Jij bent de Messias van God. De Mensenzoon moet veel lijden.
Lezing uit het Heilige Evangelie volgens Lucas 9, 18-22
Toen Jezus eens alleen aan het bidden was en zijn leerlingen bij Hem kwamen, stelde Hij hun de vraag: ‘Wie zeggen de mensen, dat Ik ben?’
Zij antwoordden: ‘Johannes de Doper; anderen zeggen: Elia, en weer anderen: Een van de oude profeten is opgestaan.’
Hierop zeide Hij tot hen: ‘Maar gij, wie zegt gij dat Ik ben?’ Nu antwoordde Petrus: ‘De Gezalfde van God.’
Maar Hij verbood hun nadrukkelijk dit aan iemand te zeggen.
‘De Mensenzoon,’ zo sprak Hij, ‘moet veel lijden en door de oudsten, hogepriesters en schriftgeleerden verworpen worden, maar na ter dood te zijn gebracht, zal Hij op de derde dag verrijzen.’
Woord van de Heer.
Verhaal.
Jezus wordt door Petrus herkend als de Messias. Ongetwijfeld een actie van de Heilige Geest. Maar Jezus verbiedt hen het aan iemand te vertellen. Waarom? Hij presenteert Zichzelf, niet als de Messias, maar als de Mensenzoon, als een gewone man, net als ieder ander mens. Maar waarom deze gretigheid om Zijn identiteit te verbergen? Omdat het volk van Israël een ander soort messias verwachtte. Daarom maakt Hij duidelijk hoe Zijn messiasschap zou zijn: veel lijden, afgewezen worden door de leiders, terechtgesteld worden en weer opstaan. Dat was Gods plan voor de ware Messias, iets wat niemand zou begrijpen, ook zijn eigen discipelen niet. Nogmaals, Gods wegen zijn niet de wegen van de mens. Maar er is geen weg die mooier is dan Gods weg. Laten we Gods wegen omarmen, zelfs als anderen die niet begrijpen, voor de grotere glorie van God.
Toegepast op het getrouwde leven:
Carmen: Toen ik met je trouwde, verwachtte ik mijn droomprins aan mijn zijde te hebben.
Julius: En je droomprins bleek een blindganger te zijn…
Carmen: Hahaha. Nee, gekkie. Maar het is waar dat mijn sprookje een echt verhaal werd, van kruisen, van lijden, van vreugde, maar ook van verdriet, van sympathieën en antipathieën. Maar onze liefde is volwassener geworden door alle beproevingen die we samen hebben doorstaan. Nu bewonder ik je meer en hou ik meer van je dan wanneer je een charmante prins zou zijn. Nu hou ik van jou, en alleen van jou, precies zoals je bent.
Julio: Ik hou van je. Ik hou van alles aan jou. Je bent nog steeds sprookjesachtig, omdat je charmant bent.
Carmen: Nou, ik heb je ook een paar hoofdpijnen bezorgd.
Julio: Maar ze zijn het allemaal waard geweest voor de liefde voor jou. Kom op, schone slaapster, geef me een kus en sta op want we komen te laat op het werk.
Carmen: Neem je me niet mee op je vliegend tapijt?
Julio: Ik heb het in de werkplaats, dan kunnen ze het vullen met vliegend poeder.
Allebei: Hahaha.
Moeder,
Dank u voor een echt leven, veel mooier dan een sprookjesleven. Prijs God dat Hij ons het leven heeft gegeven.