Evangelie van de dag
Lezing uit het heilige evangelie volgens Matteüs
Jezus antwoordde hun: ‘Ik zal u ook een vraag stellen, en als gij Mij daar antwoord op geeft, dan zal Ik u op mijn beurt zeggen krachtens welke bevoegdheid Ik dit alles doe.
Het doopsel van Johannes, waar was dat vandaan? Van de hemel of van de mensen?’ Zij beraadslaagden onder elkaar: ‘Als wij zeggen: van de hemel, dan zal Hij tegen ons zeggen: Waarom hebt gij hem dan geen geloof geschonken?
Als we zeggen: van de mensen, dan hebben wij het volk te vrezen, want iedereen houdt Johannes voor een profeet.’
Ze gaven Jezus dus ten antwoord: ‘Wij weten het niet.’ Toen zei Hij op zijn beurt tot hen: ‘Dan zeg Ik u evenmin krachtens welke bevoegdheid Ik zo handel.
In ons huwelijk kunnen we worstelen om onze autoriteit te doen gelden en vaak voelen we ons gekwetst wanneer we ‘in diskrediet worden gebracht’, maar we moeten ons afvragen wat Gods wil is in deze omstandigheden, wat beter is dan al onze criteria, tradities…
Wanneer Jezus hen met zijn vraag voor de waarheid stelt, staan zij daar niet voor open, maar maken zij berekeningen over de gevolgen… en met een ontwijkend antwoord missen zij een kans op bekering. In het huwelijk maakt openheid en transparantie, zonder informatie achter te houden, en het tonen van onze waarheid, de weg naar de gemeenschap waartoe wij geroepen zijn gemakkelijker.
Soms zijn we erop gericht om koste wat kost gelijk te krijgen, in plaats van vrede en eenheid te zoeken.
Ten slotte gebruiken ze bij Jezus een “strikvraag” om hem in verlegenheid te brengen. In ons huwelijk moeten we manipulatie vermijden, vragen om onze echtgenoot in het nauw te drijven, om hem in verlegenheid te brengen. We moeten ons hart openen met wat ons bezighoudt, met oprechtheid en barmhartigheid, zodat we elkaar echt leren kennen en liefhebben.
Toegepast op het huwelijksleven:
Maria: Luis, ik wil je om vergeving vragen, want toen ik je gisteravond vroeg waarom je zo laat thuiskwam van kantoor, wist ik het al. Ik had het kaartje in je broek gezien en wilde je op de proef stellen.
Luis: En ik faalde. Ik was bang om je de waarheid te vertellen, dat ik een biertje had gedronken met mijn collega’s. Ik voelde me in het nauw gedreven en wilde geen ruzie.
Maria: Ik had er openlijk over moeten praten en je moeten zeggen wat ik voelde. Ik had op je gewacht en voelde me dom en wantrouwig.
Luis: Ik had ook eerlijk moeten zijn, dan hadden we de ruzie kunnen voorkomen, waardoor we elkaar dingen hebben gezegd die ons pijn deden, alleen maar om onze redenen voor ons gedrag te verdedigen.
Maria: Laten we de Heer vragen om ons de openheid te geven om op elk moment de waarheid van ons hart te tonen, en de barmhartigheid om ernaar te luisteren.
Moeder,
Help ons om op een eenvoudige manier de waarheid van ons hart te tonen. Geprezen zij God!
