Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 16,13-23.
‘Wie is, volgens de opvatting van de mensen, de Mensenzoon?’
Zij antwoordden: ‘Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia,
weer anderen Jeremia of een van de profeten.’
‘Maar gij’, sprak Hij tot hen, ‘wie zegt gij dat Ik ben?’
Simon Petrus antwoordde: ‘Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God.’
Jezus hernam: ‘Zalig zijt gij Simon, zoon van Jona, want niet vlees en bloed
hebben u dit geopenbaard maar mijn Vader die in de hemel is.
Op mijn beurt zeg ik u: Gij zijt Petrus; en op deze steenrots zal Ik mijn Kerk bouwen
en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen.
Ik zal u de sleutels geven van het Rijk der hemelen en wat gij zult binden op aarde,
zal ook in de hemel gebonden zijn en wat gij zult ontbinden op aarde,
zal ook in de hemel ontbonden zijn.’
Daarop verbood Hij zijn leerlingen nadrukkelijk iemand te zeggen, dat Hij de Christus was.
Van dat ogenblik af begon Jezus zijn leerlingen duidelijk te maken dat Hij naar Jeruzalem moest gaan; dat Hij daar veel zou moeten lijden van de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden, maar dat Hij na ter dood gebracht te zijn op de derde dag zou verrijzen.
Toen nam Petrus Jezus ter zijde en begon Hem ernstig daarover te onderhouden: ‘Dat verhoede God, Heer! Zo iets mag U nooit overkomen!’
Maar Hij keerde zich om en zei tot Petrus: ‘ Ga weg, satan, terug! Gij zijt Mij een aanstoot, want gij laat u leiden door menselijke overwegingen en niet door wat God wil.’
Heer, vandaag verlicht U ons met Petrus, zodat we ons ervan bewust worden dat we niet alleen zijn, dat we midden in een strijd zitten, en dat we ofwel naar U luisteren, naar de Vader, naar de Geest, ofwel naar Satan. We luisteren naar de Vader, net als Petrus, wanneer we naar de hemel kijken, wanneer we denken in termen van liefde, van onszelf geven voor de liefde. Handelen als kinderen van God, vervuld van Zijn liefde, ons leven geven, liefhebben zoals Hij liefheeft. Dat is wat Christus, de Zoon van God, de Messias, deed. Of we luisteren naar Satan wanneer we onze “zo redelijke” criteria, onze manier van kijken, willen opleggen, wanneer we overgave, lijden en het kruis afwijzen. Het kruis doet pijn, maar zonder kruis is er geen verlossing. Het kruis, omarmd met Christus, Christus omarmen, uit liefde, met Liefde, brengt glorie.
Op elk moment van de dag kunnen we kiezen: Satan volgen, mijn criteria volgen, denken met menselijke argumenten, het kruis afwijzen. Of we volgen Christus, verloochenen onszelf, omarmen dat dagelijkse kruis dat ons zo dwarszit, en geven ons uit liefde over aan Christus, in Christus.
Zoals de heilige Theresia zei: “In het kruis is leven en troost, en alleen dat is de weg naar de hemel.” Door het dagelijkse kruis te omarmen, omarmen en troosten we de gekruisigde Christus. Gaan we dan de kansen die we elke dag hebben om Hem te troosten, om Hem meer lief te hebben, verliezen?
Toegepast op het getrouwde leven:
Gonzalo: Claudia, ik ben uitgeput, ik kan er niet meer tegen. Je schrikt van het minste of geringste, en je zou eens moeten kijken hoe je reageert.
Claudia: Wat bedoel je met van het minste of geringste? Je hebt het weer gedaan, je negeert me, je houdt geen rekening met me!
Gonzalo: Je overdrijft. Zie je dan niet dat ik mijn ruimte moet hebben?
Claudia: Loop naar de hel! Jouw ruimte? Ik ben je vrouw! (En vertrekt, de deur dichtslaand)
(Zij komt na 20 minuten terug)
Claudia: Gonzalo, alsjeblieft, zullen we bidden? Het doet me zoveel pijn als we boos worden.
(In gebed, na een paar minuten stilte, nadenkend over Gods aanwezigheid)
Claudia: Heer, vergeef me dat ik slecht tegen Gonzalo heb gesproken. Hij is mijn echtgenoot, het grootste geschenk dat U me hebt gegeven, de persoon die U aan mijn zijde hebt geplaatst zodat ik kan leren liefhebben, en van wie ik zielsveel houd. Ik wil zo graag een huwelijk zoals U dat wilt! Maar ik weet dat de manier niet is om hem uit te schelden, om helemaal overstuur te raken… Help me om me niet op de slechte dingen te concentreren en alleen naar zijn enorme hart te kijken, dat enorme verlangen dat hij heeft om elke dag meer van me te houden.
Gonzalo: Heer, dank U wel voor Claudia. Zij geeft me het licht dat ik niet heb. U weet dat ik heel veel van haar hou, maar soms doe ik dingen zonder aan haar te denken, denk ik te veel aan mezelf. Ik wil haar geen pijn doen, maar dat is niet goed. Laat me alsjeblieft niet zomaar in haar humeur zijn. Help me dingen voor haar te doen, door in de eerste plaats aan haar te denken. Help me mezelf te vergeten. Dat is wat U deed, Heer. En dat is de weg naar geluk, de weg van overgave, van liefde. De weg naar de hemel. Claudia, vergeef me. Ik hou zo veel van je!
Claudia: Jezus, heel erg bedankt voor deze geweldige echtgenoot die U me gegeven hebt. Gonzalo, heel erg bedankt, u bent geweldig. Geef me een dikke knuffel!
Moeder,
Heel erg bedankt voor alles. Help ons alstublieft onszelf te verloochenen, samen met U het kruis van elke dag te omarmen en zo uw Zoon te volgen, Hem te troosten en van Hem te houden. Prijs de Heer!

