Maandelijks archief: februari 2025

Het zit niet in het omhulsel. Commentaar voor huwelijken: Marcus 5, 1-20

Evangelie van de dag

Een lezing uit het Heilige Evangelie volgens Marcus 5, 1-20

In die tijd kwamen Jezus en zijn leerlingen aan de overkant van het meer in het land van de Gerasenen.
Nauwelijks was Hij uit de boot gestapt, of daar liep Hem uit de grotspelonken een man tegemoet die in de macht was van een onreine geest.
Hij huisde in de graven en niemand was meer in staat hem zelfs met een ketting te boeien,
want al meermalen was hij in voet ‑ en handboeien geketend geweest, maar de handboeien had hij uit elkaar getrokken 
en de voetboeien verbrijzeld. Niemand was dus bij machte hem te overweldi­gen.
Dag en nacht was hij onafgebroken in de grafspe­lonken en in de bergen aan het schreeuwen en beukte zichzelf met stenen.
Toen hij in de verte Jezus zag, snelde hij op Hem toe en viel Hem te voet.
Luid schreeuwend riep hij: ‘Wat hebt Gij met mij te maken, Jezus, 
Zoon van God, de Allerhoogste! Ik bezweer U bij God, kwel mij niet!
Want Hij had hem gezegd: ‘Onreine geest, ga weg uit die man.’
Daarop vroeg Hij hem: ‘Wat is uw naam?’ Hij antwoordde: ‘Mijn naam is Legioen, want wij zijn met velen.’
En hij smeekte Hem met aandrang, dat Hij hem niet uit de streek zou wegjagen.
Nu was men daar tegen de berghelling een grote kudde zwijnen aan het hoeden.
Zij smeekten Hem: ‘Stuur ons in die zwijnen en laat ons daarin gaan.’
Hij stond het hun toe. De onreine geesten gingen uit de bezetene, voeren in de zwijnen 
en de troep stortte zich van de steile oever in het meer, ongeveer tweeduizend en ze verdronken.
De zwijnhoeders namen de vlucht en vertelden het in de stad en op het land. 
Daarop kwamen de mensen kijken wat er gebeurd was.
Zij kwamen naar Jezus toe en zagen de bezetene zitten, gekleed en goed bij zijn verstand,
dezelfde die in de macht van Legioen geweest was; en ze werden door vrees bevangen.
Die het gezien hadden, verhaal­den hun hoe het gegaan was met de bezetene, en vertelden ook over de zwijnen.
Daarop begonnen zij bij Hem aan te dringen hun streek te verla­ten.
Maar toen Hij in de boot stapte, verzocht de man die bezeten geweest was bij Hem te mogen blijven.
Jezus stond dit echter niet toe, maar zei hem: ‘Ga naar huis, naar de uwen 
en vertel hun alles wat de Heer aan u gedaan heeft en hoe Hij u barmhar­tig­heid heeft bewezen.’
De man ging heen en begon in Dekapolis alles te verkondigen 
wat Jezus aan hem gedaan had; en allen stonden verbaasd.

Woord van de Heer.

Het zit niet in het omhulsel.

Aanvankelijk bleven de Gerasenen achter met de “buitenkant” van de gebeurtenissen die Jezus uitlokte: de varkenshoeders verloren 2000 varkenskoppen. Dit leidde tot hun verdrijving uit het land.
Toen stelde Jezus het wonder van dichterbij aan hen voor, zodat ze zouden geloven. Hij stuurde hen degene die bevrijd was van dat legioen onreine geesten, zodat zijn echte wonder en de komst van het koninkrijk naar dat volk konden worden opgetekend.
De Gerasenen zagen en geloofden bij het zien van de bezeten man die ze zo vaak door demonen overheerst hadden zien worden.
Als we ervaringen met de Heer hebben, mogen we dan niet in de schelp blijven zitten en dieper gaan tot we het evangelie zelf in die ervaringen weerspiegeld zien, zodat we het zien en geloven en zelfs gezonden worden om het te verkondigen.

Toegepast op het getrouwde leven:

Lorena: Vandaag, Marino, droomde ik een ervaring waarin Jezus en ik werden vervolgd en we ons samen opsloten om niet gezien te worden.
Marino: Wow, wat een vreemde droom. En heb je gebeden om te zien of het van God was die je een boodschap wilde sturen, Lorena?
Lorena: Nee, maar je hebt gelijk. Ik ga het bidden.
(Dagen later)
Lorena: Ik weet wat de Heer me wilde vertellen met de droom en wat Hij van me wil.
Marino: En wat wil Hij jou vertellen?
Lorena: Als verleidingen me achtervolgen, wil Hij dat ik me omsluit in de liefde van Zijn hart. En die liefde van Hem is wat jou en mij verbindt, Marino.
Marino: Ik hou van je dromen…

 

Moeder,

De Heer is voortdurend aan het werk in ons leven. Mogen we Zijn voorzienige hand in alles en iedereen zien. Loof God!

Het zit niet in het omhulsel. Commentaar voor huwelijken: Marcus 5, 1-20

Evangelie van de dag

Een lezing uit het Heilige Evangelie volgens Marcus 5, 1-20

In die tijd kwamen Jezus en zijn leerlingen aan de overkant van het meer in het land van de Gerasenen.
Nauwelijks was Hij uit de boot gestapt, of daar liep Hem uit de grotspelonken een man tegemoet die in de macht was van een onreine geest.
Hij huisde in de graven en niemand was meer in staat hem zelfs met een ketting te boeien,
want al meermalen was hij in voet ‑ en handboeien geketend geweest, maar de handboeien had hij uit elkaar getrokken 
en de voetboeien verbrijzeld. Niemand was dus bij machte hem te overweldi­gen.
Dag en nacht was hij onafgebroken in de grafspe­lonken en in de bergen aan het schreeuwen en beukte zichzelf met stenen.
Toen hij in de verte Jezus zag, snelde hij op Hem toe en viel Hem te voet.
Luid schreeuwend riep hij: ‘Wat hebt Gij met mij te maken, Jezus, 
Zoon van God, de Allerhoogste! Ik bezweer U bij God, kwel mij niet!
Want Hij had hem gezegd: ‘Onreine geest, ga weg uit die man.’
Daarop vroeg Hij hem: ‘Wat is uw naam?’ Hij antwoordde: ‘Mijn naam is Legioen, want wij zijn met velen.’
En hij smeekte Hem met aandrang, dat Hij hem niet uit de streek zou wegjagen.
Nu was men daar tegen de berghelling een grote kudde zwijnen aan het hoeden.
Zij smeekten Hem: ‘Stuur ons in die zwijnen en laat ons daarin gaan.’
Hij stond het hun toe. De onreine geesten gingen uit de bezetene, voeren in de zwijnen 
en de troep stortte zich van de steile oever in het meer, ongeveer tweeduizend en ze verdronken.
De zwijnhoeders namen de vlucht en vertelden het in de stad en op het land. 
Daarop kwamen de mensen kijken wat er gebeurd was.
Zij kwamen naar Jezus toe en zagen de bezetene zitten, gekleed en goed bij zijn verstand,
dezelfde die in de macht van Legioen geweest was; en ze werden door vrees bevangen.
Die het gezien hadden, verhaal­den hun hoe het gegaan was met de bezetene, en vertelden ook over de zwijnen.
Daarop begonnen zij bij Hem aan te dringen hun streek te verla­ten.
Maar toen Hij in de boot stapte, verzocht de man die bezeten geweest was bij Hem te mogen blijven.
Jezus stond dit echter niet toe, maar zei hem: ‘Ga naar huis, naar de uwen 
en vertel hun alles wat de Heer aan u gedaan heeft en hoe Hij u barmhar­tig­heid heeft bewezen.’
De man ging heen en begon in Dekapolis alles te verkondigen 
wat Jezus aan hem gedaan had; en allen stonden verbaasd.

Woord van de Heer.

Het zit niet in het omhulsel.

Aanvankelijk bleven de Gerasenen achter met de “buitenkant” van de gebeurtenissen die Jezus uitlokte: de varkenshoeders verloren 2000 varkenskoppen. Dit leidde tot hun verdrijving uit het land.
Toen stelde Jezus het wonder van dichterbij aan hen voor, zodat ze zouden geloven. Hij stuurde hen degene die bevrijd was van dat legioen onreine geesten, zodat zijn echte wonder en de komst van het koninkrijk naar dat volk konden worden opgetekend.
De Gerasenen zagen en geloofden bij het zien van de bezeten man die ze zo vaak door demonen overheerst hadden zien worden.
Als we ervaringen met de Heer hebben, mogen we dan niet in de schelp blijven zitten en dieper gaan tot we het evangelie zelf in die ervaringen weerspiegeld zien, zodat we het zien en geloven en zelfs gezonden worden om het te verkondigen.

Toegepast op het getrouwde leven:

Lorena: Vandaag, Marino, droomde ik een ervaring waarin Jezus en ik werden vervolgd en we ons samen opsloten om niet gezien te worden.
Marino: Wow, wat een vreemde droom. En heb je gebeden om te zien of het van God was die je een boodschap wilde sturen, Lorena?
Lorena: Nee, maar je hebt gelijk. Ik ga het bidden.
(Dagen later)
Lorena: Ik weet wat de Heer me wilde vertellen met de droom en wat Hij van me wil.
Marino: En wat wil Hij jou vertellen?
Lorena: Als verleidingen me achtervolgen, wil Hij dat ik me omsluit in de liefde van Zijn hart. En die liefde van Hem is wat jou en mij verbindt, Marino.
Marino: Ik hou van je dromen…

 

Moeder,

De Heer is voortdurend aan het werk in ons leven. Mogen we Zijn voorzienige hand in alles en iedereen zien. Loof God! 

 

Nooit alleen. Commentaar voor huwelijken: Lucas 2,22-40.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas 2,22-40.

Toen de tijd aanbrak, waarop Maria en het Kind volgens de Wet van Mozes gereinigd moesten worden,
brachten zijn ouders Jezus naar Jeruzalem om Hem aan de Heer op te dragen,
volgens het voorschrift van de Wet des Heren: Elke eerstgeborene van het mannelijk geslacht moet aan de Heer worden toegeheiligd,
en om volgens de bepaling van de Wet des Heren een offer te brengen, namelijk een koppel tortels of twee jonge duiven.
Nu leefde er in Jeruzalem een zekere Simeon, een wetgetrouw en vroom man,
die Israëls vertroosting ver­wachtte en de heilige Geest rustte op hem.
Hij had een godsspraak ontvangen van de heilige Geest dat de dood hem niet zou treffen, voordat hij de Gezalfde des Heren zou hebben aanschouwd.
Door de Geest gedreven was hij naar de tempel gekomen. Toen de ouders het kind Jezus daar binnenbrachten, om aan Hem het voorschrift der Wet te vervullen,
nam ook hij het kind in zijn armen en verkondigde Gods lof met de woorden:
‘Uw dienaar laat gij, Heer, nu naar uw woord in vrede gaan:
mijn ogen hebben thans uw Heil aanschouwd,
dat Gij voor alle volken hebt bereid;
een licht dat voor de heidenen straalt, een glorie voor uw volk Israel.’
Zijn vader en moeder stonden verbaasd over wat van Hem gezegd werd.
Daarop sprak Simeon over hen een zegen uit en hij zei tot Maria, zijn moeder:
‘Zie, dit kind is bestemd tot val of opstanding van velen in Israël, tot een teken dat weersproken wordt,
opdat de gezind­heid van vele harten openbaar moge worden;
en uw eigen ziel zal door een zwaard worden doorboord.’
Er was ook een profetes, Hanna, een dochter van Fanuel uit de stam van Aser.
Zij was hoogbejaard en na haar jeugd had zij zeven jaren met haar man geleefd.
Nu was zij een weduwe van vierentachtig jaar. Ze verbleef voortdurend in de tempel en diende God dag en nacht door vasten en gebed.
Op dit ogenblik kwam zij naderbij, dankte God en sprak over het Kind tot allen die de bevrijding van Jeruzalem verwachtten.
Toen zij alle voorschriften van de Wet des Heren vervuld hadden, keerden zij naar Galilea, naar hun stad Nazaret terug.
Het Kind groeide op en nam toe in krachten; het werd vervuld van wijsheid en de genade Gods rustte op Hem.

 

Nooit alleen.

Het is duidelijk wie de architect van dit tafereel is: de Heilige Geest. Jezus heeft nooit alleen gehandeld. Hij werd altijd bijgestaan door de Vader en de Heilige Geest. We zien hier hoe zowel Simeon als Anna door Hem worden geleid. Afgezien van het feit dat het evangelie dit expliciet zegt, wie zou hen anders kunnen openbaren dat dit Kind de Redder is?
Jezus ging nooit alleen.

Toegepast op het getrouwde leven:

Almudena: Jaime, ik heb je meer nodig dan je denkt.
Jaime: En ik heb jou nodig, Almudena. Er was een tijd dat ik individualistischer was, maar nu besef ik hoe afhankelijk ik ben, ten eerste van God en ten tweede van jou. Ik begrijp meer en meer waarom God jou aan mijn zijde heeft geplaatst.
Almudena: Het is duidelijk dat God ons heel beperkt wilde maken, zodat we zouden beseffen hoeveel we Hem nodig hebben en hoeveel we elkaar nodig hebben.
Jaime: Het rare is dat er mensen zijn die dat nog steeds niet beseffen. Hoeveel lijden ze nog moeten doormaken.
Almudena: We bidden voor hen.

Moeder,

Als de Heer, die God is, niet alleen wilde komen, hoeveel minder wij die zo klein zijn. Lof zij de Heer die ons bijstaat.

Passies zonder geloof. Commentaar voor huwelijken: Marcus 4,35-41.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus 4,35-41.

Op een zekere dag tegen het vallen van de avond sprak Jezus tot zijn leerlingen : ‘Laten we oversteken.’
Zij stuurden het volk weg en namen Hem mee zoals Hij daar in de boot zat; andere boten begeleidden Hem.
Er stak een hevige storm op en de golven sloegen over de boot, zodat hij al vol liep.
Intussen lag Hij aan de achtersteven op het kussen te slapen.
Ze maakten Hem wakker en zeiden Hem: ‘Meester, raakt het U niet dat wij vergaan?’
Hij stond op, richtte zich met een dwin­gend woord tot de wind
en sprak tot het water: ‘Zwijg, stil!’ De wind ging liggen en het werd volmaakt stil.
Hij sprak tot hen: ‘Waarom zijn ge zo bang? Hoe is het mogelijk dat ge nog geen geloof bezit?’
Zij werden door een grote vrees bevangen en vroegen elkaar:
‘Wie is hij toch, dat zelfs wind en water Hem gehoorzamen?’

Woord van de Heer.

 

Passies zonder geloof.

Het is duidelijk dat er twee manieren zijn om op de moeilijkheden van het leven te reageren: de ene is zonder geloof, en dan komen alle hartstochten naar boven: Angsten, verdenkingen, beschuldigingen van anderen, verdriet, boosheid …. De andere is die van degenen die met geloof reageren omdat ze weten dat God van hen houdt.
We zien in dit evangelie hoe de discipelen achterdochtig worden over de liefde van de Heer als ze tegen Hem zeggen: “Meester, kan het U niet schelen dat wij verloren gaan? Met andere woorden, ze twijfelen niet aan zijn macht, maar wel aan zijn liefde. Hoe lelijk is het om aan de liefde van God te twijfelen.

 

Toegepast op het getrouwde leven:

Marisa: Vergeef me Heer voor al die keren dat ik twijfelde of Javi wel de man van mijn leven was.
Javi: Nou, het is goed dat je de Heer om vergeving vraagt, maar eigenlijk ben ik degene die je daarmee beledigd hebt.
Marisa: Nou, jij ook, maar bovenal heb ik de Heer beledigd door mijn gebrek aan geloof in de liefde die Hij voor me heeft toen Hij jou koos om mijn man te zijn.
Javi: Ja, maar ik heb het gevoel dat deze straf die je hebt moeten ondergaan door goddelijk ontwerp, voor jouw heiliging is.
Marisa: Niets is minder waar. Jij bent de geweldige echtgenoot die God me heeft toegewezen omdat Hij zoveel van me houdt, en als ik hem zo niet zie, leef ik met angsten, verdenkingen, verdriet…
Javi: Nou, als jij mij ziet als jouw geweldige man, dan ben ik tevreden.
Marisa: Haha, natuurlijk doe ik dat, gekkie. Ik ben superblij met jou.

Moeder,

Niets zal ons scheiden van de liefde van God. Hem zij lof voor altijd.