EVANGELIE
Als jullie je niet bekeren, zullen jullie ook allen vergaan.
Lezing uit het Heilige Evangelie volgens Lucas 13, 1-9
In die tijd waren er bij Jezus enkele mensen die Hem vertelden wat er gebeurd was met de Galileeërs, van wie Pilatus het bloed met dat van hun offerdieren vermengd had.
Daarop zei Jezus: Denkt ge, dat onder alle Galileeërs alleen dezen zondaars waren, omdat zij dat lot ondergaan hebben?
Volstrekt niet, zeg Ik u. Maar als gij u niet bekeert, zult ge allen op een dergelijke manier omkomen.
Of die achttien die gedood werden, doordat de toren bij de Siloam op hen viel: denkt ge dat die alleen schuldig waren onder alle mensen die in Jeruzalem woonden?
Volstrekt niet, zeg Ik u. Maar als gij niet tot bekering komt, zult ge allen op eenzelfde wijze omkomen.’
Hij vertelde nu deze gelijkenis: ‘Iemand had een vijgeboom die in zijn wijngaard geplant stond; hij kwam zoeken of er vrucht aan zat, maar vond niets.
Toen zei hij tot de wijngaardenier: Al sinds drie jaar kom ik aan deze vijgeboom vruchten zoeken, maar ik vind er geen. Hak hem om: waartoe put hij nog de grond uit?
Maar de man gaf hem ten antwoord: Heer, laat hem dit jaar nog staan; laat mij eerst de grond er omheen omspitten en er mest op brengen.
Misschien draagt hij het volgend jaar vrucht; zo niet, dan kunt ge hem omhakken.’
Woord van de Heer.
Tol betaald.
De Heer verwacht vruchten van liefde in ons huwelijk te verzamelen, vruchten die door de Heilige Geest worden voortgebracht. Maar in plaats daarvan vindt Hij nog steeds werken van het vlees: “vijandschappen, tweedracht, afgunst, woede, ambities, verdeeldheid, tweedracht, rivaliteit”.
Dan kunnen we proberen onze echtgenoot aan te wijzen als zijnde verantwoordelijk voor dit alles, wat moeilijk is, want twee kunnen niet boos zijn tenzij een van hen dat wil.
Maar stel dat mijn man medeschuldig is, ga ik dan met de vinger naar hem wijzen en laat ik hem van me afsnijden en wegrukken? Of ga ik aanbieden om te graven en hem of haar de liefde te geven die hij of zij nodig heeft door te vragen om een nieuwe kans voor hem of haar.
Toegepast op het getrouwde leven:
Lola: Jij, wie ben je en wat doe je in ons huis met die zeis?
Dood: Ik ben de Dood en ik ben gekomen om het leven van je man af te snijden en hem mee te nemen…. even kijken, wat stond op de afleveringsbon? Naar de hel. Ik moet hem meenemen naar de hel.
Lola: Nee, alsjeblieft, neem hem niet mee!
Dood: Maar gisteren belde je me nog met de vraag of ik hem meteen mee wilde nemen.
Lola: Ja, maar dat meende ik niet.
De Dood: Oh, nou, het spijt me. Ik ben hier al en ik moet iemand meenemen. Vergeet niet dat ik al de tol heb betaald.
Lola: Nou, neem mij dan in zijn plaats!
-Dit ja, dit is een goede zaak. Dit is de eerste keer dat het mij overkomt. Maar hou je zoveel van hem? Als je zo doet, moet ik hem nog een paar jaar aan jou overlaten. Kom niet bij me terug met klachten.
Lola: Ja, alsjeblieft. Ik beloof hem al mijn liefde en zachtheid te geven om hem niet te ergeren en zijn weg naar de liefde gemakkelijker te maken.
-Daarmee zou je me meer betalen dan de bult waard is.
Lola: Hij is geen pakketje, hij is mijn man. En praat niet meer zo over hem of ik vermoord je.
Dood: Nou, dat is grappig. Ga je Dood vermoorden?
Lola: Jezus heeft het gedaan, dus in zijn naam zeg ik tegen jou: “Ga weg en kom niet terug voordat ik niet meer van mijn man houd.”
(En de Dood ging op zoek naar een andere, minder geliefde man).
Moeder,
Ik hou van mijn echtgenoot met al mijn kracht. Laat hem niet weggenomen worden totdat hij geheiligd is door de werking van de Heilige Geest door mij. Prijs de Heer die mij toestaat zijn Cyreniër te zijn.