leren kennen en liefhebben.

   
Toegepast op het huwelijksleven:

Maria: Luis, ik wil je om vergeving vragen, want toen ik je gisteravond vroeg waarom je zo laat thuiskwam van kantoor, wist ik het al. Ik had het kaartje in je broek gezien en wilde je op de proef stellen.
Luis: En ik faalde. Ik was bang om je de waarheid te vertellen, dat ik een biertje had gedronken met mijn collega’s. Ik voelde me in het nauw gedreven en wilde geen ruzie.
Maria: Ik had er openlijk over moeten praten en je moeten zeggen wat ik voelde. Ik had op je gewacht en voelde me dom en wantrouwig.
Luis: Ik had ook eerlijk moeten zijn, dan hadden we de ruzie kunnen voorkomen, waardoor we elkaar dingen hebben gezegd die ons pijn deden, alleen maar om onze redenen voor ons gedrag te verdedigen.
Maria: Laten we de Heer vragen om ons de openheid te geven om op elk moment de waarheid van ons hart te tonen, en de barmhartigheid om ernaar te luisteren.

Moeder,

Help ons om op een eenvoudige manier de waarheid van ons hart te tonen. Geprezen zij God!

Ga het verkondigen Commentaar voor echtparen: Mt 11, 2-11

Evangelie van de dag.

Lezing uit het heilige Evangelie volgens Matteüs

Johannes nu hoorde in de gevangenis over de werken van Christus en liet Hem door zijn leerlingen de vraag stellen:
‘Zijt Gij de Komende, of hebben wij een ander te verwachten?’
Jezus ant­woordde hun: ‘Gaat aan Johannes zeggen wat gij hoort en ziet:
blinden zien en lammen lopen, melaatsen genezen en doven horen, doden staan op en aan armen wordt de Blijde Boodschap verkon­digd.
Gelukkig is hij die aan Mij geen aanstoot neemt.’
Toen zij vertrokken, begon Jezus tot de menigte te spreken over Johannes: ‘Waar zijt gij in de woestijn naar gaan zien? Naar een riethalm door de wind bewogen?
Waar zijt gij dan wel naar gaan zien? Naar iemand in verfijnde kleding? Die verfijnde kleding dragen zijn te vinden in de paleizen der koningen.
Waartoe zijt ge dan uitgetrok­ken? Om een profeet te zien? Inder­daad, zeg Ik u, zelfs meer dan een profeet!
Hij is het over wie geschre­ven staat: Zie, Ik zend mijn bode voor U uit, die de weg voor uw komst zal bereiden.
Voor­waar, Ik zeg u: Onder wie uit vrouwen geboren zijn, is niemand opge­staan die groter is dan Johannes de Doper. Niettemin is de kleinste in het Rijk der hemelen groter dan hij.

Woord van de Heer.

Ga het verkondigen

De duisternis van het doorstaan van een beproeving, een moeilijkheid, kan ons doen twijfelen of we wel op de juiste weg zijn. Johannes de Doper had Jezus weliswaar aangewezen als “het Lam van God dat de zonden van de wereld wegneemt”, maar ook hij beleefde zijn momenten van duisternis in de gevangenis en moest zijn discipelen sturen om te vragen.
De Heer reageert op onze twijfels met getuigenissen: ga verkondigen wat jullie zien en horen: de echtparen die blind en verloren waren, zien nu de gave die ze voor elkaar zijn; degenen die hun sacrament middelmatig beleefden, zien nu de schoonheid van hun huwelijk; degenen die gebroken waren door hun zonde, worden gereinigd en beginnen een nieuw leven, en degenen die gesloten waren voor de genade, ontvangen nu het woord dat hen redt; zelfs degenen die vele jaren gescheiden waren, dood, staan op en het leven van die huwelijken wordt herboren.
Echtgenoten die getuige zijn van dit alles, word niet moe om te verkondigen wat de Heer in jullie heeft gedaan en wat jullie zien tijdens de retraites van het Project.

Toegepast op het huwelijksleven:
 
Joshua: Hallo Carmen! Hoe gaat het vandaag?
Carmen: Goed, en jij?
Joshua: Nou, ik ben Carlos tegengekomen en hij vertelde me dat het slecht gaat met Cristina, dat ze een enorme crisis doormaken en dat hij niet denkt dat hij het nog lang volhoudt; dat hij alleen voor de kinderen nog thuis blijft; en let op, hij heeft me zelfs gezegd dat ze beter af zijn als ze uit elkaar gaan.
Carmen: Jeetje!
Joshua: Ik heb hem verteld over onze ervaring, dat we een paar jaar geleden in een vergelijkbare situatie zaten en dat we werden uitgenodigd voor een retraite van Project: Echtelijke Liefde en dat ons leven daardoor is veranderd, dat we hebben ontdekt hoe mooi ons huwelijk is.
Carmen: En heb je haar verteld dat wij niet de enigen zijn die dat ontdekt hebben, dat er duizenden huwelijken zijn die hetzelfde hebben meegemaakt?
Joshua: Ja, en vooral dat er licht is in alles wat ons overkomt, dat de moeilijkheden blijven, maar dat je leert om ermee te leven met de Heer.
Carmen: Je hebt hem vast verteld over de mentor-echtparen, dat we nooit alleen zijn, dat er die geweldige verplegers zijn die ons dichter bij God brengen…
Joshua: Natuurlijk! En ik heb hem uitgenodigd voor de volgende retraite.
Carmen: En wat heeft hij gezegd?
Joshua: Ik zag dat hij een sprankje hoop zag, dat hij het aan Cristina zou voorstellen.
Carmen: Wat goed! Dat is al een stap. Nu is het aan ons om te bidden en offers te brengen, zodat ze Gods plan voor hun huwelijk aanvaarden en omarmen.
Joshua: Laten we dat dan doen!

Moeder,

Help ons om nooit moe te worden de Heer te danken voor wat Hij voor ons heeft gedaan en om dat aan andere echtparen te vertellen. Gezegend en geprezen zij Hij voor altijd!


U herkennen in mijn echtgenoot. Commentaar voor echtparen: Matteüs 17, 10-13

Evangelie van de dag

Lezing uit het heilige evangelie volgens Matteüs

Bij het afdalen van de berg stelde de leerlingen Jezus de vraag: ‘Waarom zeggen de schriftgeleer­den toch dat eerst Elia moet komen?’
Hij gaf hun ten antwoord: ‘Inder­daad, Elia zal komen om alles te herstellen.
Ik zeg u zelfs: Elia is reeds gekomen, maar zij hebben hem niet erkend, doch naar willekeur met hem gehandeld, zoals ook de Mensenzoon van hen te lijden zal hebben.’
Nu begre­pen de leerlingen dat hij hun over Johan­nes de Doper gesproken had.
Woord van de Heer.
U herkennen in mijn echtgenoot.
Heer, ik vraag me af of ik U zou hebben herkend toen U kwam. En vandaag, herken ik U in mijn echtgenoot, of vertroebelen mijn trots en eigenwaarde Uw aanwezigheid in hem? In deze adventstijd wil ik leren U te zien in mijn echtgenoot: teder tegen hem spreken, in zijn ogen kijken en daar Uw blik ontdekken. Zoals velen Elia niet herkenden in Johannes de Doper omdat ze iets spectaculairders verwachtten, laat ons dan niet hetzelfde overkomen in het dagelijks leven. Johannes Paulus II herinnerde ons eraan dat man en vrouw een wederzijds geschenk zijn, een sacrament van Uw Liefde. Help mij daarom Uw bemiddeling te herkennen in mijn echtgenoot: in zijn woorden, in wat hij leuk vindt en wat hem pijn doet, in zijn kwetsbaarheid en in de kleine details van elke dag. Laat mij niet horen: “Ik heb je een echtgenoot gestuurd als geschikte hulp, en je hebt Mij niet in hem herkend”. Heer, open in deze adventstijd mijn ogen en mijn hart om U in mijn echtgenoot te ontdekken en samen ons hart voor Uw komst voor te bereiden.

Toegepast op het huwelijksleven:

Miriam: Dani, kunnen we het hebben over iets dat me bezighoudt en waar ik me een beetje zorgen over maak?
Dani: Natuurlijk, schat. Ga zitten en vertel me wat je nodig hebt.
Miriam: Het gaat over onze intimiteit. Ik heb het gevoel dat we de laatste tijd uit elkaar groeien… alsof onze harten naast elkaar lopen zonder elkaar te vinden. Dat maakt me echt verdrietig, want ik verlang naar een vollediger gemeenschap.
Dani: Schat, ik heb dat ook gevoeld. Als ik dichter bij je kom en ik voel die afstand, vraag ik me af of je hart zich niet meer met het mijne wil verenigen. En soms ben ik bang dat je stilzwijgen een teken is dat ik je aan het verliezen ben.
Miriam: Het is geen afwijzing, Dani. Ik heb gewoon behoefte aan je liefde en tederheid… dat helpt me om me over te geven.
Dani: Ik begrijp je, Miriam, en het spijt me dat ik afstand heb genomen. Als ik je fysiek zoek, is dat niet alleen uit verlangen; het is mijn manier om je te zeggen: “Ik heb je nodig, ik wil me met je verenigen, ik wil één met je zijn”. Maar als ik merk dat je moe bent, houd ik me in… en soms voel ik frustratie omdat het lijkt alsof mijn verlangen naar verbondenheid niet wordt beantwoord.
Miriam: Ach, Dani… wat spijt me dat…
Dani: Wat me wel zou helpen, is dat je me, als je er nog niet klaar voor bent, vertelt wat je nodig hebt om je dichterbij te voelen. Ik wil niet raden of verhalen verzinnen die niet bestaan.
Miriam: Natuurlijk, Dani. En het zou me helpen als je me je genegenheid zou tonen met kleine gebaren: een knuffel, een blik… zonder dat dat meteen een fysieke ontmoeting impliceert.
Dani: Miriam, bedankt voor je begrip en voor het luisteren naar me.
Miriam: Dank jou wel dat je je hart aan mij toevertrouwt.

Moeder,
Leer ons in deze adventstijd Uw nederigheid na te volgen in ons huwelijk, om ons hart te openen voor Christus en voor onderlinge gemeenschap. Gezegend en geprezen zijt Gij voor altijd, Heer.