Evangelie van de dag
Lezing uit het heilige evangelie volgens Matteüs
Hij gaf hun ten antwoord: ‘Inderdaad, Elia zal komen om alles te herstellen.
Ik zeg u zelfs: Elia is reeds gekomen, maar zij hebben hem niet erkend, doch naar willekeur met hem gehandeld, zoals ook de Mensenzoon van hen te lijden zal hebben.’
Nu begrepen de leerlingen dat hij hun over Johannes de Doper gesproken had.
Toegepast op het huwelijksleven:
Miriam: Dani, kunnen we het hebben over iets dat me bezighoudt en waar ik me een beetje zorgen over maak?
Dani: Natuurlijk, schat. Ga zitten en vertel me wat je nodig hebt.
Miriam: Het gaat over onze intimiteit. Ik heb het gevoel dat we de laatste tijd uit elkaar groeien… alsof onze harten naast elkaar lopen zonder elkaar te vinden. Dat maakt me echt verdrietig, want ik verlang naar een vollediger gemeenschap.
Dani: Schat, ik heb dat ook gevoeld. Als ik dichter bij je kom en ik voel die afstand, vraag ik me af of je hart zich niet meer met het mijne wil verenigen. En soms ben ik bang dat je stilzwijgen een teken is dat ik je aan het verliezen ben.
Miriam: Het is geen afwijzing, Dani. Ik heb gewoon behoefte aan je liefde en tederheid… dat helpt me om me over te geven.
Dani: Ik begrijp je, Miriam, en het spijt me dat ik afstand heb genomen. Als ik je fysiek zoek, is dat niet alleen uit verlangen; het is mijn manier om je te zeggen: “Ik heb je nodig, ik wil me met je verenigen, ik wil één met je zijn”. Maar als ik merk dat je moe bent, houd ik me in… en soms voel ik frustratie omdat het lijkt alsof mijn verlangen naar verbondenheid niet wordt beantwoord.
Miriam: Ach, Dani… wat spijt me dat…
Dani: Wat me wel zou helpen, is dat je me, als je er nog niet klaar voor bent, vertelt wat je nodig hebt om je dichterbij te voelen. Ik wil niet raden of verhalen verzinnen die niet bestaan.
Miriam: Natuurlijk, Dani. En het zou me helpen als je me je genegenheid zou tonen met kleine gebaren: een knuffel, een blik… zonder dat dat meteen een fysieke ontmoeting impliceert.
Dani: Miriam, bedankt voor je begrip en voor het luisteren naar me.
Miriam: Dank jou wel dat je je hart aan mij toevertrouwt.

