Dagelijks archief: 13 december, 2025

U herkennen in mijn echtgenoot. Commentaar voor echtparen: Matteüs 17, 10-13

Evangelie van de dag

Lezing uit het heilige evangelie volgens Matteüs

Bij het afdalen van de berg stelde de leerlingen Jezus de vraag: ‘Waarom zeggen de schriftgeleer­den toch dat eerst Elia moet komen?’
Hij gaf hun ten antwoord: ‘Inder­daad, Elia zal komen om alles te herstellen.
Ik zeg u zelfs: Elia is reeds gekomen, maar zij hebben hem niet erkend, doch naar willekeur met hem gehandeld, zoals ook de Mensenzoon van hen te lijden zal hebben.’
Nu begre­pen de leerlingen dat hij hun over Johan­nes de Doper gesproken had.
Woord van de Heer.
U herkennen in mijn echtgenoot.
Heer, ik vraag me af of ik U zou hebben herkend toen U kwam. En vandaag, herken ik U in mijn echtgenoot, of vertroebelen mijn trots en eigenwaarde Uw aanwezigheid in hem? In deze adventstijd wil ik leren U te zien in mijn echtgenoot: teder tegen hem spreken, in zijn ogen kijken en daar Uw blik ontdekken. Zoals velen Elia niet herkenden in Johannes de Doper omdat ze iets spectaculairders verwachtten, laat ons dan niet hetzelfde overkomen in het dagelijks leven. Johannes Paulus II herinnerde ons eraan dat man en vrouw een wederzijds geschenk zijn, een sacrament van Uw Liefde. Help mij daarom Uw bemiddeling te herkennen in mijn echtgenoot: in zijn woorden, in wat hij leuk vindt en wat hem pijn doet, in zijn kwetsbaarheid en in de kleine details van elke dag. Laat mij niet horen: “Ik heb je een echtgenoot gestuurd als geschikte hulp, en je hebt Mij niet in hem herkend”. Heer, open in deze adventstijd mijn ogen en mijn hart om U in mijn echtgenoot te ontdekken en samen ons hart voor Uw komst voor te bereiden.

Toegepast op het huwelijksleven:

Miriam: Dani, kunnen we het hebben over iets dat me bezighoudt en waar ik me een beetje zorgen over maak?
Dani: Natuurlijk, schat. Ga zitten en vertel me wat je nodig hebt.
Miriam: Het gaat over onze intimiteit. Ik heb het gevoel dat we de laatste tijd uit elkaar groeien… alsof onze harten naast elkaar lopen zonder elkaar te vinden. Dat maakt me echt verdrietig, want ik verlang naar een vollediger gemeenschap.
Dani: Schat, ik heb dat ook gevoeld. Als ik dichter bij je kom en ik voel die afstand, vraag ik me af of je hart zich niet meer met het mijne wil verenigen. En soms ben ik bang dat je stilzwijgen een teken is dat ik je aan het verliezen ben.
Miriam: Het is geen afwijzing, Dani. Ik heb gewoon behoefte aan je liefde en tederheid… dat helpt me om me over te geven.
Dani: Ik begrijp je, Miriam, en het spijt me dat ik afstand heb genomen. Als ik je fysiek zoek, is dat niet alleen uit verlangen; het is mijn manier om je te zeggen: “Ik heb je nodig, ik wil me met je verenigen, ik wil één met je zijn”. Maar als ik merk dat je moe bent, houd ik me in… en soms voel ik frustratie omdat het lijkt alsof mijn verlangen naar verbondenheid niet wordt beantwoord.
Miriam: Ach, Dani… wat spijt me dat…
Dani: Wat me wel zou helpen, is dat je me, als je er nog niet klaar voor bent, vertelt wat je nodig hebt om je dichterbij te voelen. Ik wil niet raden of verhalen verzinnen die niet bestaan.
Miriam: Natuurlijk, Dani. En het zou me helpen als je me je genegenheid zou tonen met kleine gebaren: een knuffel, een blik… zonder dat dat meteen een fysieke ontmoeting impliceert.
Dani: Miriam, bedankt voor je begrip en voor het luisteren naar me.
Miriam: Dank jou wel dat je je hart aan mij toevertrouwt.

Moeder,
Leer ons in deze adventstijd Uw nederigheid na te volgen in ons huwelijk, om ons hart te openen voor Christus en voor onderlinge gemeenschap. Gezegend en geprezen zijt Gij voor altijd, Heer.