Maandelijks archief: augustus 2025

Gehoorzaamheid aan Gods plan. Commentaar voor echtparen: Matteüs 17, 22-27

Evangelie van de dag.

Een lezing uit het heilige Evangelie volgens Matteüs 17, 22-27

Terwijl zij nog in Galilea bijeen warensprak Jezus tot zijn leerlingen:“De Mensenzoonzal worden overgeleverd in de handen der mensen,en ze zullen Hem doden,maar op de derde dag zal Hij verrijzen.”Zij werden zeer bedroefd.Toen zij in Kafarnaüm waren aangekomenkwamen de inners van de tempelbelasting op Petrus af en zeiden:“Betaalt uw Meester de didrachmen niet?”Hij antwoordde:“Welzeker!”Maar toen Petrus het huis binnengingvoorkwam Jezus hem met de woorden:“Wat dunkt u, Simon?Van wie heffen de aardse vorsten tol of belasting,van hun kinderen of van vreemden?”En toen hij antwoordde: Van vreemden, zei Jezus tot hem:“Dus de kinderen zijn vrij.Maar toch, om hun geen aanstoot te geven:ga naar het meer,werp uw haak uit en grijp de eerste vis die boven komt;maak zijn bek open en gij zult een stater vinden;betaal daarmee voor Mij en voor u.”

Gehoorzaamheid aan Gods plan.

Hoe zou Petrus’ gezicht eruit hebben gezien toen Jezus hem vertelde dat hij een haak moest uitwerpen voor een vis en de munt uit zijn mond moest nemen om de belastingen te betalen. Had hij het niet gemakkelijker kunnen maken? De apostelen zouden hetzelfde gedacht hebben toen hij hen vertelde hoe onze verlossing eruit zou zien. En hun falen om Gods plan te begrijpen en te accepteren leidde ertoe dat ze “erg bedroefd” werden.
Vaak begrijpen we niet waarom de Heer moeilijke of onbegrijpelijke situaties toelaat in ons huwelijk. Maar net als Petrus moeten we volgzaam zijn voor Gods plan, hoe absurd het ons ook lijkt. Alleen Hij weet wat we nodig hebben om ons huwelijk te worden zoals God het bedoeld heeft.

 

Geland in het getrouwde leven:

Pepe: Oef, ik ben zo moe, het was een vreselijke dag op het werk. Ik hoop dat het eten klaar is. Oh, maar je hebt de kinderen nog niet naar bed gebracht…
Míriam: Nou, kom niet veeleisend doen want het is ook een vreselijke dag geweest met de kinderen. Sarita heeft koorts en ik moest met ze alle drie naar de dokter… Twee uur wachten bij de dokter. Dus het eten is nog niet klaar.
Pepe: Nou, hoe moe ik ook ben, ik heb gewoon zin in een douche.
Míriam: Buff, nou, niks, kinderen! Iedereen onder de douche, jullie vader kan jullie niet in bad doen. Ik ga worstjes voor jullie maken als avondeten….
(Twee uur later, in echtelijk gebed)
Pepe: Heer, ook al bent U moe, U blijft iedereen tot in de puntjes verzorgen. Ik ben vanavond egoïstisch geweest. Ik zie het werk niet dat Miriam heeft gedaan en ik heb haar niet geholpen.
Míriam: Heer, ik heb de inspanningen van Pepe niet gezien om deze familie te helpen met zijn werk en ik bedank hem niet genoeg.
Pepe: Vergeef me, Miriam, dat ik je vaak alleen laat met al het werk van de kinderen, dat ik alleen naar mij kijk, naar mijn behoeften en niet al het goede zie dat je voor ons allemaal doet.
Míriam: Vergeef mij ook dat ik jou niet waardeer. We zitten in een ingewikkelde levensfase waarin we heel eensgezind moeten zijn en op de Heer moeten vertrouwen.
Pepe: Dat klopt, op Hem vertrouwen, op Zijn plan voor ons, ook al vinden we het soms moeilijk. We gaan voor onszelf zorgen, we gaan voor ons huwelijk zorgen, we gaan elke dag het echtelijk gebed bidden en we gaan ons best doen.

Moeder,

Leer ons Gods wil te allen tijde te doen, wanneer het gemakkelijk is en wanneer het niet zo gemakkelijk voor ons is, en zo God altijd eer te geven.
Loof U altijd Heer!

Let op waar je schat is. Commentaar voor echtparen: Lucas 12,32-48.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas 12,32-48.

Weest niet bevreesd, kleine kudde: het heeft Uw Vader behaagd u het Koninkrijk te schenken.
Verkoopt uw bezittingen en geeft aalmoe­zen; verschaft u beurzen die niet verslijten, en verwerft een onuitputtelijke schat in de hemel, waar geen dief bij komt en geen mot hem bederft.
Waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.’
Houdt uw lenden omgord en de lampen brandend!
Gedraagt u als mensen die wachten op de terugkomst van hun heer, die naar de bruiloft is, om als hij aankomt en klopt, hem aanstonds open te doen.
Gelukkig de dienaars, die de heer bij zijn komst wakende zal vinden. Voorwaar, Ik zeg u: Hij zal zich omgorden, hen aan tafel nodigen en langs hen gaan om te bedienen.
Al komt hij ook in de tweede of in de derde nachtwake, gelukkig zijn de dienaars die hij zo aantreft.
Begrijpt dit wel: Als de eigenaar van het huis wist op welk uur de dief zou komen, zou hij in zijn huis niet laten inbreken.
Weest ook gij bereid, omdat de Mensenzoon komt op het uur waarop gij het niet verwacht.’
Petrus vroeg Hem nu: ‘Heer, bedoelt Gij deze gelijkenis voor ons of voor iedereen?’
De Heer sprak: ‘Wie zou die trouwe en verstandige beheer­der wel zijn,
die de heer over zijn dienstvolk zal aanstellen om hun op de gestelde tijd hun rantsoen koren te geven?
Gelukkig de knecht, die de heer bij zijn aankomst daarmee bezig vindt.
Waarlijk, Ik zeg u: hij zal hem aanstel­len over alles wat hij bezit.
Maar zegt die knecht bij zichzelf: Mijn heer blijft nog wel een poosje weg, en begint hij de knechten
en dienstmeisjes te slaan, en gaat hij zich ook te buiten aan spijs en drank,
dan zal de heer van die knecht komen op een dag dat hij hem niet verwacht en op een uur
dat hij niet kent; hij zal hem met het zwaard straffen en hem zo het lot doen ondergaan van de ontrou­wen.
De knecht die de wil van zijn heer kende, maar geen beschikkingen trof
noch handelde volgens diens wil, zal zwaar getuchtigd worden.
Wie echter in onwe­tendheid dingen heeft gedaan die tuchtiging verdienen, zal slechts licht gestraft worden.
Van ieder aan wie veel is gegeven, zal veel worden geeist, en wie veel is toever­trouwd, ven hem zal des te meer worden gevraagd.

Let op waar je schat is.

In dit hoofdstuk 12 van Lucas wordt de missionaire reis beschreven die Jezus met zijn discipelen naar Jeruzalem maakt. En in deze verzen brengt Jezus met zijn gelijkenissen een levensweg over die gebaseerd is op volledig vertrouwen in God, met een verantwoordelijke en waakzame liefde. Zijn eerste woorden zijn: “Wees niet bang, want jullie Vader heeft jullie het koninkrijk gegeven”. Het is een oproep om te vertrouwen op God de Vader, om onze zorgen bij Hem neer te leggen en ons hart als middelpunt van ons leven te vervangen door het Heilig Hart van Jezus. Hij roept ons op om een verantwoordelijke liefde te leven met de echtgenoot die door Christus gezegend is in zijn woorden: “Zalig is die knecht van wie de heer bij zijn komst trouw en verstandig aantreft”, waarbij ik me afvraag of de Heer mij zalig zou noemen vanwege de manier waarop ik de liefde met mijn vrouw beheer, trouw, door handelen, denken of nalaten, en verstandig, op zoek naar haar welbehagen. Hij nodigt ons uit om voortdurend waakzaam te zijn, want zoals het Evangelie ons zegt: “Zalig zijn de dienaren die de heer bij zijn komst waakzaam aantreft”. Ben ik voortdurend op zoek naar de heiligheid van mijn vrouw? Let ik op mijn daden om de zonde van mijn vrouw te vermijden? En als mijn vrouw zondigt, geef ik mij dan voor haar over zoals Christus zich aan het kruis heeft overgegeven voor zijn vrouw, de Kerk?

Terug naar het huwelijksleven:

Maria: Karsten, onze protegees hebben me gebeld en gevraagd of je ze kunt helpen met het monteren van wat meubels in hun nieuwe huis.
Karsten: Maria, je weet dat ik geen tijd heb omdat ik een aantal bestellingen moet afleveren waarmee we geld verdienen om een auto te kopen, want je weet dat de onze kapot is.
Maria: Laten we vanavond eerst bidden voordat we hen antwoord geven…
Karsten: Dat lijkt me een goed idee, Maria, zodat ik me niet door mijn eerste impuls laat meeslepen.
(De avond valt en tijdens het huwelijksgebed…)
Karsten: Maria, de Heer roept me in het Evangelie op om meer op Hem te vertrouwen en me meer door Zijn wil te laten leiden dan door mijn eigen ego. Als de Heer mij deze gave heeft geschonken, kan ik die niet weigeren. En let op, het evangelie zegt ons dat van wie veel heeft gekregen, ook veel zal worden gevraagd. Dus als jij het ook goed vindt, ga ik deze dagen de protegees helpen.
Maria: Eerlijk gezegd vind ik het ook jammer van de auto, Karsten, maar ik ben er zeker van dat de Heer ons met deze gebeurtenis ook wil zuiveren van onze gehechtheid aan bepaalde wereldse zekerheden.
Karsten: Dank je wel, Maria, dat je me helpt om ons in de Waarheid te plaatsen door volhardend te zijn in het echtelijk gebed. Bovendien heb ik het gevoel dat hoe meer we bidden, hoe meer we in gemeenschap zijn met Christus.

Moeder,

Dank u dat u ons in uw Onbevlekt Hart naar het Heilig Hart van uw Zoon brengt, om ons vertrouwensvol en waakzaam te houden. Gezegend en geprezen zij het Heilig Hart van Jezus!

Wees alert, hart. Commentaar voor echtparen: Matteüs 25,1-13.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 25,1-13.

In die tijd vertelde Jezus zijn leerlingen deze gelijkenis: Het is met Rijk der hemelen
als met tien meisjes die met hun lampen uittrokken, de bruidegom tegemoet.
Vijf van hen waren dom, de andere vijf verstandig.
Want de domme namen wel hun lampen mee, maar geen olie;
de verstandige echter namen met hun lampen tevens kruiken olie mee.
Toen nu de bruidegom op zich liet wachten, dommel­den zij allen in en sliepen.
Maar midden in de nacht klonk er geroep: Daar is de bruidegom! Trekt hem tegemoet!
Meteen waren al de meisjes wakker en maakten hun lampen in orde.
De domme zeiden tegen de verstandi­ge: Geeft ons wat olie, want onze lampen gaan uit.
Maar de verstandige antwoord­den: Neen, er mocht eens niet genoeg zijn voor ons en jullie samen. Gaat liever naar de verkopers en haalt wat voor jezelf.
Maar terwijl zij onderweg waren om te gaan kopen kwam de bruidegom,
en die klaar stonden, traden met hem binnen om bruiloft te vieren; en de deur ging op slot.
Later kwamen ook de andere meisjes en zeiden: Heer, heer, doe open!
Maar hij antwoorde: Voorwaar, Ik zeg u: Ik ken u niet.
Weest dus waakzaam, want gij kent dag noch uur.

Wees alert, hart.

Als er één ding duidelijk is, dan is het wel dat we noch de dag, noch het uur kennen. Dit moet ons ertoe aanzetten om altijd in gedachten te houden dat ons hart voorbereid moet zijn voor wanneer de Bruidegom met hoofdletters komt.
En die voorbereiding begint nu, vandaag, op dit moment, door de zuivering en het proces van bekering van het hart. Deze zuivering bestaat uit het leveren van inspanningen in onze dagelijkse handelingen (daden van overgave en aanvaarding) en het beroep doen op de genade van God, door middel van gebed en de sacramenten, want Hij is het die dit doet.
Echtgenoten, laten we ons sacrament van het huwelijk aangaan met daden van overgave en aanvaarding, zodat we voorbereid zijn op de Bruidegom met hoofdletters.

Terug naar het huwelijksleven:

Carmen: Hallo Lartaun, ik ben thuis!
Lartaun: Hallo Carmen!
Carmen: Luister, ik zat in de auto te denken dat we misschien een paar dagen naar het strand zouden kunnen gaan, de kinderen en wij, want het is al een tijdje geleden dat we met z’n vieren rustig samen zijn geweest.
Lartaun denkt na en antwoordt: Pfff… naar het strand? Je weet toch dat ik dat niet leuk vind en dat het verschrikkelijk heet is! Nee, nee, ga maar alleen met de kinderen, we zien elkaar over vier dagen toch weer.
Een paar uur later komt Lartaun terug van de mis:
Lartaun: Schat, sorry dat ik je voorstel heb afgewezen, ik heb gewoon geen zin om naar het strand te gaan. Maar het is waar dat het een goed moment is om samen te zijn, dat hebben we al lang niet meer gedaan en bovendien kijk je er erg naar uit.
Carmen: O! Dank je wel, Lartaun! Ik waardeer het enorm, ik weet dat je je erg inspant en dat je je enorm inzet voor mij en mijn familie. Misschien kunnen we afwisselend naar het strand en het zwembad gaan, zodat je het niet zo warm hebt. Weet je wat? Ik heb gemerkt dat sinds we naar de eucharistie gaan, de Heer grote dingen in onze harten doet.

Lartaun: Ja, dat is waar, dat heb ik ook gemerkt!

Moeder,

neem ons bij de hand en leer ons ons hart voor te bereiden voor wanneer het moment daar is. Geprezen zij de Heer!


Kun je onderscheid maken? Commentaar voor echtparen: Matteüs 5, 13-19

Evangelie van de dag

Lezing uit het heilige evangelie volgens Matteüs 5, 13-19

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
“Wie mijn volgeling wil zijn,
moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen
en zijn kruis op te nemen.
Want wie zijn leven wil redden zal het verliezen.
Maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil zal het vinden.
Wat voor nut heeft het voor een mens heel de wereld te winnen,
als dit ten koste gaat van eigen leven?
Of wat zal een mens kunnen geven in ruil voor zijn leven?
Want de Mensenzoon
zal komen in de heerlijkheid van zijn Vader,
vergezeld van zijn engelen,
en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden.
Voorwaar, Ik zeg u:
Er zijn er onder de hier aanwezigen,
die de dood niet zullen ervaren
voordat zij de Mensenzoon
zullen zien komen in zijn koninklijke macht.”

Woord van de Heer.

 

Kun je onderscheid maken?

Het leven vraagt soms grote offers van je en soms kleinere, maar die zich dagelijks herhalen en ook erg zwaar zijn. De zwaarste offers brengen ons uit balans en zetten ons aan het denken over veel dingen. De dagelijkse offers zijn vaak erg vermoeiend, zelfs uitputtend. Gisteren spraken we met een ouder echtpaar, de ouders van een echtpaar uit het Project. Ze zijn 62 jaar getrouwd en hij is 93 jaar oud. Met de wijsheid die ervaring geeft, vroeg hij me keer op keer: kun je onderscheid maken tussen goed en kwaad? Dat was zijn “geheim” in het leven geweest. En het is waar dat het leven afhangt van het kunnen onderscheiden van goed en kwaad en het consequent zijn in dat onderscheid. Dus wanneer ik met deze moeilijke omstandigheden word geconfronteerd, zal mijn verstand de situatie overnemen en zal ik me niet laten meeslepen door ongeordende verlangens of passies, maar door wat ik moet doen volgens de wil van God. Dat wil zeggen: dat ieder zijn dagelijkse kruis op zich neemt en Jezus volgt. Hiervan hangt de redding van onze ziel af… en van vele anderen.

Toegepast op het getrouwde leven:  

(Het was de eerste nacht dat ze weer gemeenschap mochten hebben, na bijna een maand zich te hebben ingehouden om de cyclus te respecteren. Laura had een paar te liefdevolle gebaren gemaakt naar Luis, haar echtgenoot, met strelingen die hen ertoe brachten een enorme inspanning te leveren om zich in te houden, en Luis telde de uren en minuten af om zich met Laura te kunnen verenigen.  Het was niet alleen een fysiek onderwerp, het was een goed verlangen, uit liefde, volgens de wil van God. Luis nodigt zijn echtgenote uit om te dineren om “de weg te bereiden”. Maar bij aankomst…)
Laura: Schat, lees jij het evangelie?
Luis: (Luis denkt: Moet ik nu bidden? Maar hij geeft zijn leven over en begint te bidden.) Oké… (Luis streelt Laura.)
Laura: Ai! Laat me met rust, ik ben aan het bidden.
Luis: Weet je dat we vanavond al de liefde kunnen bedrijven?
Laura: Dat zal morgen zijn.
Laura: Dat is morgen.
Luis: Nee, vanavond kan het al.
(Ze blijven bidden. Luis vindt het moeilijk om zich op het gebed te concentreren, maar besluit opnieuw zijn leven over te geven…)
(Luis kijkt naar Laura en ziet dat ze WhatsApp leest)
Luis: Maar was je niet aan het bidden?
Laura: Zullen we de rozenkrans bidden?

Luis: Maar we zijn nog niet klaar met het bidden van het evangelie!
(Ze gaan door met het bidden van het evangelie, totdat ze klaar zijn en het samen delen)
Luis: Vandaag zijn het de pijnlijke mysteries (die komen asl geroepen, denkt hij).
(En ze bidden de rozenkrans, terwijl Laura blijft gapen.)
Luis: Ik wens je alvast welterusten, want je valt vast in slaap voordat de rozenkrans afgelopen is.
(Maar de rozenkrans is afgelopen en Laura is niet in slaap gevallen. Goed zo! Er is nog hoop, denkt Luis)
Laura: Ik ga even naar het toilet. Wacht je op me in bed?
(Laura komt terug van het toilet, gaat naast Luis liggen, sluit haar ogen en valt bijna onmiddellijk in slaap. Luis blijft met open ogen liggen, klaarwakker. Maar uiteindelijk valt hij in slaap, dankbaar aan de Heer dat hij zijn leven heeft kunnen geven en zich die nacht met Jezus heeft kunnen verenigen, zichzelf verloochenend en zijn kruis als zijn echtgenote dragend)
Moeder,

Hoeveel zijn onze kleine offers waard? Sinds de Heer het lijden heeft ingesteld als weg naar zuivering, heiliging en verlossing, is het veel waard. Het is alles waard wat God eraan heeft willen geven, en dat is immens. Als het je vandaag geen pijn heeft gedaan, heb je niet genoeg liefgehad. Geprezen zij God. Aan Hem de eer en lof voor eeuwig.

Naar wie luister ik? Commentaar voor echtparen: Matteüs 16,13-23.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 16,13-23.

In die tijd toen Jezus in de streek van Caesarea van Filippus gekomen was, stelde Hij zijn leerlin­gen deze vraag:
‘Wie is, volgens de opvatting van de mensen, de Mensen­zoon?’
Zij antwoord­den: ‘Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia,
weer anderen Jeremia of een van de profeten.’
‘Maar gij’, sprak Hij tot hen, ‘wie zegt gij dat Ik ben?’
Simon Petrus antwoordde: ‘Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God.’
Jezus hernam: ‘Zalig zijt gij Simon, zoon van Jona, want niet vlees en bloed
hebben u dit geopenbaard maar mijn Vader die in de hemel is.
Op mijn beurt zeg ik u: Gij zijt Petrus; en op deze steen­rots zal Ik mijn Kerk bouwen
en de poorten der hel zullen haar niet overweldi­gen.
Ik zal u de sleutels geven van het Rijk der hemelen en wat gij zult binden op aarde,
zal ook in de hemel gebonden zijn en wat gij zult ontbinden op aarde,
zal ook in de hemel ontbonden zijn.’
Daarop verbood Hij zijn leerlingen nadrukkelijk iemand te zeggen, dat Hij de Christus was.
Van dat ogenblik af begon Jezus zijn leerlingen duidelijk te maken dat Hij naar Jeruzalem moest gaan; dat Hij daar veel zou moeten lijden van de oudsten, de hoge­priesters en de schriftge­leerden, maar dat Hij na ter dood gebracht te zijn op de derde dag zou verrijzen.
Toen nam Petrus Jezus ter zijde en begon Hem ernstig daarover te onderhouden: ‘Dat verhoede God, Heer! Zo iets mag U nooit overkomen!’
Maar Hij keerde zich om en zei tot Petrus: ‘ Ga weg, satan, terug! Gij zijt Mij een aanstoot, want gij laat u leiden door menselijke overwegin­gen en niet door wat God wil.’
Naar wie luister ik?

Heer, vandaag verlicht U ons met Petrus, zodat we ons ervan bewust worden dat we niet alleen zijn, dat we midden in een strijd zitten, en dat we ofwel naar U luisteren, naar de Vader, naar de Geest, ofwel naar Satan. We luisteren naar de Vader, net als Petrus, wanneer we naar de hemel kijken, wanneer we denken in termen van liefde, van onszelf geven voor de liefde. Handelen als kinderen van God, vervuld van Zijn liefde, ons leven geven, liefhebben zoals Hij liefheeft. Dat is wat Christus, de Zoon van God, de Messias, deed. Of we luisteren naar Satan wanneer we onze “zo redelijke” criteria, onze manier van kijken, willen opleggen, wanneer we overgave, lijden en het kruis afwijzen. Het kruis doet pijn, maar zonder kruis is er geen verlossing. Het kruis, omarmd met Christus, Christus omarmen, uit liefde, met Liefde, brengt glorie.
Op elk moment van de dag kunnen we kiezen: Satan volgen, mijn criteria volgen, denken met menselijke argumenten, het kruis afwijzen. Of we volgen Christus, verloochenen onszelf, omarmen dat dagelijkse kruis dat ons zo dwarszit, en geven ons uit liefde over aan Christus, in Christus.
Zoals de heilige Theresia zei: “In het kruis is leven en troost, en alleen dat is de weg naar de hemel.” Door het dagelijkse kruis te omarmen, omarmen en troosten we de gekruisigde Christus. Gaan we dan de kansen die we elke dag hebben om Hem te troosten, om Hem meer lief te hebben, verliezen?

Toegepast op het getrouwde leven:

Gonzalo: Claudia, ik ben uitgeput, ik kan er niet meer tegen. Je schrikt van het minste of geringste, en je zou eens moeten kijken hoe je reageert.
Claudia: Wat bedoel je met van het minste of geringste? Je hebt het weer gedaan, je negeert me, je houdt geen rekening met me!
Gonzalo: Je overdrijft. Zie je dan niet dat ik mijn ruimte moet hebben?
Claudia: Loop naar de hel! Jouw ruimte? Ik ben je vrouw! (En vertrekt, de deur dichtslaand)
(Zij komt na 20 minuten terug)
Claudia: Gonzalo, alsjeblieft, zullen we bidden? Het doet me zoveel pijn als we boos worden.
(In gebed, na een paar minuten stilte, nadenkend over Gods aanwezigheid)
Claudia: Heer, vergeef me dat ik slecht tegen Gonzalo heb gesproken. Hij is mijn echtgenoot, het grootste geschenk dat U me hebt gegeven, de persoon die U aan mijn zijde hebt geplaatst zodat ik kan leren liefhebben, en van wie ik zielsveel houd. Ik wil zo graag een huwelijk zoals U dat wilt! Maar ik weet dat de manier niet is om hem uit te schelden, om helemaal overstuur te raken… Help me om me niet op de slechte dingen te concentreren en alleen naar zijn enorme hart te kijken, dat enorme verlangen dat hij heeft om elke dag meer van me te houden.
Gonzalo: Heer, dank U wel voor Claudia. Zij geeft me het licht dat ik niet heb. U weet dat ik heel veel van haar hou, maar soms doe ik dingen zonder aan haar te denken, denk ik te veel aan mezelf. Ik wil haar geen pijn doen, maar dat is niet goed. Laat me alsjeblieft niet zomaar in haar humeur zijn. Help me dingen voor haar te doen, door in de eerste plaats aan haar te denken. Help me mezelf te vergeten. Dat is wat U deed, Heer. En dat is de weg naar geluk, de weg van overgave, van liefde. De weg naar de hemel. Claudia, vergeef me. Ik hou zo veel van je!
Claudia: Jezus, heel erg bedankt voor deze geweldige echtgenoot die U me gegeven hebt. Gonzalo, heel erg bedankt, u bent geweldig. Geef me een dikke knuffel!

Moeder,

Heel erg bedankt voor alles. Help ons alstublieft onszelf te verloochenen, samen met U het kruis van elke dag te omarmen en zo uw Zoon te volgen, Hem te troosten en van Hem te houden. Prijs de Heer!