Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 5,38-42.
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Gij hebt gehoord dat er gezegd is: Oog om oog, tand om tand.
Maar ik zeg u geen weerstand te bieden aan het onrecht, doch als iemand u op de rechterwang slaat, keer hem dan ook de andere toe.
En als iemand u voor het gerecht wil dagen en uw onderkleed afnemen, laat hem dan ook het bovenkleed.
En als iemand u vordert een mijl met hem te gaan, ga er dan twee met hem.
Geef aan wie u vraagt, en wend u niet af als iemand van u lenen wil.
Geef het hem ook.
“Als ze je tuniek willen afnemen, geef hem dan ook je mantel; als iemand je vraagt een mijl met hem mee te lopen, loop dan twee mijlen met hem mee”. Heer, hoeveel jaren heb ik dit evangelie niet begrepen! Omdat ik vasthield aan mijn menselijke criteria, aan wat mij vanuit mijn verstand rechtvaardig leek… En nu kijk ik naar U aan het kruis en zie ik dat dat liefde is, overgave tot het uiterste, zonder voorwaarden, alles uit liefde, alles. Dat past niet in het menselijk verstand, maar het is de waarheid, want U, de Schepper, de Almachtige, hebt alles uit liefde geschapen, U hebt ons uit liefde geschapen en U roept ons op om lief te hebben. En in dit evangelie laat je ons zien hoe jij liefhebt, je laat ons zien hoe liefde is. Liefde is geven, liefde is jezelf geven, liefde is de wil van de geliefde zoeken omdat je het beste voor hem wilt. Zonder aan jezelf te denken, alleen aan de ander denkend. Zo heb je ons lief, zo wil je dat we jouw liefde ontvangen en, vervuld van jouw liefde, liefhebben zoals jij ons liefhebt.
Toegepast op het huwelijksleven:
Jacobo: (Komt op zaterdagochtend vroeg mopperend uit de keuken) Ze wist dat ik me zo verheugde op het eten met het gezin, met onze kinderen, en dan moet ze haar moeder en broer uitnodigen om te komen eten. Ach, ik laat me weer door de duivel in de maling nemen. Ik ga naar de Heer. “Heer, wat moet ik doen? U weet hoe goed het is dat we als gezin samen eten.” (En na een tijdje stil te hebben nagedacht, terwijl hij de overgave van Christus aan het kruis aanschouwt, beseft hij dat zijn vrouw het met de beste bedoelingen heeft gedaan, dat zijn broer het misschien nodig heeft). “Dank u, Jezus, dat u mij laat zien dat het niet gaat om gelijk hebben, maar om liefhebben, om mijn eigen liefde op te geven zodat ik Uw oneindige liefde kan ontvangen. Als ze mijn tuniek vragen, geef ik ook mijn mantel. Het doet pijn, maar het is de weg, het deed jou nog veel meer pijn, Jezus!”
Jacobo: (Terugkomend bij zijn vrouw) Schat, vergeef me. Ik wil doen wat jij het beste vindt, omdat ik elke dag meer van je wil houden. Wil je dat ik je moeder en je broer ga halen zodat ze kunnen komen?
Carmen: Heel erg bedankt, schat. En sorry dat ik het zomaar heb gedaan zonder het met je te overleggen. Zo zou de Maagd het niet hebben gedaan. Wil je dat we vanmiddag samen die wandeling maken die je zo leuk vindt? Ik hou van je!
Moeder,
Verlicht ons alstublieft en help ons om altijd Gods wil te zoeken. Als men ons om onze mantel vraagt, laten we dan ook onze mantel geven. Geprezen zij de gekruisigde Christus.