EVANGELIE
De bruidegom zal van hen weggenomen worden en dan zullen zij vasten.
Een lezing uit het Heilige Evangelie volgens Lucas 5, 33-39
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas 5,33-39.
en verrichten gebeden; die van de Farizeeën doen dat ook, maar de uwen eten en drinken.’
Jezus antwoordde: ‘Kunt gij soms de vrienden van de bruidegom laten vasten, zolang de bruidegom bij hen is?
Er zullen echter dagen komen, dat de bruidegom van hen is weggenomen en dan, in die tijd, zullen ze vasten.’
Hij gaf hun ook nog een gelijkenis: ‘Niemand scheurt een lap van een nieuw kleed om daarmee een oud te verstellen;
anders verscheurt hij immers niet alleen het nieuwe kleed, maar de lap uit het nieuwe past bovendien niet bij het oude.
En niemand doet jonge wijn in oude zakken; anders doet de jonge wijn de zakken bersten, hij loopt eruit en de zakken gaan verloren.
Maar jonge wijn moet men in nieuwe zakken doen.
En niemand die oude gedronken heeft, wenst jonge; hij zal zeggen: de oude is best.’
Het geestelijke omslagpunt.
Het ergste is misschien wel om de echtgenoot te veroordelen. Ten eerste omdat ik God verdring en mezelf dus boven de mens stel, met alle gevolgen van dien voor mijn hoogmoed. Ten tweede omdat de Heer, als hij het heeft over het oordeel over de ander, hem een “balk” noemt in tegenstelling tot het “kaf” van de ander, waarmee hij elke andere zonde, wat het ook is, als “kaf” kwalificeert ten opzichte van het oordeel dat het als een “balk” beschouwt.
Ten derde, omdat ik geschapen ben om mezelf te geven voor het heil van mijn echtgenoot, en het beschuldigende oordeel rechtstreeks ingaat tegen de waterlijn van mijn roeping, die mij naar God leidt.
Ten vierde, omdat ik geoordeeld zal worden met de maat waarmee ik oordeel, en omdat God die maat gebruikt om mij te oordelen, kan ik al verzekerd zijn van veroordeling.
Ten slotte maakt het oordeel mij vatbaar voor “verachting”. Het is gemakkelijk dat ik na het oordeel afwijzing zal ervaren ten opzichte van de “beschuldigde”, en dat is de bom, dat is de geestelijke verscheuring van mijn ziel.
Laten we dus heel voorzichtig zijn met wederzijdse oordelen en ze de ernst geven die ze hebben, om ervoor te vluchten als de pest!
Geland in het getrouwde leven:
Luis: Ik gaf je net een slecht antwoord, sorry.
Merche: Ik vergeef je.
Luis: Wat me is opgevallen is dat je me deze keer en al een tijdje geen verwijten maakt over de zonden die ik bega.
Merche: Nee, want ik heb begrepen dat ik vanwege mijn huwelijk besta om je voor God te verdedigen, niet om je te beschuldigen. Trouwens, ik weet zeker dat ik in jouw plaats erger zou hebben gedaan, dus ik ben niet degene die jou iets kan verwijten.
Luis: Wat een zegen van God heb ik bij jou. Dank je voor je getuigenis van Gods liefde die duidelijk in jou aanwezig is.
Moeder,
Help me in mijn missie om mijn man te redden. Hij is een wonder en verdient het. Prijs God voor het geschenk van mijn man.