‘Rabboeni, maak dat ik zien kan!’
Een lezing uit het Heilige Evangelie volgens Marcus 10, 46-52
In die tijd kwam Jezus, vergezeld van zijn leerlingen in Jericho. Maar toen ze
vergezeld van een flinke menigte, uit Jericho wegtrokken,
zat een blinde bedelaar, Bartimeüs, de zoon van Timeüs, langs de weg.
Zodra hij hoorde dat het Jezus de Nazarener was,
begon hij luidkeels te roepen: ‘Jezus, Zoon van David, heb medelijden met mij!’
Velen snauwden hem toe te zwijgen, maar hij riep nog veel harder:
‘Zoon van David, heb medelijden met mij!’
Jezus bleef staan en zei: ‘Roep hem eens hier.’ Ze riepen de blinde toe:
‘Heb goede moed! Sta op. Hij roept u.’
Hij wierp zijn mantel af, sprong overeind en kwam naar Jezus toe.
Jezus vroeg hem: ‘Wat wilt ge dat Ik voor u doe?’ De blinde antwoordde Hem:
‘Rabboeni, maak dat ik zien kan!’
En Jezus sprak tot hem: ‘Ga, uw geloof heeft u genezen.’
Terstond kon hij zien en hij sloot zich bij Hem aan op zijn tocht.
Woord van de Heer.
Ik houd steeds meer van Hem.
Blijkbaar was Bartimeüs niet blind vanaf zijn geboorte, maar had een ziekte zijn gezichtsvermogen aangetast.
Zo is het ook met zonden, die het gezichtsvermogen van de ziel sterk aantasten.
Daarom maak ik me vandaag dit gebed eigen: Mijn Heer, mijn meester, mijn barmhartige Vader, ontferm U over mij, want ik weet dat ik geen verdienste heb om U te bereiken door vereniging met mijn echtgenoot, en ik weet dat ik geen vermogen heb om U te bereiken. Ik ben volledig afhankelijk van U en Uw barmhartigheid. Ik weet dat U van me houdt en mijn roep niet kunt weerstaan als die oprecht is. Ik heb er het volste vertrouwen in dat U mij kunt zuiveren en mijn hart van steen kunt veranderen in een hart van vlees. Roep me Heer, roep me naar U, naar Uw voeten.
Toegepast op het getrouwde leven:
Marisa: Hoe meer ik de Heer ken, hoe meer ik verliefd op Hem word.
Luis: Hoe meer ik de Heer ken, hoe meer ik verliefd op jou word, hoe sterker ik de roeping ervaar om één met jou te worden en hoe meer het me kracht geeft. Ik ervaar een bovennatuurlijke liefde die mij met jou verbindt en die sterker is dan ik en mijn zonden.
Marisa: Gezegend zijn twee roepingen van God, om christen en echtgenoot te zijn. Wat een kostbaar plan voor ons.
Luis: Ik houd van hen en ik houd steeds meer van hen. Ik houd steeds meer van de Heer en ik houd steeds meer van jou. Nu begrijp ik wat de Heer zei: “Mijn juk is zacht en mijn last is licht”.
Moeder,
We hebben alle vertrouwen in de Heer en dat Hij die ons door u geroepen heeft zijn werk in ons zal afmaken. Prijs de Heer die ons bij onze naam heeft geroepen.