Dagelijks archief: 16 januari, 2025

Willen en kunnen. Commentaar voor huwelijken: Marcus 1, 40-45

Evangelie van de dag

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Marcus 1, 40-45

In die tijd kwam een melaatse bij Jezus die op zijn knieën viel en Hem smeekte: ‘Als Gij wilt, kunt Gij mij reinigen.’
Door medelijden bewogen stak Hij de hand uit en raakte hem aan en sprak tot hem: ‘Ik wil, word rein.’
Terstond verdween de melaatsheid en was hij gereinigd.
Terwijl Hij hem wegstuurde, vermaande Hij op strenge toon:
‘Zorg ervoor dat ge aan niemand iets zegt, maar ga u laten zien aan de priester
en offer voor uw reiniging wat Mozes heeft voorgeschreven, om ze het bewijs te leveren.’
Eenmaal vertrokken begon de man zijn verhaal overal in het openbaar te vertellen
en ruchtbaar­heid aan de zaak te geven, met het gevolg,
dat Jezus niet meer openlijk in de stad kon komen, maar buiten op eenzame plaatsen verbleef.
Toch kwamen de mensen van alle kanten naar Hem toe.

Woord van de Heer.

Willen en kunnen.

“Willen” en “kunnen” zijn twee werkwoorden waartussen een enorme afstand bestaat, in situaties zoals die van deze melaatse. Maar voor de Heer gaan de twee altijd samen, want wat hij wil doen kan hij altijd doen, en wat hij kan doen wil hij altijd doen.
In ons geval daarentegen, in zaken van liefde en genezing, willen we veel maar kunnen we niets. En op andere momenten kunnen we veel en willen we toch niets.
Er zijn dus veel momenten waarop ik meer van mijn echtgenoot kan houden en ik niet meer van hem wil houden. Ik wil het niet omdat ik moe ben, of omdat ik hem of haar zat ben, of omdat ik denk dat hij of zij het niet verdient, of omdat ik gekwetst ben door iets wat hij of zij mij heeft aangedaan, of ik wil het niet omdat ik denk dat hij of zij niet van mij houdt.
Vandaag draait Jezus de zin naar me terug en stelt hij me voor aan mijn echtgenoot die gewond is door de zonde (ik sluit mijn ogen en overdenk hem in mijn hart). Na een paar ogenblikken naar hem gekeken te hebben, zegt Jezus tegen me: Als je wilt, kun je meer van hem of haar houden. Eens kijken of ik net als Hij reageer en zeg: Ik wil!

 

Toegepast op getrouwd leven:

Fran: Als je wilt, kun je me vergeven.
Patri: Ik ben erg gekwetst door jou en ik wil je niet vergeven.
Fran: Kan ik op zijn minst een knuffel krijgen?
Patri: Ik wil je geen knuffel geven, want die verdien je niet.
(De volgende dag gaat Patri biechten en de priester geeft haar geen absolutie. Als ze thuiskomt…)
Patri: Echtgenote, ik ben thuis. Kun je komen?
Fran: Ik kom!
Patri: Ik wilde je vergeven voor gisteren. De Heer heeft me vandaag een lesje geleerd, want de priester kon me geen absolutie geven voor mijn zonden omdat ik je niet wilde vergeven.
Fran: Oh, Patri… Dank je dat je me vergeven hebt.
Patri: Vergeef je me?
Fran: Nou, nu wil ik je niet vergeven… Nee, vrouw! Het is een grap. Natuurlijk wil ik dat. Kom in mijn armen!

Moeder,

Hoeveel dingen wil de Heer door ons doen en doet het niet uit respect voor onze vrijheid, al die keren dat we wel kunnen maar niet willen. Vandaag zeggen we tegen u: Wij zijn uw dienaren, Heer! U zij geprezen.