Evangelie van de dag
op welk uur de dief zou komen, zou hij in zijn huis niet laten inbreken.
Weest ook gij bereid, omdat de Mensenzoon komt op het uur waarop gij het niet verwacht.’
Petrus vroeg Hem nu: ‘Heer, bedoelt Gij deze gelijkenis voor ons of voor iedereen?’
De Heer sprak: ‘Wie zou die trouwe en verstandige beheerder wel zijn,
die de heer over zijn dienstvolk zal aanstellen om hun op de gestelde tijd hun rantsoen koren te geven?
Gelukkig de knecht, die de heer bij zijn aankomst daarmee bezig vindt.
Waarlijk, Ik zeg u: hij zal hem aanstellen over alles wat hij bezit.
Maar zegt die knecht bij zichzelf: Mijn heer blijft nog wel een poosje weg, en begint hij de knechten
en dienstmeisjes te slaan, en gaat hij zich ook te buiten aan spijs en drank,
dan zal de heer van die knecht komen op een dag dat hij hem niet verwacht en op een uur
dat hij niet kent; hij zal hem met het zwaard straffen en hem zo het lot doen ondergaan van de ontrouwen.
De knecht die de wil van zijn heer kende, maar geen beschikkingen trof
noch handelde volgens diens wil, zal zwaar getuchtigd worden.
Wie echter in onwetendheid dingen heeft gedaan die tuchtiging verdienen, zal slechts licht gestraft worden.
Van ieder aan wie veel is gegeven, zal veel worden geeist, en wie veel is toevertrouwd, ven hem zal des te meer worden gevraagd.
We leven omringd door haast, afleidingen en verantwoordelijkheden die ons vaak afleiden van het belangrijkste: onze liefde en onze roeping als echtgenoten. Deze afleidingen verdoven ons en we leven terwijl we vergeten of niet goed weten wie we zijn, wat we in dit leven doen en wat ons uiteindelijke doel is.
Als mijn leven en mijn daden geen antwoord geven op deze vragen, ben ik verdwaald, zonder richting, zonder zin. Misschien doe ik veel dingen en laat ik me meeslepen door de haast, de stroom, het lawaai, het winkelen… maar… wat doe ik met mijn leven? Ben ik wat God van mij verwacht? Zijn we de echtgenoten die God van ons verwacht?
Eén ding is duidelijk: onze laatste dag zal komen, we weten niet wanneer, maar we weten dat de Heer ons wil aantreffen terwijl we liefhebben, omdat we kinderen van God zijn, we in dit leven zijn om lief te hebben en ons doel de hemel is. Om te kunnen liefhebben geeft de Heer ons vele gaven. Johannes Paulus II, die we vandaag vieren, zei in een catechese: “God vertrouwt ons talenten en gaven toe; we zullen worden beoordeeld op het gebruik dat we ervan maken, op de trouw waarmee we ze beheren in ons persoonlijke, familiale en sociale leven.” (Algemene audiëntie, 1994) Moge de Heer ons, wanneer Hij komt, aantreffen terwijl we deze gaven met vreugde en verantwoordelijkheid beheren. Trouw en verstandig zijn betekent dat we er zorg voor dragen en ze inzetten voor het welzijn van onze echtgenoot en ons gezin, door op elk moment te doen wat we moeten doen.
Toegepast op het huwelijksleven:
Paul: Teresa, je gelooft het nooit! Ik kreeg een melding op mijn mobiel dat ik hem vandaag te veel heb gebruikt… Ik schaam me om je te vertellen hoeveel…
Teresa: Nou… ik moet bekennen dat ik die melding ook kreeg en ik heb het je niet eens verteld. Mijn hemel, wat een tijd verspillen we zonder dat we het doorhebben! Het is dramatisch omdat het ons afleidt, ons verstrooit, en zo is het onmogelijk om God gedurende de dag aanwezig te laten zijn… met zoveel berichten, memes, video’s…
Paul: Ja, maar wat me het meest zorgen baart, is dat tijd iets is dat God ons heeft gegeven, het is een geschenk van God en als zodanig zal Hij ons vragen hoe we ermee om zijn gegaan… Wat zullen we Hem dan zeggen?
Teresa: Het is voorbij met dit. De duivel heeft ons misleid, verdoofd en steelt onze tijd, tijd die voor God is, daarom doet hij er alles aan om die van ons te stelen.
Paul: Helemaal mee eens! Nou, nu we toch bezig zijn, laten we alles wat God ons geeft eens onder de loep nemen, zodat ons niet hetzelfde overkomt met ons geloof, ons huwelijk, onze deugden, de genade van God… Aan de slag, Teresa, er wordt veel van ons gevraagd!
Moeder,

