Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas 17,1-6.
Het zou beter voor hem zijn als men hem een molensteen om de hals deed en in zee wierp, dan dat hij aan een van deze kleinen aanstoot geeft.
Wacht u daarvoor. Als uw broeder gezondigd heeft, geef hem een berisping; toont hij dan spijt, vergeef het hem.
Al misdoet hij zevenmaal per dag tegen u, maar zevenmaal ook wendt hij zich tot u met de woorden: Het spijt me, dan moet ge hem vergeven.’
De apostelen zeiden nu tot de Heer: ‘Geef ons meer geloof.’
De Heer antwoordde: ‘Als ge een geloof had als een mosterdzaadje, zoudt ge tot die moerbeiboom zeggen:
Maak uw wortels los uit de grond en plant u in de zee, en hij zou u gehoorzamen.
De Heer zegt dat het onmogelijk is dat er geen schandalen zijn. Onmogelijk…! zegt Hij. En het is onmogelijk omdat we zondaars zijn, en als ik een zonde bega, is dat een schandaal voor mijn echtgenoot, voor mijn kinderen, voor de mensen om me heen en voor de hele Kerk. Het is een ontrouw aan de liefde waarvoor we geschapen zijn en waartoe ik me verbonden heb door mijn huwelijk, en het is een ontrouw aan Christus’ verbond van liefde met mij door zijn offer.
Voor mijn zonde verdien ik het om een steen om mijn nek gebonden te krijgen en in zee gegooid te worden, maar God heeft de vergeving uitgevonden.
Vergeving is een daad van liefde die groter is dan de zonde, omdat het de liefde van Christus is die groter is dan onze liefdeloosheid.
Het mooie is dat God ons toestaat om Zijn vergeving te gebruiken om ons te bevrijden van schuld door belijdenis en van wederzijdse pijn door onze wederzijdse vergeving.
Toegepast op het huwelijksleven:
Lucia: Ik dacht dat je weinig van me hield vanwege de keren dat je me pijn deed, en ik ontdekte dat ik degene was die weinig van je hield, omdat ik niet genoeg van je hield om je te vergeven, dus ik hield het in mijn hart, dat gemaakt is om lief te hebben, maar ik hield die pijn tegen je. Maar de Heer liet me inzien dat als mijn liefde niet groter is dan jouw zonde, onze gemeenschap niet mogelijk is.
Paul: Dank je Lucia. Ik heb me lang willen bevrijden van het gewicht van mijn fouten tegenover jou. Met het verlangen om het beter te doen, maar zonder hoop omdat we nog steeds vastzaten aan het verleden. Nou, om je de waarheid te zeggen, ik heb mijn hoop op de Heer gevestigd en het heeft gewerkt.
Lucia: Je gebeden zijn opgemerkt, want voor mij was het onmogelijk, maar God heeft me het vermogen gegeven om van je te houden met Zijn genade. Loof God.
Paul: Prijs Hem voor altijd.
Moeder,
Dank U dat U ons de weg van de Liefde hebt getoond door Uw Zoon. Dank U gezegende Moeder.