In die tijd toen Jezus ­kwam Jezus langs het meer van Galilea. Hij ging de berg op en zette zich daar neer.
Talrij­ke mensen stroomden naar Hem toe, die lammen, gebrekki­gen, blinden, stommen en vele anderen met zich mee voerden om ze aan zijn voeten neer te leggen.
Hij genas hen, tot verbazing van het volk dat zag hoe stommen spraken en gebrekkigen gezond werden, lammen liepen en blinden konden zien. En zij verheerlijkten de God van Israël.
Jezus riep zijn leerlingen bij zich en sprak: ‘Ik heb medelijden met al deze mensen, omdat ze al drie dagen lang bij Mij blijven, zodat ze nu zonder voedsel zijn; maar Ik wil hen niet laten gaan zonder dat zij eerst gegeten hebben, omdat Ik vrees dat zij anders onderweg zullen bezwijken.’
De leerlingen merkten echter op: ‘Waar halen wij op een zo eenzame plaats genoeg brood vandaan om al dat volk te verzadi­gen?’
Jezus vroeg hun: ‘Hoeveel broden hebt ge dan? ‘Zeven’, antwoordden zij, ‘en wat visjes.’
Na­dat Hij het volk gelast had op de grond te gaan zitten
nam Hij de zeven broden en de vissen welke Hij na het spreken van het dankgebed brak en ze aan de leerlingen gaf, die ze weer aan het volk gaven.
Allen aten tot ze verzadigd waren en aan overgebleven brokken haalde men nog zeven volle manden op.

Evangelie van de dag
 
Een lezing uit het Heilige Evangelie volgens Lucas 10, 21-24

In die tijd jubelde Jezus het uit, vervuld van de heilige Geest, en Hij sprak: ‘Ik prijs U Vader, Heer van hemel en aarde, omdat Gij deze dingen verborgen hebt voor wijzen en verstandigen, maar ze hebt geopenbaard aan kleinen. Ja, Vader, zo heeft het U behaagd.
Alles is Mij door mijn Vader in handen gegeven. Niemand weet wie de Zoon is tenzij de Vader; 
en wie de Vader is tenzij de Zoon en hij aan wie de Zoon het wil openbaren.’
Daarop keerde Hij zich naar zijn leerlingen afzonderlijk en zei tot hen: 
‘Gelukkig de ogen die zien wat gij ziet.
Ik zeg u: Vele profeten en koningen verlangden te zien wat gij ziet, 
maar zij hebben het niet gezien; en te horen, wat gij hoort, maar zij hebben het niet gehoord.’

Woord van de Heer.

Intimiteit in zijn Heilig Hart.
 
Jezus verheugt zich, net als zijn Moeder, in de Geest (of in God). Hij verheugt zich dat de Vader Heer is van hemel en aarde en openbaart Zijn intimiteit aan de kleinen. De groten streven ernaar, maar Hij openbaart zich aan wie Hij wil, en Hij wil zich openbaren aan de kleinen, zolang ze klein blijven en hoogmoed geen vat op hen krijgt.
Daarom ligt onze uitdaging in het feit dat we niet groot willen worden en dat we, naarmate de Heer ons dingen openbaart, kleiner en kleiner worden voor de kennis van de grootheid van de Heer.


Toegepast op het getrouwde leven:
 
Ramon: Vader, soms beleef ik ervaringen die ik niet begrijp, wanneer het voor mij lijkt alsof mijn echtgenote mij niet begrijpt, en ze mijn meningen veracht en een fijngevoeligheid van me eist die ze voor mijn gevoel niet bij me heeft. Maar ik geloof dat ze niet echt schuldig is, en dat U deze situaties toestaat omdat ik mezelf kleiner moet maken voor U, en daarom leef ik deze situaties met vreugde, zodat U degene kunt zijn die in mij regeert.
Lucia: Vader, soms lijkt het alsof mijn man me niet zachtzinnig behandelt en me kwetst met zijn houding. En, zoals ik het ervaar, lijkt het mij alsof hij zijn criteria probeert op te leggen en ik mijn mond moet houden. En daarom, Vader, geef ik mijn echtgenoot niet de schuld en leef ik deze situaties met vreugde, omdat ik weet dat U mij deze verzoekingen laat beleven om mij kleiner te maken en zodat U Degene kunt zijn die in mijn hart regeert.
(En de Heer bleef deze situaties toestaan zodat zowel de man als de vrouw zichzelf niet groot zouden maken vanwege de intimiteit die de Heer hen toestond in zijn Heilig Hart te leven).

 
Moeder,
 
Mogen we niet in de verleiding komen om onze echtgenoten schuldig te bevinden aan situaties die God toestaat om ons kleiner te maken zodat Hij zijn geheimen met ons kan blijven delen. Prijs de Heer die in ons leven regeert.

Evangelie van de dag

Een lezing uit het Heilig Evangelie volgens Matteüs 8, 5-11

In die tijd toen Jezus in Kafarnaüm aangekomen was, 
kwam een honderdman naar Hem toe die zijn hulp inriep met de woorden:
‘Heer, mijn knecht ligt verlamd in mijn huis en lijdt vreselijk pijn.’
Hij sprak tot hem: ‘Ik zal hem komen genezen.’
Maar de honderd­man ant­woordde: ‘Heer, ik ben het niet waard dat Gij onder mijn dak komt; 
maar een enkel woord van U is voldoende om mij knecht te doen genezen.
Want al ben ik zelf een ondergeschikte, ik heb weer manschappen onder mij; en tot de een zeg ik:
ga, en hij gaat; en tot een ander: kom, en hij komt; en aan mijn knecht: doe dit, en hij doet het.’
Toen Jezus dit hoorde, stond Hij verwonderd en zei tot hen die Hem volgden: 
‘Voorwaar Ik zeg u: Bij niemand in Israël heb ik een zo groot geloof gevonden.
Ik zeg u, dat velen uit het oosten en het westen zullen komen en met Abraham en Isaak en Jakob zullen aanzitten in het Rijk der hemelen;

Woord van de Heer.

Mijn geloof in jouw geloof.

Wat waardeerden de Joden aan de centurio? Dat hij betaald had voor de synagoge. Daarom vinden ze hem Jezus’ aandacht waard. Wat waardeert Jezus in ruil daarvoor? De nederigheid van de centurio, tot op het punt van bewondering.
Vertaald naar het huwelijk zouden we kunnen zeggen dat het er niet om gaat van mijn echtgenoot te verwachten dat hij grote dingen voor mij doet, maar dat ik, net als Jezus, meer waarde moet hechten aan het geloof dat hij heeft in Christus en in ons Sacrament van het Huwelijk. Heb ik mijn vreugde in jouw geloof?

Toegepast op het huwelijksleven:

Luisa: Ik weet niet meer wat ik moet doen. Je arrogantie is zo groot dat je het niet eens beseft en je beslissingen neemt zonder op mij te rekenen of ze op te leggen.
Peter: Het spijt me, want het is waar dat ik me er niet van bewust ben jou iets op te leggen. Het is waar dat ik hoogmoedig ben, dat weet ik, en ik heb berouw telkens als ik op mezelf en mijn kracht vertrouw. Maar ik vraag de Heer om met mij te doen wat Hij moet doen om mijn hart te zuiveren en beter van U te kunnen houden. Heb geduld, want ik weet zeker dat Hij al deze situaties gebruikt om mijn eigenliefde te verpulveren.
Luisa: Vergeef me, ik vertrouwde meer op mijn eigen eisen dan op Gods kracht. Ik kom terug op het aanbieden van mezelf voor jou in deze situaties voor jouw heiliging. Met mijn geloof in jouw geloof.

Moeder,

Mogen we altijd handelen, niet met wederzijdse eisen, maar met vertrouwen in de Heer en in de genade die Hij door ons Sacrament uitstort. Loof Hem voor altijd.

Evangelie van de dag

Een lezing uit het Heilig Evangelie volgens Lucas 21, 25-28. 34-36